Emmanuel Macron: een messias met een donker randje

Emmanuel Macron © GettyImages
Jeroen Zuallaert

Met een robuuste parlementaire meerderheid heeft de Franse president Emmanuel Macron alle kaarten in handen. Wordt hij de redder van Frankrijk en Europa, de man die zijn land de 21e eeuw inloodst? Of ontpopt hij zich als de liberaal die de rechtsstaat afschaft? ‘Hij kiest duidelijk voor de revolutie.’

Een brandweerman, een wiskundige en een studente komen in de Assemblée. Het zou het begin van een Franse mop kunnen zijn – en dus waarschijnlijk niet grappig – maar sinds de tweede ronde van de Franse parlementsverkiezingen is het een realiteit. Want sinds afgelopen zondag maken ook Jean-Marie Fiévet, Cedric Villani en Typhanie Degois deel uit van het Franse Lagerhuis. Zij zijn alle drie verkozen voor La République En Marche, de partij van de nieuwe president Emmanuel Macron. Samen met coalitiepartner Mouvement Démocratique heeft LREM een robuuste meerderheid binnengehaald.

De Macronmania gaat gepaard met een ongeziene portie dégagisme: de wil om de oude krokodillen uit de sloot te verjagen. Ongeveer 75 procent van de verkozenen zat de voorbije legislatuur niet in het parlement. De politieke tegenstand hangt in de touwen. De Parti Socialiste werd gedecimeerd. Bij de parlementsverkiezingen haalden presidentskandidaat Benoît Hamon en partijleider Jean-Christophe Cambadélis niet eens de tweede ronde. Met Myriam El Khomri, Marisol Touraine en Najat Vallaud-Belkacem speelt de PS maar liefst drie ex-ministers kwijt. Ook Les Républicains, die tot voor enkele weken de verkiezingen hoopten te winnen, verloren fors. De LREM-overwinning is des te opmerkelijker omdat veel LREM-kandidaten neofieten zijn zonder enige politieke ervaring. ‘Zelfs een ezel met een etiket van En Marche zou nog verkozen geraakt zijn’ bromde Edwy Plenel, hoofdredacteur van de onafhankelijke nieuwssite Médiapart.

Ik denk dat Macron redelijk snel zijn interesse in Europa zal verliezen

Daniel Gros

‘Macronmania’, ‘De man die over het water wandelt’, ‘Na Christus is er enkel Macron’: wie de Franse commentaren leest, kan enkel concluderen dat de Messias hoogstpersoonlijk zijn intrek in het Elysée heeft genomen. Zelf heeft Macron het over een ‘président jupitériel’, die als een Romeinse oppergod boven de partijpolitieke mêlee uittorent. Op de nationale topontmoetingen maakte hij indruk door zijn naar Franse normen uitstekende Engels, zijn stevige handdruk en de subtiele manier waarop hij Donald Trump degradeerde door op de NAVO-top eerst van Angela Merkel, NAVO-secretaris Jens Stoltenberg en zelfs Charles Michel de hand te schudden. Ook de manier waarop hij in een persconferentie met Vladimir Poetin de propagandapraktijken van twee Russische overheidsmedia bekritiseerde, zet duidelijk de toon: Frankrijk wil weer meespelen op het internationale toneel, en de nieuwe president is niet bang om dat uit te dragen. Het contrast met François Hollande, die bij internationale ontmoetingen vaak als een houterige lapzwans overkwam, is alvast aangestipt.

Mister Europe

Ideologisch is Macron moeilijk te ijken. De voormalige bankier en economieminister noemt zichzelf ‘ni de droite ni de gauche‘. Op sociaal vlak is Macron zonder enige twijfel links: hij ziet een sturende rol weggelegd voor de overheid, die gelijke kansen moet garanderen en herverdeling organiseren ten bate van de meest kwetsbaren. Op economisch vlak is hij dan weer uitgesproken liberaal, en wil hij bedrijven zo veel mogelijk vrijheid (en zo weinig mogelijk belemmeringen en belastingen) gunnen om welvaart te creëren. Vincent Laborderie, een Franse politicoloog die aan de Universiteit van Louvain-la-neuve doceert, vergelijkt het partijprogramma van La République En Marche met dat van het Nederlandse D66. ‘In België kun je hem qua ideologie vergelijken met iemand als Sven Gatz: economisch liberaal, met een programma dat bedrijven bevoordeelt.’

