EU toont zich kritisch voor buitenlandse investeerders: ‘We zijn lang te laks geweest’

© REUTERS
Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

Het Europees Parlement wil het groeiende aantal niet-Europese investeringen beter monitoren. De argwanende blikken zijn vooral gericht op China, maar ook de Golfstaten en Rusland kopen zich steeds meer in in Europese bedrijven.

De Griekse haven van Piraeus is overgekocht door China. De nieuwe Zijderoute is net doorgetrokken tot in Antwerpen. De grootste winkels en hotels van Londen zijn in handen van Arabieren, net als voetbalclub PSG. Bij Chelsea stellen de Russen dan weer de wet. Het ter ziele gegane en in een nieuwe gedaante gereanimeerde Lierse SK was eigendom van een Egyptenaar.

De lijst van grote investeringen in Europa door niet-Europese landen de laatste jaren is eindeloos, maar één ding hebben ze allemaal gemeen: het verlies zit aan de Europese kant. Vertrouwelijke informatie valt in vreemde handen en de beslissingsmacht verschuift. Denk maar aan de Braziliaanse machtsgreep bij Inbev, het meerderheidsaandeel bij Forbes Media door Asset Management uit Hongkong, de uitverkoop van het Waldorf Astoria Hotel aan Chinees verzekeraar Anbang en de overname van de Club Med door een Chinees miljardair.

Als het van het halfrond afhangt, moet elke lidstaat jaarlijks een lijst van buitenlandse investeringen overmaken aan de Europese Commissie, die de lijsten openbaar moet maken.

De Commissie Buitenlandse Handel van het Europees Parlement wil daar nu iets aan doen en heeft een verordening opgesteld om investeringen uit niet-Europese landen voortaan grondig en stelselmatig door te lichten en zo nodig in te perken of te verbieden. Het Europees Parlement (EP) wil vooral staatsinstellingen en overheidsbedrijven aanpakken die zich inkopen in strategische sectoren. China, Rusland en de Golfstaten zijn daarbij kop van jut. ‘Als de gemeenschappelijke belangen van de Unie in het gedrang komen, moeten we ingrijpen’, stelt Europarlementslid Ivo Belet (EVP/CD&V).

Kraaknieuw is dit ontwerp niet, want de ongerustheid over sluipende overnames groeit al jaren binnen de Unie. In 2016 ging de alarmbel af toen Chinese bedrijven in Duitsland eerst het afvalbedrijf EEW, daarna robotbouwer Kuka en dochterbedrijf Swisslog opkochten. In Finland ging softwareontwikkelaar Supercell voor de bijl, in Groot-Brittannië nam Ctrip uit Peking zijn Britse concurrent Skyscanner over. In Vlaanderen poogde het Chinese staatsbedrijf StateGrid energienetbeheerder Eandis in te palmen. De Staatsveiligheid vreesde voor spionage, maar politiek stond Vlaanderen machteloos. Daarop werd het bestuur decreet aangepast, waardoor ook intercommunales, plaatselijke besturen en natuurlijk de Vlaamse regering tijdig kunnen ingrijpen.

Vooral China is aan een ongeziene overnamegolf begonnen. Het land zit op een dollarberg en wil met die reserves zo snel mogelijk zijn kennisachterstand inlopen via een bijzonder programma dat ‘Made in China 2025’ werd gedoopt. Dat schudde de Europese instellingen wakker, samen met andere grootscheepse infiltraties als de havenuitbouw van Rusland in Cyprus met zwart geld. Nu Peking en Moskou de EU verder uiteen willen spelen met de aanleg van de Zijderoute, met name door Hongarije als wortel de aanleg van een nieuw spoorwegennet voor te houden, staat het sein op rood.

De Europese Commissie kwam in september met twee voorstellen om de ‘vitale belangen’ te beschermen: een oproep tot doorlichting van rechtstreekse buitenlandse investeringen, een verordening plan om een Europees raamwerk daartoe te ontwikkelen (de bevoegdheid ligt immers bij de nationale overheden).

