Eérste hindernis vredesgesprekken Syrië: Wie mag mee aan tafel zitten?

Vernielde huizen in Jobar, buitenwijk van Damascus © Reuters

In de Zwitserse stad Genève start deze week het langverwachte vredesoverleg over de burgeroorlog in Syrië. Al zijn waarnemers sceptisch of er wel een oplossing uit de bus zal komen. Want eerst moet overeengekomen worden, wie mee mag onderhandelen en wie niet.

In de Zwitserse stad Genève start deze week het langverwachte vredesoverleg over de burgeroorlog in Syrië. Al zijn waarnemers sceptisch of er wel een oplossing uit de bus zal komen. Want eerst moet overeengekomen worden, wie mee mag onderhandelen en wie niet.

De gesprekken waren gepland om vandaag te starten, maar die deadline wordt niet gehaald. Een van de redenen is dat het niet duidelijk is wie mee mag onderhandelen. Dat de strijders van IS beschouwd kunnen worden als terroristen staat buiten kijf, maar wat met de strijders van het aan al-Qaeda gerelateerde al-Nusra of de gematigde rebellen? En welke rol krijgen de Koerden toebedeeld?

‘Sommige landen bemoeien zich te fel met de zaak. Iets wat het vredesproces bemoeilijkt’, stelde VN-bemiddelaar Staffan de Mistura in aanloop naar de gesprekken. Daarmee bedoelt hij enerzijds Saudi-Arabië, die de oppositie vertegenwoordigt, maar ook Rusland die de regering in Damascus steunt. Deze twee machtige landen staan lijnrecht tegenover elkaar. Voor Saudi-Arabië bestaat er geen twijfel ‘er kan pas gepraat worden als president Bashar al-Assad van het toneel verdwijnt.’ Terwijl Rusland er net alles aandoet om Assad in het zadel te houden. Rusland stelde daarom ook nog derde delegatie voor: opposanten die niet zo radicaal tegen het regime gekant zijn.

Mission impossible

Mistura, die volgens velen een mission impossible moet vervullen, zou toch een oplossing klaar hebben. Zo nodigde hij twee oppositiedelegaties uit naar Genève, moet Riyad zich erbij neerleggen dat zij niet de enige leverancier van oppositieleden zijn en mag Moskou zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van het vrije Syrische leger (de oppositie). Iets wat moeilijk ligt bij het regime (en Rusland), zij blijven hen bestempelen als ’terroristen’.

De Syrische president Bashar al-Assad.
De Syrische president Bashar al-Assad.© REUTERS

En hoewel de Koerdische strijders in het conflict tegen IS de meeste vooruitgang boeken, ziet niet iedereen hen als een betrouwbare partner. Niet alleen de Turken wantrouwen hen, afgelopen weekend noemde de Amerikaanse vicepresident Joe Biden het ‘een serieuze bedreiging.’ Biden noemde de PKK ‘een groep terroristen’. Een erg opmerkelijke uitspraak, aangezien de VS de Koerdische zaak steunt in Irak en in Syrië (maar blijkbaar enkel als buffer tegen IS).

Waar de meesten het wel over een eens zijn, is dat een vredesscenario een overgangsperiode inhoudt waarin een regering van nationale eenheid wordt gevormd. Rebellen zouden zo geïntegreerd worden in het leger dat de strijd tegen IS moet opvoeren. Voorts zou de overgangsregering verantwoordelijk zijn voor een herziening van de grondwet en de organisatie van verkiezingen. Welke rol de Assad hierin zou spelen, blijft de twistappel. (AVE)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content