In tegenstelling tot de Vlaamse minister van Cultuur torst Macron evenwel de hoop van het gehele continent. Hij lijkt de uitgelezen man om de Duits-Franse as te reanimeren en Europa uit het dal van inertie te trekken. De verwachtingen zijn hooggespannen, waarschijnlijk te hoog. ‘Ik denk dat Macron redelijk snel zijn interesse in Europa zal verliezen’, zegt Daniel Gros, directeur van het Centre for European Policies. ‘Ik vermoed dat hij zich eerst zal richten op de eigen economie, zodat Frankrijk in een sterkere onderhandelingspositie met Duitsland staat. Daar zal hij gemakkelijk jaren mee bezig zijn.’

Want ondanks de goede verstandhouding tussen Macron en Merkel – die in september nog parlementsverkiezingen moet winnen – houden Frankrijk en Duitsland er op heel wat punten fundamenteel verschillende inzichten op na. De Duitse begrotingsdiscipline is legendarisch, terwijl Frankrijk al sinds de jaren zeventig geen begrotingsoverschot meer heeft geboekt. Sinds 2008 overschrijdt het Franse deficit elk jaar zelfs de Maastrichtnorm, die oplegt dat de begroting van een Europese lidstaat maximaal drie procent in het rood mag gaan. Macron is de eerste president sinds lang die belooft om zich aan die drieprocentregel te zullen houden. Daarnaast wil hij een Europees defensiebeleid op poten zetten en nieuwe vrijhandelsakkoorden sluiten, in de eerste plaats met China. Ook het Frans-Duitse voornemen om een Europees anticorruptiebureau te ontwikkelen, is ongetwijfeld een stap in de goede richting.

Op de NAVO-top. Merkel kreeg voorrang op Trump.
Op de NAVO-top. Merkel kreeg voorrang op Trump.

Toch is Gros eerder sceptisch over de nieuwe Europese heiland. ‘Merkel en Macron komen vooral overeen omdat Macron ingebonden heeft op een aantal onderwerpen. Hij is afgestapt van de eis om Europese obligaties in te voeren, een onderwerp dat voor Duitsland altijd taboe was.’ Bovendien zijn niet alle overeenkomsten noodzakelijk positief voor Europa, vindt Gros. ‘Zowel Merkel als Macron wil de Oost-Europese arbeidsmigratie aanpakken. Dat is vooral in het belang van de eigen nationale economie, niet noodzakelijk voordelig voor de Europese cohesie.’

Om te voldoen aan de Maastrichtnorm wil Macron snoeien in de publieke sector. Vandaag besteedt Frankrijk 56,2 procent van zijn bruto binnenlands product aan publieke diensten. Dat is tien procentpunten meer dan het Europese gemiddelde, enkel Finland geeft meer uit. Tegen 2022 wil Macron dat percentage terugbrengen tot 52 procent. Het is niet helemaal duidelijk hoe hij dat wil bewerkstelligen. Veel besparingen lijken volgens Macrons programma min of meer vanzelf te zullen gebeuren via automatisering en digitalisering. Daarnaast wil hij de komende jaren 120.000 ambtenaren doen afvloeien, besparen in de werkloosheidsuitkeringen en het budget in de gezondheidszorg niet verder laten oplopen. Tegelijk beloofde hij in zijn campagne een investeringsplan van 50 miljard euro, waarbij hij wil investeren in duurzame ontwikkeling, onderwijs, landbouwinnovatie en de modernisering van de publieke sector. Verder wil hij investeren in defensie, 10.000 extra agenten in dienst nemen, 15.000 nieuwe plaatsen in gevangenissen creëren en extra geld voorzien voor beroepsspecifieke opleidingen en werkverschaffingsprojecten, waarmee hij vooral lager opgeleiden aan een baan hoopt te helpen. Het lijkt onmogelijk om al die beloften met budgettaire orthodoxie te verzoenen.

Daarnaast zal Macron nog steeds het hoofd moeten bieden aan de wijdverbreide euroscepsis in zijn land. Want ondanks zijn pro-Europese bevlogenheid en zijn hartstochtelijke verdediging van vrijhandel is de liefde voor Europa bij veel Fransen ver te zoeken. Bij de laatste Eurobarometer gaf nog steeds 54 procent van de Fransen aan dat ze de Europese Unie niet vertrouwden. Daarmee scoort Frankrijk even hoog als het Verenigd Koninkrijk, dat de EU nota bene verlaat. Is Macron bereid om politiek krediet te verliezen en in te gaan tegen nationale kortetermijnbelangen? Het is voorlopig een open vraag.

