Annabell Van den Berghe

Egypte pakt dissidenten keihard aan

Annabell Van den Berghe Freelance journaliste gespecialiseerd in het Midden-Oosten en de Arabische wereld

Sinds de val van president Morsi worden in Egypte buitenlanders en al wie zich met buitenlanders inlaat, afgeschilderd als collaborateurs of spionnen van de Moslimbroederschap.

Sinds het afzetten van voormalig president Mohamed Morsi worden moslimbroeders in Egypte massaal achter tralies geplaatst. Ook journalisten worden bedreigd. Vorige maand werd een lijst vrijgegeven met namen van journalisten – onder wie de Nederlandse Rena Netjes- die beschuldigd worden van terrorisme, omdat ze banden hebben met de ‘Marriot Cel’ een zogenaamde terreurgroep die vanuit het Marriot hotel zou opereren.

Intussen startte de rechtszaak tegen hen. Netjes vluchtte net op tijd naar Nederland, maar ook voor Egyptenaren is het buitenland vaak de enige uitweg. Nader Attar, een 26 jarige Egyptenaar die zich jarenlang inzette voor vluchtelingen, kreeg afgelopen maand zelf het vluchtelingenstatuut.

Het is drie uur ’s nachts als Attar wordt gewekt door hevig gebonk aan de voordeur. Slaperig opent hij de deur tot op een kier. Zijn huisbaas staat aan de andere kant en duwt de deur bruusk open. Nader zou verwikkeld zijn in terroristische praktijken, zo werd de huisbaas verteld, en wordt op staande voet uit het huis gezet.

Als oprichter van de voornaamste vluchtelingenorganisatie in Egypte werd Attar maandenlang in de gaten gehouden. Sinds de val van Morsi worden buitenlanders -en al wie zich met buitenlanders inlaat- immers afgeschilderd als collaborateurs of spionnen van de Moslimbroederschap, de groep waartoe Morsi behoort. Omdat Attar zich inzet voor de vluchtelingen wordt hij gezien als gevaar voor de maatschappij.

In de Egyptische havenstad hebben duizenden Syriërs hun toevlucht gezocht. Een dagenlange tocht waarbij gezinnen illegaal over zee gesmokkeld worden, brengt hen hier. Onder Morsi’s bewind was het vluchtelingenbeleid tolerant, maar sinds zijn val werden vluchtelingen vaak slachtoffer van de staat. “Sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië meren vluchtelingen met vlootjes aan in Alexandrië”, vertelt Attar. “Meestal worden ze opgepakt en achter tralies geplaatst. Sommigen zitten maandenlang vast en worden uiteindelijk gedeporteerd. Terug naar Syrië. Waar de autoriteiten hen verwelkomen met de kogel.” De enkelingen die een huis konden huren of een winkeltje openen, zoals Mustafa Ali, worden weggejaagd. “Op een dag stond de politie bij me aan de deur. Ze sloegen mij en bedreigden mijn vrouw en kinderen”, getuigt de 40 jarige Syriër. “De winkel heb ik moeten sluiten en mijn huis moest ik verlaten. Ik slaap nu bij vrienden. Tot ze me weer vinden.”, aldus Ali.

Attar voelt hoe de vijandigheid tegenover Syriërs de laatste maanden toenam. “Ik richtte de beweging op om Syriërs te helpen en kon voor velen het verschil maken. Nu steekt de overheid stokken in de wielen.” Attar en verschillende collega’s werden opgepakt en urenlang ondervraagd. “Onze beweging wordt steeds groter, waardoor we de belangrijkste bron voor documentatie over schending van mensenrechten zijn aangaande de vluchtelingen.” vertelt Attar. “Nu de propagandamachine van de overheid op volle toeren draait, kunnen we geen kant meer uit. Op straat heerst totale paranoia. Iedereen die een afwijkende mening heeft, wordt door de veiligheidsdiensten gearresteerd of door burgers in elkaar geslagen.” aldus Attar.

Naast moslimbroeders, activisten en journalisten worden dus ook vluchtelingenwerkers geviseerd. “Het begon met telefoontjes van de geheime dienst. Ze maanden me aan om de vluchtelingenorganisatie stop te zetten. Omdat ik dat niet deed werden de bedreigingen snel serieuzer. Ik werd achtervolgd, familieleden werden erbij betrokken en op een bepaald moment stonden de veiligheidsdiensten in mijn appartement.” aldus Attar. “Ze schaduwen iedereen die met mij contact heeft en belemmeren me mijn werk te doen.” De angst bij de bevolking is groot. Ook Attars huisbaas wil niets met de zaak te maken hebben en besloot daarom Attars huurcontract stante pede te verbreken. “Ik kan het hem niet kwalijk nemen, hij is bang, net als iedereen.” Attar vraagt of hij die nacht nog kan blijven. “Morgenvroeg vertrek ik,” verzekert hij zijn huisbaas. Maar die is genadeloos. Terwijl Attar zijn spullen verzamelend kijkt hij van bij de deuropening toe. Even later trekt Attar de deur achter zich toe. In het midden van de nacht vertrekt hij, niet wetend waar naartoe.

Terwijl Attar bij vrienden onderduikt, blijft de vluchtelingenorganisatie draaien. Maar de bedreigingen houden niet op. Na maandenlang verzet, rest hem geen keuze. Attar vlucht naar het buitenland uit veiligheidsoverweging voor zichzelf en zijn omgeving. “Ik dacht dat ik de vluchtelingen begreep, maar eigenlijk weet ik nu pas hoe hartverscheurend het is om alles en iedereen achter te laten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content