Vrije Tribune

Europa geeft ons de prentjes, wij kleuren ze in

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Europa levert ons het kleurboek aan, wij kunnen het inkleuren. ‘Tijd om een paar nieuwe prenten in dat grijze kleurboek te steken. Zondag krijgen we alvast een potlood in de hand om de lijnen te trekken,’ schrijft student Europese Studies Niels Gheyle.

We zitten in de laatste rechte lijn naar verkiezingszondag, de moeder aller verkiezingen, waar we de luxe zullen hebben om maar liefst drie stemmen uit te brengen. Toch blijken veel mensen die ik tegenkom helemaal geen idee van of interesse te hebben in wie hen in de vele parlementen moet gaan vertegenwoordigen. Die apathie en gebrek aan goed geïnformeerde burgers is schrijnend in een situatie waar de massa verkiezingsblaadjes, factchecks, debatten en houten panelen ons overrompelen. Van een hechte band tussen burger en politiek blijkt nauwelijks nog sprake, het vertrouwen in de gemiddelde politicus compleet zoek.

Fletse kleuren, lelijke contouren

Veel mensen blijken gedesillusioneerd door hun ‘keuze’. Dat is niet nieuw. Al jaren kleuren we bolletjes, maar wordt dat programma waar we zo fan van waren maar halfslachtig geïmplementeerd. Socialisten in de regering die in uitgaven snijden, liberalen die belastingen verhogen, er kan veel gebeuren. Op zich is dat niet verrassend. Politiek en democratie draaien nu eenmaal rond conflicten en het zoeken naar compromissen over de manier waarop we onze complexe samenleving kunnen sturen. Het resulterende beleid is dus een weerspiegeling van deze strijd. Er zijn echter krachten aan het werk die dit beleid mee vorm geven, waar al te vaak naast wordt gekeken.

De koers die wij in België varen, wordt immers evenveel vanuit de Europese Unie – die andere kant van Brussel – gestuurd, als vanuit onze eigen Wetstraat. Dat ontkennen, is oplossingen trachten te zoeken vanuit een verkeerde probleemstelling of contextanalyse. De impact die Europa op onze beleidskeuzes heeft, kan je het best vergelijken met een kleurboek: Europa geeft ons de prentjes, en wij mogen ze inkleuren. Welke prentjes daar precies in staan, dat beslissen nationale regeringen vaak niet meer zelf.

Als je deze factor niet in beschouwing neemt, kun je geen heldere analyse maken van het gedrag van onze politici. Onze verwachtingen tegenover die mensen zijn gigantisch, terwijl de kleur van de potloden om het prentje mee op te vullen het enige is waarover zij nog kunnen kibbelen. Toegegeven, dat kleurverschil kan nog altijd van vitaal belang zijn, maar enkel op de kleur focussen maakt ons blind voor het totale plaatje.

Dat het imago van de Europese Unie de laatste jaren steevast achteruitgaat, maakt de problematiek des te moeilijker. We wantrouwen nu immers niet alleen de potloodkleuren, maar we willen ook het kleurboek op zich met het grof vuil meegeven. “Europa, dat werkt niet. Dat kost geld, dat brengt crisissen voort, dat moeit zich niet alleen met het geluid van onze grasmachines, maar zegt zelfs hoe we onze begroting moeten opstellen.” Is deze kritiek terecht? Op sommige vlakken wel, ja. Koren op de molen van eurosceptici, natuurlijk: wat niet deftig werkt, moet je vervangen.

Een ander kleurboek?

Deze manier van voorstellen slaat bij veel mensen aan: schaf dat Europees niveau gewoon af en laat ons terugkeren naar dingen die we kennen, dingen die werkten. De kaarten voor ons volgende spel zijn echter wel op een andere manier gedeeld.

De touwtjes weer volledig in eigen handen nemen, zou ten eerste gigantische kosten met zich mee brengen. Expliciete, vaste kosten, zoals deze die vasthangen aan het terugkeren naar nationale munten, het opheffen van instituties en de gigantische berg werk waar de lidstaten zelf weer moeten voor opdraaien. Ook impliciet boeten we heel wat in: we hebben gefaald in ons samenwerken. Dat is geen goed uitgangspunt om in de toekomst nog ambitieuze, noodzakelijke samenwerkingsvormen te stimuleren. Ook maken we kosten door niet langer te genieten van de voordelen die de Unie ons brengt. En die zijn er zeker, alsook talrijk, maar zitten bedolven onder een negatieve mediastroom.

Er is echter nog een tweede probleem: vrijwel elke grote uitdaging die ons te wachten staat (vergrijzing, migratie, klimaatverandering, energietoevoer, economische en financiële stabiliteit…) is gedoemd onhandelbaar te worden als het wordt aangepakt op een gedecentraliseerde Vlaamse of Belgische schaal. Het tegendeel prediken is een illusie. Paul-Henri Spaak, ooit eerste minister van België, verwoordde het zo treffend: “Er zijn maar twee soorten landen in Europa. Kleine landen, en landen die nog moeten beseffen dat ze klein zijn.”

Europa heeft zeker zijn tekortkomingen en moet op sommige vlakken ook echt anders gaan opereren, maar onze toekomst blijft voor een groot stuk Europees. Dat de media af en toe Europaspecials lanceren of Herman van Rompuy zijn memoires in het nieuws steken, is lovenswaardig.

Maar zolang de man in de straat het belang van deze bestuurslaag niet erkent, zullen de verwachtingen van onze politici hoog en de desillusies frequent blijven. Tijd om een paar nieuwe prenten in dat grijze kleurboek te steken. Zondag krijgen we alvast een potlood in de hand om de lijnen te trekken.

Niels Gheyle studeert Europese Studies aan de Universiteit Gent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content