Een open bar voor werkgevers

Bovendien kan Frankrijk enkel Europees meespelen als het in eigen huis orde op zaken stelt. Daarbij is de absolute prioriteit de werkgelegenheid. De Franse werkloosheidscijfers zitten al jaren boven de tien procent, en ondanks de dalende trend ligt Frankrijk nog steeds ver achter op andere West-Europese economieën als Duitsland (4,1%) en Nederland (6%). 23,6 procent van de Franse jongeren zit zonder werk, het hoogste cijfer in West-Europa. Om die werkloosheid aan te pakken, wil Macron Frankrijk bedrijfsvriendelijker maken. De Franse arbeidsmarkt doet qua rigiditeit niet onder voor de Eiffeltoren, en het is minstens even lang aanschuiven om binnen te raken. Macron wil in de eerste plaats de kloof tussen de vaste loondienst en het tijdelijke contract verkleinen. Werkers met een vast contract ontslaan is uitzonderlijk moeilijk, terwijl mensen met een tijdelijk contract juist geen enkele zekerheid hebben. Daardoor zwerven vooral jongeren vaak jarenlang van tijdelijk contract naar tijdelijk contract.

De nieuwe veiligheidswet opent de deur voor zware schendingen van de rechtsstaat

Zeker naar Franse normen wil de nieuwe president ver gaan, zo blijkt uit enkele conceptnota’s die begin juni uitlekten in het Franse dagblad Libération. Het zijn voorlopig slechts denksporen die afgetoetst zullen worden met de sociale partners, maar de voorstellen geven wel al duidelijk aan dat de nieuwe Franse regering een rechts economisch beleid wil voeren. Zo wil Macron het gemakkelijker maken om mensen te ontslaan. Eén voorstel zou bedrijven de mogelijkheid geven om verkoop- of productiecijfers vast te leggen. Als die niet gehaald worden, zouden werknemers automatisch ontslagen kunnen worden. Ook de wettelijke ontslagvergoeding zou afgevlakt worden. Macron wil de collectieve arbeidsovereenkomst naar Scandinavisch model zo veel mogelijk op bedrijfsniveau invoeren. Volgens enkele van de gelekte voorstellen zou de regering-Philippe ontslagvergoedingen, proefperiodes, opzegtermijnen en verlofregelingen niet langer op sectorniveau willen vastleggen. Ook contracten van bepaalde duur zouden voortaan helemaal op bedrijfsniveau onderhandeld worden. Enkel het vastleggen van het minimumloon en de sociale bijdragen zouden op sectorniveau blijven. ‘Een regelrechte open bar voor de werkgevers’, aldus het links georiënteerde Libération.

‘Eigenlijk is zijn economisch programma verre van origineel’, zegt politicoloog Laborderie. ‘Het bestaat voornamelijk uit plannen die al lang meegaan, maar die de vorige presidenten nooit hebben kunnen doordrukken. Macron heeft een gouden kans om beter te doen. Hij heeft zowel de wil als de meerderheid om zijn visie door te duwen. We zeggen weleens dat Frankrijk niet verandert door hervormingen maar door revoluties. Wel, hij kiest duidelijk voor de revolutie.’

Het valt af te wachten hoe stevig de reactie zal zijn. Hoewel de vakbonden in Frankrijk relatief zwak staan – in de privésector is nauwelijks 8 procent van de Fransen bij een bond aangesloten – ontbreekt het hen niet aan strijdlust. François Hollande trotseerde als president meerdere dagen van nationale staking voor een fractie van Macrons ambitieuze programma. De president wil daarbij snel schakelen: tegen het einde van de zomer moet de nieuwe arbeidswet in werking treden. Ook zijn plan om te besparen in de publieke sector – waar de vakbonden wel stevig vertegenwoordigd zijn – doet vermoeden dat Frankrijk een hete nazomer te wachten staat.

Ook hier liggen de kaarten voor Macron overigens niet onaardig: sinds vorig jaar is de christendemocratische Confédération Française des Travailleurs Chrétiens weer de grootste vakcentrale van het land. Die stelt zich doorgaans constructiever op dan de linkser georiënteerde Confédération Générale du Travail, die de klassenstrijd nog steeds niet beslecht acht en het patronaat nog graag te vuur en te zwaard bestrijdt. ‘De vakbonden vertegenwoordigen de bevolking amper, maar ze kunnen het Macron wel erg moeilijk maken’, zegt Flore Santisteban, onderzoekster aan de prestigieuze Sciences Po in Parijs. ‘De meest militante vakbonden zijn zeer conservatief en doorgaans zeer bereid om tegen gelijk welke hervorming op straat te komen. Vanaf september behoort een algemene staking zeker tot de mogelijkheden.’

