‘Extreemrechts activisme was tot nu toe beperkt in Noorwegen’

Hoe sterk staat extreemrechts in Noorwegen? Een gesprek met de Nederlandse expert en journalist Rinke van den Brink.

Terrorist Anders Breivik had uitgesproken extreemrechtse opvattingen, zo blijkt uit zijn 1500 pagina’s lange manifest. Hoe sterk staat extreemrechts in Noorwegen? Een gesprek met de Nederlandse expert en journalist Rinke van den Brink. De extreemrechtse beweging is naar verluidt zwak vertegenwoordigd in Noorwegen.

Rinke van den Brink: Politiek gezien klopt dat niet. Sinds geruime tijd bestaat in Noorwegen een succesvolle, door velen extreemrechts en populistisch genoemde partij: de Vooruitgangspartij, die gelijkenissen vertoont met het Vlaams Belang. Het extreemrechtse activisme in Noorwegen daarentegen is wel beperkt. Extreemrechts kende zijn hoogtepunt in de jaren 1990, en zelfs toen telde de beweging niet meer dan een tiental groepjes. Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van de Noorse antropoloog Tore Bjorgo. In die periode werden wel drie racistische moorden gepleegd, waaronder een op twee Pakistaanse mannen. In 2001 werd een zwarte jongen van vijftien door twee neonazi’s doodgestoken. Daarna daalde het aantal aanhangers van extreemrechts.

Welke groeperingen zijn actief in Noorwegen?

Van den Brink: Een eerste beweging bestaat uit voormalige leden van de gewelddadige skinheadgroep, de Boot Boys, en is opgericht naar het voorbeeld van de zogeheten Zweedse Verzetsbeweging. De Zweedse neonazi’s, die uiterst gewelddadig zijn en goed georganiseerd, golden al vaker als voorbeeld voor de Noren. In de jaren 1990 pleegden ze verschillende bankovervallen waarbij ze ook politiemensen neerschoten, en ze vermoordden enkele journalisten die publiceerden over extreemrechts. De Zweedse bestsellerauteur Stieg Larsson nam verschillende van die aanslagen op in zijn Millenniumtrilogie.

Bij de oprichting van Vigrid lieten de Noren zich inspireren door National Alliance, de grootste neonaziclub uit de Verenigde Staten. Vigrid vereert zowel heidense goden als Hitler en ontkent de Holocaust. Ze roept niet openlijk op tot geweld, maar verzet zich naar verluidt tegen het ‘zionistische bezettingsregime’ in Noorwegen.

Sommigen vergelijken de aanslagen in Oslo met de gebeurtenissen in Oklahoma City in 1995.

Van den Brink: Er zijn zeker parallellen. Net zoals Breivik handelde ook Timothy McVeigh alleen en maakte heel wat slachtoffers. Ook hij blies een regeringsgebouw op. Alleen waren zijn slachtoffers willekeurige ambtenaren en voorbijgangers, terwijl Breivik doelbewust ook een sociaaldemocratisch bolwerk beoogde. Het eiland Utoya is immers dé plek waar de toekomstige sociaaldemocratische elite jaarlijks verzamelt. Zijn aanslag was in die zin veel meer een politieke aanslag. Hij was gericht tegen ‘de verraders en de uitverkopers van de christelijke humanistische joodse beschaving’, zoals hij dat beschrijft in zijn manifest. Hij noemt zichzelf daarin ‘een tempelier’, een hardcore kruisvaarder tegen de islam.

Hoe vreemd is het dat een dergelijke aanslag in Noorwegen plaatsvond?

Van den Brink: De Nederlandse socioloog Ruud Koopmans voerde een paar jaar geleden een studie uit naar de aanwezigheid van extreemrechts en racistisch geweld in acht Noord- en West-Europese landen. Zijn conclusie was dat de aanwezigheid van een sterke extreemrechtse politieke partij, zoals het Vlaams Belang in Vlaanderen, het Front National in Frankrijk of de Vooruitgangspartij in Noorwegen steeds overeenstemde met een relatief beperkte omvang van extreemrechts geweld. Tot 22 juli gold dat ook voor Noorwegen. Voor dit vreedzame land waren de aanslagen dan ook een grote schok. (IVD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content