Saïd El Khadraoui (SP.A)

Europees parlement keurt bankenunie goed: ‘Kanker is er uit, maar behandeling nog niet voltooid’

Saïd El Khadraoui (SP.A) Gemeenteraadslid voor SP.A in Leuven

Het Europese Parlement heeft het licht op groen gezet over de laatste zuilen van de bankenunie. ‘De Europese banken zijn nu wel gered en de opgelegde behandeling via de bankenunie moet toekomstige crisissen vermijden, maar we zitten nog steeds met een aantal niet opgeloste problemen en vervelende bijwerkingen’, stelt Saïd El Khadraoui, Europees parlementslid SP.A.

Vandaag stemt het Europees Parlement over de laatste zuilen van de bankenunie. De bankenunie vormt het orgelstuk van een overkoepelend Europees bankenbeleid dat vijf jaar geleden werd opgericht naar aanleiding van de ergste financiële crisis van de 21ste eeuw. Hiermee wordt het licht op groen gezet voor een totaal behandeling van de zieke Europese bankensector. Vijf jaar later kunnen we besluiten dat de kanker er uit is, maar de behandeling zeker nog niet voltooid. Als we willen voorkomen dat het gezwel terugkeert, moeten we meer doen om de financiële sector weer volledig gezond te krijgen.

Toen de financiële crisis vijf jaar geleden in volle hevigheid losbarstte, was niemand voorbereid. Toezichthouders stonden erbij en keken er naar, de geldstromen tussen banken droogden op door wantrouwen en de overheden moesten lijdzaam de redding van enkele grootbanken slikken om een totale ineenstorting van ons financieel systeem te voorkomen. Die gepeperde rekening heeft dit continent in één van de grootste sociaal-economische crisis geduwd sinds de tweede wereldoorlog. Om onze banken te redden, werd er immers voor 1.6 biljoen euro staatssteun uitgetrokken. Dit is 13 procent van het Europees BNP. Het lijdt geen twijfel dat de prijs die we daarvoor hebben moeten betalen te hoog was.

Europees parlement keurt bankenunie goed: Kanker is er uit, maar behandeling nog niet voltooid

Met de Bankenunie, nu vijf jaar later, moet een herhaling van een financiële crisis onmogelijk worden gemaakt. De nieuwe regelgevende architectuur zorgt ervoor dat banken meer kapitaal bijhouden, minder risico’s nemen, onder het toezicht van de ECB worden geplaatst en mocht het toch mis gaan, er een draaiboek voorhanden is om een bank te ontmantelen met een fonds dat door banken zélf wordt gespijsd, niet meer door belastingbetalers. Daarnaast moet elke lidstaat een garantiesysteem voor het spaargeld uitbouwen.

Maar is daarmee het gevaar geweken? Absoluut niet. Er zijn namelijk nog heel wat problemen die we moeten aanpakken. Zo is bijvoorbeeld de Europese bankensector veel te zwaar en moet dringend op dieet. Er zijn te veel banken in de Europese Unie en bovendien zijn te veel banken te groot. In Europa zijn er 14 giga-banken die – als die vallen – de hele boel onderuit kunnen halen. 15 Europese banken hebben 43% van de markt in handen en vertegenwoordigen 150% van het bbp van de EU-27. De verhouding tussen bankenomvang en het bbp is sinds 2000 verdrievoudigd. In Luxemburg, Ierland, Cyprus, Malta en het Verenigd Koninkrijk is de bankensector vier maal groter dan het bbp. Als het daar misgaat, kan zelfs de overheid de meubelen niet meer redden.

Willen we daarom echt een veiliger en duurzamer financieel stelsel, moeten we verder durven gaan. Banken zijn er in de eerste plaats om onze economie te financieren en ons spaargeld veilig bij te houden. Daarom moet er op Europees niveau duidelijke wetgeving komen om de zaken -en spaarbanken te scheiden, zodat de beleggers die risico’s nemen, die risico’s ook dragen. Verder is er nood aan een Europees uitgewerkt depositogarantiesysteem, in plaats van dat alle lidstaten een eigen systeem uitbouwen ter bescherming van ‘hun’ spaargeld.