Met Theresa May. Uitstekend Engels voor een Franse president.
Met Theresa May. Uitstekend Engels voor een Franse president.

Een permanente noodtoestand

Een aspect dat verrassend onderbelicht bleef tijdens de campagne, is het veiligheidsbeleid dat Macron voorstaat. Naast enkele grootschalige en uiterst bloederige aanslagen wordt Frankrijk voortdurend opgeschrikt door kleinschalige aanvallen en ternauwernood verijdelde aanslagen. Sinds 13 november 2015 is de noodtoestand van kracht, die de democratische vrijheden tijdelijk aan de kant schuift. Toch beloofde Macron kort na zijn verkiezing dat hij de noodtoestand zo snel mogelijk wou afschaffen. Alleen houdt de president er voor een liberaal een wat aparte interpretatie op na: hij wil de noodtoestand eigenlijk permanent maken.

Onder de noodtoestand wordt het gerecht in het veiligheidsbeleid tijdelijk aan de kant geschoven. Terwijl ordehandhavers in normale omstandigheden enkel kunnen ingrijpen na de expliciete toelating van de rechterlijke macht, ligt het initiatief in tijden van noodtoestand bij de prefect, de staatsambtenaar voor het ministerie van Binnenlandse Zaken die per departement de ordehandhaving coördineert. Onder de noodtoestand kan de prefect gelijk welke potentiële ordeverstoorder onder huisarrest plaatsen, waarbij de verdachte de stad niet mag verlaten en zich dagelijks op het dichtstbijzijnde commissariaat moet melden. Die tijdelijke maatregelen zouden nu permanent worden, zo blijkt uit een wetsvoorstel waarvan de inhoud twee weken geleden gepubliceerd werd in Le Monde. ‘Teneinde terreurdaden te vermijden’ kan het ministerie naar eigen goeddunken verdachten een enkelband bezorgen. Burgers onder huisarrest zouden ook verplicht kunnen worden om de inhoud van al hun ‘elektronische communicatie’ te delen.

De wet is wel nauwer gedefinieerd dan onder de noodtoestand. Kon de prefect onder de noodtoestand om het even welke potentiële schavuit beteugelen, dan zal hij dat nu alleen nog kunnen bij het vermoeden van terroristische motieven. Hoogst verontrustend, vindt Nicolas Krameyer, jurist bij Amnesty International in Frankrijk. ‘Zo’n vermoeden kan om het even wat zijn. Het volstaat dat een inlichtingendienst het verdacht vindt dat een moslim een iets langere baard heeft of hij komt in aanmerking voor huisarrest. Het is een extreme maatregel voor gedrag dat in de verste verte niet strafbaar is.’ De prefect zou onder de nieuwe wet ook veiligheidsperimeters mogen instellen rond plaatsen waar een mogelijke terreurdreiging geldt, geheel met identiteitscontroles en fouillering. Betogers die ‘de ordediensten belemmeren in het uitvoeren van hun taak’ riskeren zware straffen. ‘We zien nu al dat die maatregelen tot excessen leiden’, zegt Krameyer. ‘Er zijn gevallen bekend van betogers die hun bril of een verbanddoos moesten afgeven omdat die zogezegd als wapens zouden kunnen dienen. Als deze wet erdoor komt, wordt het recht om vreedzaam te betogen op een totaal disproportionele manier ingeperkt. De nieuwe veiligheidswet opent de deur voor zware schendingen van de rechtsstaat.’

De zaken gaan niet noodzakelijk goed wanneer de pers rechter wordt

Emmanuel Macron

Niet dat Krameyer Macron van autoritaire neigingen verdenkt. ‘Je hebt geen verborgen agenda nodig om de rechtsstaat aan te tasten’, waarschuwt hij. ‘Zodra de mogelijkheid er is, is het voor de veiligheidsdiensten gewoon te verleidelijk om ze te gebruiken. Hollande heeft de noodtoestand gebruikt om ecologisten te laten arresteren die tegen de klimaattop in Parijs wilden betogen. Tijdens de noodtoestand zijn meer dan 700 betogingen verboden zonder enige gegronde reden. Je mag er niet aan denken wat er gebeurt als Frankrijk ooit een president met autoritaire neigingen krijgt. Met deze wetgeving kan zo iemand de rechtsstaat bijna onmiddellijk afschaffen.’

