“Er wordt nu iets van Europa verwacht”

© Reuters

Militair heeft de NAVO de leiding van de operaties in Libië in handen. Op politiek vlak, vindt professor Sven Biscop, moet de Europese Unie de lijnen uitzetten.

Nadat Franse gevechtsvliegtuigen de opmars van het Libische leger naar Benghazi tot staan hadden gebracht, duurde het nog een kleine week voor alle betrokken partijen het erover eens waren om de militaire leiding van de operaties over te dragen aan de NAVO.

Al dat getouwtrek was volgens professor Sven Biscop niet nodig. Hij is directeur van het programma ‘Europa in de Wereld’ van Egmont – het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen in Brussel. Biscop vindt het perfect logisch dat de Amerikanen deze actie wel steunen, maar dat ze er niet de leiding over nemen. ‘Dat is in die zin positief, dat er nu echt wel iets van Europa wordt verwacht. Het gaat per slot van rekening om onze vitale belangen. Oliebevoorrading, handelsroutes, migratie. Als we ergens een rol moeten spelen, dan toch zeker in onze eigen regio. Ik vind daarom ook dat de operatie militair perfect onder de vlag van het gemeenschappelijke veiligheid- en defensiebeleid van de Europese Unie had kunnen worden gevoerd. Het zou een sterk signaal zijn van de Europese Unie, als ze zou zeggen: dit is onze buurt.’

In de discussie speelde mee dat niet iedereen zich geroepen voelde om even hard van stapel te lopen als de Franse president Nicolas Sarkozy, die de Libische oppositie heel snel erkende als de enige vertegenwoordiger van het land. Biscop vindt dat het fout is om zich principieel tegen elk gebruik van geweld te verzetten. ‘Er is in dit geval een resolutie van de Veiligheidsraad, met een duidelijk mandaat om burgers te beschermen. We moeten wel blijven benadrukken dat dit niet een coalitie van het Westen alleen is. Dat ook Arabische landen meedoen. Dat is belangrijk voor de politieke legitimiteit.’

Afgezien daarvan blijft de onenigheid groot over wat de uitkomst van de oorlog kan zijn. De Europese Unie zegt dat Khaddafi weg moet, maar de resolutie geeft geen mandaat om hem ook echt af te zetten. Biscop: ‘Het is mogelijk dat de operatie tot een langdurige opdeling van Libië leidt, en dat lijkt me een slecht scenario. We komen in Libië toch ook tussenbeide omdat stabiliteit in dat land belangrijk is voor onze belangen in de regio. Een verdeeld Libië blijft instabiel. Dan kan Khaddafi ook weer de rol gaan spelen van voor zijn toenadering tot het Westen enkele jaren geleden. Die van een soort permanente stoorzender.’

Sven Biscop ziet de kans schoon om, met de ontwikkelingen in de Arabische wereld, ook met Tunesië en Egypte tot een gemeend partnerschap te komen. Een partnerschap dat dit keer verder gaat dan woorden alleen. Daarvoor zijn, zegt hij, ernstige economische steun en investeringen nodig. ‘We moeten ze nu niet gaan vertellen hoe ze verkiezingen moeten organiseren. Nadat we vijftig jaar lang de dictatuur hebben gesteund, zou dat niet zeer geloofwaardig zijn. Maar investeringen, infrastructuurwerken kunnen het verschil maken. Dat is bovendien nog in ons eigen belang ook.’

Daar valt op dit moment helaas nog allemaal weinig van te merken. Terwijl dit voor de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid Catherine Ashton en haar nieuwe European External Action Service een kans kan zijn om zich te bewijzen. ‘Ze kan zelf aan de slag of ze kan iemand aanwijzen – iemand van topniveau en met gezag in de regio – die als gezant in naam de Unie probeert tot een vergelijk tussen de kampen te komen.’

(HvH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content