Véronique Goossens

Een federale staat, op basis van etnische afkomst

Véronique Goossens Anker Kanaal Z

Twee weken reist Véronique Goossens door Ethiopië, een land dat heel wat weg heeft van België. Ze ziet een land in volle transitie, waar hoop en trots heersen. Dagelijks brengt ze verslag uit op Knack.be.

Ik ben vanochtend zeven jaar en acht maanden jonger opgestaan. In Ethiopië is het dankzij een andere tijdrekening 2006. Ik voel me nochtans niet zo. Het is kwart over vier in de ochtend. In de kamer naast me klinkt gestommel. Ook daar zijn de reizigers in het kielzog van de Belgische Noord-Zuid-organisatie ‘Ondernemers voor ondernemers’ zich aan het reppen om tijdig een binnenlandse vlucht naar Mekele te nemen. Dat is de hoofdstad van Tigray. Ethiopië is een federale staat, met 9 regio’s, op basis van etnische afkomst. De opstandige provincie Eritrea heeft zich in het jaar 1991 afgescheurd. Ik ken Vlamingen die daar van dromen.

De afscheuring was een serieuze streep door de rekening van de Ethiopiërs. Vroeger lag Ethiopië aan de Rode Zee, nu niet meer. Je kan je voorstellen wat het voor ons land zou betekenen om het plots zonder de haven van Antwerpen te moeten doen. Dat zou een economische catastrofe zijn. Maar Ethiopië likt zijn wonden. Zo heb ik vandaag gezien dat er zwaar wordt ingezet op hernieuwbare energie. We rijden door een landschap met 84 windmolens, net in gebruik genomen. De nationale vlaggen hangen nog steeds te wapperen na de festiviteiten met de eerste minister. Ik heb blitse wielrenners zien rijden op de hipste koersfietsen. In de kleur van de nationale vlag, groen-geel-rood, een combinatie die de rastafari van Jamaica gretig hebben gerecupereerd. (Later meer over Haile Selassie, de échte Ras Tafari)

Enkele uren voordien, als we de hoofdstad Addis Abeba uitrijden richting lokale luchthaven, lijkt het wel Kerstmis in de donkere straten. Om vijf uur in de ochtend zijn de nachtbars nog steeds geopend en aan volk hebben ze geen gebrek. Hier en daar tref je hoertjes aan. De jonge vrouwen bieden zich zonder schroom aan. Ze verdienen een centje bij om hun studies te betalen. Het verleent hen zelfs een zekere status, omdat ze zoveel lef hebben.

Ook aan de kerk is er een grote bedrijvigheid. Koptische Christenen vieren al de hele nacht de uittocht uit Egypte. Uren aan een stuk worden er ceremonies gehouden. Overigens staan vele Ethiopiërs op in het midden van de nacht. Voor één keer wil ik die traditie wel eens uitproberen.

In de namiddag bezoeken we met ‘Ondernemers voor ondernemers’ een project in een van de armste delen van het land. Water is hier een kwestie van leven of dood. In een goudgeel dorp treffen we het dorpshoofd aan met de Kalasjnikov losjes rond de schouders. Stoffige kindjes met lange, van aarde doordrongen kleren verdringen zich om op de foto te staan. Lachende boeren komen ons met kolen en ajuinen in de hand vertellen dat ze zo gelukkig zijn. Een kleine ondernemer, een imker, schept brokken verse honing op ons brood. We smullen alsof we uit de hoorn des overvloed eten. In de hoorn van Afrika nota bene.

Véronique Goossens

Partner Content