‘We zijn altijd laks geweest met de Amerikanen omdat we hen vanzelfsprekend als bondgenoten zagen, ook economische bondgenoten.’

Tom Vandekendelaere

In snel tempo reageerden lidstaten als Italië, Portugal, Tsjechië, Frankrijk, vooral omdat Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker zich in juni vorig jaar hoogst verontrust toonde. Chinese beleggers pompten vijf keer meer geld in Europa dan omgekeerd. In zijn ‘State of the Union’ van 13 september 2017 beloofde hij uitdrukkelijk nieuwe regelgeving om bedrijfsspionage en gevoelige kennisoverdracht aan banden te leggen. Er werd concreet gedacht aan mogelijke inbraak in militaire technologie (zoals bij Barco), farmaceutica (hoofdzakelijk een Amerikaans doelwit), lopende EU-programma’s zoals het Galileoproject (kunstmanen) en Horizon 2020 (het zevenjarenprogramma voor onderzoek, ontwikkeling en vernieuwing, goed voor 80 miljard euro).

Als een gieter

Het Parlement wil nu het Commissievoorstel verstrengen. Als het van het halfrond afhangt, moet elke lidstaat jaarlijks een lijst van buitenlandse investeringen overmaken aan de Europese Commissie, die de lijsten openbaar moet maken. Er moet een aparte cel komen om de geldinbreng te analyseren, en de Commissie moet een onderzoek naar verdachte opnames of participaties kunnen opstarten, op eigen initiatief of op vraag van een of meer lidstaten. Als één derde van de lidstaten bezwaren deelt, kan een andere lidstaat rechtstreeks verplicht worden om een onderzoek te houden.

Wel zwijgt Europa zedig over de Amerikaanse verweving van hun multinationals op Europees grondgebied, ook al heeft de mislukking van TTIP het oude continent met de neus op de feiten gedrukt dat met Donald Trump in het Witte Huis Washington nog amper als een betrouwbare bondgenoot kan aangezien worden. De handelsoorlog over staal en aluminium die Trump vanaf 1 juni heeft opgestart dwingt de EU steeds meer om haar eigen beschermingsmechanismen uit te bouwen.

Recent nog ging het Parlement is als een gieter af toen het Facebook-baas Marc Zuckerberg op het matje riep. ‘We zijn altijd laks geweest met de Amerikanen omdat we hen vanzelfsprekend als bondgenoten zagen, ook economische bondgenoten’, zegt Tom Vandekendelaere (EVP/CD&V). ‘Daar is met Trump bruusk een einde aan gekomen. Het Zuckerbergdebacle van het parlement toont pijnlijk aan hoe ver we al afgedwaald zijn’.

Protectionisme

Het Parlement krijgt nu een nieuwe kans, en verstrakt daarom nog de ‘gemeenschappelijke belangen’. Het gaat niet alleen om de strategische infrastructuur (van luchthavens tot vervoerdiensten, van energiebedeling tot telecom, van havens tot cyberbeveiliging), maar ook om strategische technologieën (robotica, ICT, chips, kerntechnologie…). Zijn daar nog aan aan toegevoegd: grondstoffen, landbouw en voedsel; persoonsgegevens en gezondheidsstaten; audiovisuele media en sportfaciliteiten.

Europa zwijgt wel zedig over de Amerikaanse verweving van hun multinationals op Europees grondgebied, ook al heeft de mislukking van TTIP het oude continent met de neus op de feiten gedrukt dat met Donald Trump in het Witte Huis Washington nog amper als een betrouwbare bondgenoot kan aangezien worden.

Dat laatste is niet onbelangrijk. Rechtstreekse investeringen en overnames van media- of bedrijven verleggen de beslissingsmacht naar de financier. Dat is meteen een ernstige bedreiging voor journalistieke onafhankelijkheid en voor de selectie van informatie.