Verstandshuwelijk

Hoever zal Macron zijn wil durven doordrijven? ‘Hij heeft alle kaarten in handen’, zegt Santisteban. ‘Hij heeft een veel stabielere en solidere meerderheid om te hervormen dan gelijk wie van zijn voorgangers. De voornaamste concurrent op links – de Parti Socialiste – is geïmplodeerd en de voornaamste concurrent op rechts – Les Républicains – heeft beloofd om Macrons programma te steunen. De ecologisten zijn ofwel naar En Marche getrokken, of hebben zich aangesloten bij de nieuwe beweging van Benoît Hamon.’ Santisteban ziet wel enige mogelijkheid tot oppositie in de senaat, die de door het parlement aangenomen wetten moet bekrachtigen, en waar de PS sterker staat. ‘Maar ook daar heeft links geen meerderheid en zal het dus moeilijk worden om weerwerk te bieden.’

Zijn parlementaire meerderheid is groot, maar ook onervaren. Die onervarenheid kan een stabiliserende factor blijken: de kans is groter dat die onervarenheid velen zal inspireren tot partijdiscipline. Tegelijk weet Macron zelf ongetwijfeld niet altijd welk vlees hij in de kuip heeft. Veel kandidaten hebben hun president hoogstens enkele keren ontmoet. Dat zal ongetwijfeld voor verrassingen zorgen. Het is ook afwachten of zijn eerder links georiënteerde partijgenoten hun teleurstelling zullen kunnen verbijten, als Macron voorrang zou geven aan zijn rechtse economisch beleid.

Het is ook maar de vraag of Macrons regering zelf stabiel zal blijken. In 1993 had de rechtse coalitie 472 zetels in handen, maar verzandde de coalitie in onderling gekibbel. De coalitie met de centristische Mouvement Démocrate van François Bayrou is vooral een verstandshuwelijk. Bayrou, die op woensdagochtend opstapte als minister van Justitie, lag al na enkele weken volop in de clinch met de rechtse premier Edouard Philippe. Bovendien wordt Bayrou ervan verdacht om partijmedewerkers met Europees geld betaald te hebben. Ook Richard Ferrand, een dichte vertrouweling die door Macron, nam eerder deze week al ontslag als minister voor de buitenlandse territoria. Officieel verlaat hij zijn ministerspost om de nieuwe parlementairen op te leiden, maar ongetwijfeld speelt vooral de vastgoedaffaire waarin hij verwikkeld is. In een tijd waarbij schone handen zelfs in de van affairisme doorspekte Franse politiek een issue zijn, kunnen dergelijke schandalen een regering destabiliseren.

Tot slot lijkt ook de relatie met de media een risicofactor te worden. Zo kreeg Macron kritiek toen het Elysée probeerde om bepaalde journalisten te weren bij een staatsbezoek aan Mali. Minister van Werk Muriel Pénicaud diende al klacht in wegens ‘diefstal en heling van documenten’, nadat Libération enkele voorstellen van de nieuwe Arbeidswet uitbracht. Ook François Bayrou diende klacht in tegen bepaalde journalisten wegens belaging. Als minister van Justitie nam hij zelfs hoogst persoonlijk contact op met een van de directeurs van Radio France, om zich te beklagen over de ‘heksenjacht’ die tegen hem gevoerd wordt. Macron heeft zijn regering voorlopig altijd in bescherming gehouden, en tikte de media daarbij op de vingers. ‘De zaken gaan niet noodzakelijk goed wanneer de pers rechter wordt,’ aldus de Franse president. Viel Macron in de campagne op door als een van de weinige kandidaten niet uit te halen naar de media, dan is zijn ploeg die goede gewoonte kennelijk snel vergeten.

Maar Macrons voornaamste missie wordt toch om het blazoen van het politieke bestel weer op te poetsen. Want ondanks zijn ruime overwinning en comfortabele parlementaire meerderheid begeestert Macron slechts een beperkte minderheid van de Fransen. Bij de presidentsverkiezingen kwam 25 procent van de kiezers niet opdagen, het laagste opkomstcijfer sinds 1969. Bij de tweede ronde van de parlementsverkiezingen stemde nauwelijks 42,6 procent van de kiesgerechtigden, het laagste opkomstcijfer sinds 1958. Naast een opstoot van welkome hoop en enthousiasme dreigen de hoge verwachtingen van Macrons presidentschap ook een kroniek van een aangekondigde teleurstelling te maken. Nooit was het nu-of-nooitgevoel groter, zowel in Frankrijk als in Europa. Als een messias met goede kaarten en zin voor revolutie de bakens niet kan verzetten, dreigen de Fransen op den duur zelf te geloven dat het niet meer goed komt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content