Ook de bijwerking van de behandeling moeten kordaat worden aangepakt. De schaduwbanksector, goed voor 71 triljoen dollar in 2012, floreert namelijk de laatste jaren. Hoe strikter de bakenregels, hoe sterker de schaduwsector zich ontwikkelt. Onder schaduwbanken verstaan we alles wat zich als een bank gedraagt, maar niet onder de regelgeving van banken valt: financiële activiteiten zoals het tijdelijk uitwisselen van aandelen, het verpakken en doorverkopen van leningen enzovoort. Die middelen van de schaduwbankiersector moeten worden ingezet voor de financiering van de reële economie en instellingen die opereren als een bank, zoals sommige fondsen, moeten ook gereguleerd worden als een bank.

Dat dit geen evidentie is, bewijst het gevecht rond de nieuwe regels inzake geldmarktfondsen. Als rapporteur stelde ik voor deze fondsen een beperkte kapitaalbuffer voor, zodat ze ook tegen een stootje kunnen en het niet op het bord van de belastingbetaler terecht komt als het fout loopt. Dat was voldoende voor de liberalen en de conservatieven om het hele dossier te blokkeren.

Maar als we Europa echt weer helemaal gezond willen krijgen, moet de kredietkraan richting onze bedrijven opnieuw opengaan. Cijfers tonen aan dat het serieus bergaf ging met de financiële inspanningen in onze economie. De waarde van gefinancierde infrastructuurprojecten in de EU daalde met meer dan 50 procent, van ruim 70 miljard euro in 2010 tot ongeveer 34 miljard euro in 2012. Door de gigantische besparingsprogramma’s die conservatieve meerderheden de lidstaten oplegden, liepen ook de publieke investeringen in infrastructuurprojecten fors terug. In de hele EU bedroegen de uitgaven voor publieke projecten in 2013 gemiddeld 2,3 procent van het BNP, een stuk minder dan de 2,5 procent in het voorgaand decennium. We hebben ons dus wel degelijk lam bespaard.

De financiering van Europese infrastructuurprojecten is in zeer grote mate – voor maar liefst 75 procent – afhankelijk van bankkredieten. In de VS wordt slechts 20 procent van alle lange termijnfinanciering georganiseerd door banken, de rest komt van de kapitaalmarkt. Maar de Europese banken houden de vinger op de knip om aan de nieuwe kapitaalvereisten te voldoen. Symptomatisch hiervoor zijn de problemen die KMO’s ondervinden in hun financiering. Uit laatste cijfers van de Europese Centrale Bank blijkt dat Griekse, Spaanse en Italiaanse KMO’s die bij een bank aankloppen maar 33 tot 50 procent kans maken om ook daadwerkelijk een lening te krijgen. In Duitsland daarentegen keren de KMO’s in 87 procent van de gevallen terug met geld op zak. De landen die het zwaarst getroffen zijn door de crisis, hebben het dus moeilijker om hun economische relance te organiseren.

We hebben die nieuwe initiatieven nochtans broodnodig om onze economie zuurstof te geven. Krediet vormt die zuurstof voor de bedrijven. Zonder nieuwe en krachtige investeringstechnieken geraken we nooit uit het ziekbed. Recent lanceerde de Europese Commissie een pakket ideeën om de financiering van langetermijnprojecten rond te krijgen. Dat is een goede zaak, maar we zullen er over moeten waken dat dat veilig gebeurt zonder de ’truuken van de foor’ die de financiële sector voorheen bedacht heeft en die ons de verdoemenis heeft doen instorten. De stemming deze week van een Europees regelgevend kader voor lange termijn investeringsfondsen vormt hier een belangrijke stap.

De Europese banken zijn nu wel gered en de opgelegde behandeling via de bankenunie moet toekomstige crisissen vermijden, maar we zitten nog steeds met een aantal niet opgeloste problemen en vervelende bijwerkingen. De kanker is er uit, maar de behandeling is zeker nog niet voltooid. In de volgende legislatuur moet Europa er werk van maken de banken op dieet te zetten, de economie opnieuw zuurstof in te blazen en alle zeilen bijzetten om opnieuw enige perspectief te geven voor het leger van 26 miljoen Europese werklozen. Want het zijn zij die de hoogste prijs hebben betaald.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content