Europa blijft uiteraard gewonnen voor globalisering, maar wil niet langer naïef zijn. De Franse rapporteur Franck Proust (EVP) verwierp elke vorm van protectionisme, maar was duidelijk in het vrijwaren van belangen: ‘We are not against foreign investment, but against strange investment’. Vreemde, merkwaardige investeringen zijn participaties die met een patent beschermde producten willen verwerven, geheime informatie willen losweken, digitale manipulatie willen nastreven enzovoort. Twaalf lidstaten hebben al een screeningmechanisme, maar er zit geen eenheid in. Net daarom wil het EP snel werk maken van de verordening.

Nu moeten de plannen naar de Europese Raad. Dat moet gebeuren onder het Oostenrijks voorzitterschap in de tweede helft van dit jaar nog, aldus Bernt Lange (S&D) die de commissie internationale handel leidt. Het is een publiek geheim dat sommige, vooral Oost-Europese lidstaten, weinig trek hebben in dergelijke controle op soms dubieuze investeringen.

Blijft de vreemde eend in de bijt, het voetbal. ‘Daar zijn twee aspecten aan’, knikt Vandekendelaere. ‘Sport heeft een grote sociale impact, en geeft vreemde mogendheden de kans het eigen imago op te krikken of op te kalefateren. Maar er zit ook een bedenkelijk luik aan vast: de gokmaffia. We moeten vermijden dat de voetbalwereld een parallelle economische onderstroom wordt. Er is daarin geen plaats voor staatsinterventies.’

‘Nu, de Chinese opmars dringt door tot de kleinste geledingen. Neem mijn ploeg, SV Roeselare. We weten dat er teveel ploegen zijn voor te weinig sponsors. En iedereen wil in eerste klasse spelen. In plaats van te fusioneren kijkt men liever naar een rijke ome. Daar kloppen Chinezen op het raam, zelfs in Roeselare. Maar een sociaal belangrijk gebeuren als voetbal ziet op die manier zijn stadsweefsel uiteenvallen.’

Gewone gang van zaken

In zijn State of the Union had Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker al gehamerd op het feit dat de EU wereldleider is op het vlak van directe vreemde investeringen. Die bedragen in totaal 5,7 triljoen euro. Ter vergelijking: de VS bleven steken op 5,1 triljoen, China op anderhalf triljoen. Het valt wel op de Amerikaanse inbreng op twintig jaar tijd terugvalt met 20 procent, maar zelfs dan nog altijd goed is voor 41 procent van het pakket.

Forse stijgers – al blijft dat relatief – zijn Brazilië (goed voor 2,2 procent van het totaal), China (2 procent) en Rusland (1,1 procent). Alarmerend is wel dat de door niet-Europeanen verworven bedrijven veel groter zijn dan de Europese, en sinds het einde van de financiële crisis vooral inzetten op hightech. Net dat is een van de kwetsbaarste en meest geavanceerde domeinen. Het verlies aan kennis en winsten neemt hand over hand toe.

Bedrijfsdeskundigen brengen niettemin nuances aan. Op BNR zag macro-econoom Kees de Kort geen vuiltje aan de lucht. ‘De gewone gang van zaken’, zei hij, ‘Europa is heel aantrekkelijk om te investeren. De angst bij de burgers slaat nergens op’. Haico Ebbers van de Business Universiteit Nyenrode gaf wel tegengas. Er is geen probleem als het om privébedrijven gaat, stelt hij, die beleggen in projecten, zeg maar kleine transacties, het neerpoten van fabrieken, greenfield-acties. ‘Je moet naar het type onderneming kijken. Overnames gebeuren geregeld door staatsbedrijven of staatsfondsen zoals de China Investment Corporation. Hun aantal is kleiner, de bedragen veel hoger’.

Hoog tijd dus om in te grijpen, erkent de EU. Een uitgebreid akkoord met China, waar Eurocommissaris voor handel Cecilia Malmström al lang op mikt, zit er daarom niet meteen aan te komen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content