In de Verenigde Staten zijn woensdag voor het eerst enkele personen officieel aangeklaagd in het kader van het waterschandaal in de Amerikaanse stad Flint. Het gaat om drie ambtenaren, zo meldt de procureur-generaal van Michigan.
Steven Busch en Michael Prysby, twee ambtenaren van het departement milieu, worden onder andere beschuldigd van professionele fouten, het knoeien met bewijsmateriaal en de schending van de staatswet op het drinkwater (Michigan Safe Drinking Water Act). Ze riskeren respectievelijk tot 13 en 17 jaar cel.
De twee zouden de resultaten van watertesten zodanig hebben aangepast dat het leek alsof het besmettingsniveau onder de norm lag en “brachten zo de gezondheid van de gezinnen en burgers van Flint in gevaar”, aldus procureur-generaal Bill Schuette. De derde persoon, Michael Glasgow, werkte in een laboratorium en moest toezien op de waterkwaliteit in Flint. Hij wordt beschuldigd van het vervalsen van bewijzen en van nalatigheid, maar het is niet duidelijk welke straf hij riskeert. Schuette zei er niet bij of de drie ambtenaren al zijn of nog zullen worden opgepakt.
Flint, in de deelstaat Michigan, kampt al bijna twee jaar met vuil en verontreinigd drinkwater nadat in 2014 werd besloten om het waternet van de stad uit besparingsoverwegingen op een lokale rivier aan te sluiten. Inwoners klaagden daarna onder andere over huiduitslag, misselijkheid en haaruitval. Nadat bij steeds meer kinderen verhoogde loodwaarden in het bloed werden aangetroffen, werd het probleem pas dit najaar door de autoriteiten erkend.
Inmiddels verloopt de watervoorziening opnieuw via Detroit, maar de waterleidingen zijn zodanig aangetast dat het water nog steeds veel lood bevat en het volgens experts enkel geschikt is om te wassen, en niet om te drinken. De toestand is zo dramatisch dat president Barack Obama in januari de noodtoestand uitriep in het gebied.
