Malcolm X leeft

MALCOLM X De revolutionaire weg viel niet uit te sluiten. © Bob Parent/Hulton Archive/Getty Images

In de Brusselse KVS speelt dezer dagen Malcolm X, in een regie van Fikry El Azzouzi. De Amerikaanse burgerrechtenactivist is een grote inspiratie voor een activist uit eigen land: ‘Malcolm weigerde om racisme met racisme te bestrijden en haat met haat’, schrijft Dyab Abou Jahjah. ‘Maar hij werd daarom nog geen softie.’

De zin ‘By any means necessary’, ‘met alle noodzakelijke middelen’, is het eerste wat door mijn gedachten schiet als ik aan Malcolm X denk. Het is de slagzin die hij in 1964 bij de oprichting van de Organization of Afro-American Unity (OAAU) aan het Amerikaanse establishment richtte: de zwarte bevolking was vastberaden om haar mensenrechten en gelijkheid af te dwingen, en de revolutionaire weg viel niet uit te sluiten.

Een extreme stelling voor velen, omdat ze de dreiging in zich draagt om geweld te gebruiken bij de strijd. Alleen werd ze geponeerd in een land dat werd gebouwd op een revolutie. In een land waar het recht op revolutie tegen een onrechtvaardige regering letterlijk in de grondwet van 35 staten en de onafhankelijkheidsverklaring staat. In een land waar het second amendement het volk de garantie geeft dat het wapens mag bezitten en dragen, vooral om waakzaam te zijn tegen de mogelijke tirannie van zijn regering. Als je dat bekijkt, was Malcolm X met zijn ‘By any means necessary’ nogal terughoudend.

Twee jaar eerder had John F. Kennedy hetzelfde idee duidelijker geformuleerd: ‘Zij die in arme landen rijkdom en macht bezitten, moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Zij moeten voorop gaan in het gevecht voor basishervormingen die noodzakelijk zijn om het sociale weefsel te beschermen. Zij die een vreedzame revolutie onmogelijk maken, maken een gewelddadige revolutie onvermijdelijk.’ Met die woorden richtte Kennedy zich tot leiders van Latijns-Amerikaanse landen, maar Malcolm X vond dat ze ook voor de VS golden. Een heel gevaarlijk idee voor de heersende orde in die tijd, en misschien nog steeds.

Met de paplepel

X werd op 19 mei 1925 geboren als Malcolm Little in het stadje Omaha in de staat Nebraska. Hij was de vierde van zeven kinderen van Louise Helen Norton en Earl Little. Zijn ouders waren adepten van Jamaicaanse activist en schrijver Marcus Garvey. Die predikte panafrikanisme, en de terugkeer van alle nakomelingen van zwarte slaven naar Afrika. De vader van kleine Malcolm was een predikant bij de Universal Negro Improvement Association and African Communities League (UNIA-ACL), die Garvey had opgericht. In dat gezin leerde Malcolm de beginselen van het zwarte activisme als een bevrijdingsideologie, en als een instrument om de trots van de zwarte mens na eeuwenlange slavernij en onderdrukking te herstellen. Daar kreeg hij ook met de paplepel het idee binnen dat samenleven met blanke racisten onmogelijk is.

Toen hij zes was, stierf zijn vader bij een auto-ongeval. Malcolm en zijn familie hebben er altijd aan getwijfeld of het ongeluk geen moord was. Velen vermoeden dat Earl Little gedood werd door een groep blanke extremisten die hem meerdere malen hadden bedreigd vanwege zijn activisme. Na de dood van de vader viel de familie uit elkaar. Echtgenote Louise kreeg een zenuwinzinking en werd geïnterneerd. De kinderen werden van elkaar gescheiden en bij verschillende pleeggezinnen geplaatst.

Ondanks alles deed de jonge Malcolm het goed op school. In zijn autobiografie uit 1965 beschrijft hij hoe hij ervan droomde advocaat te worden. Toen hij dat aan zijn blanke leraar vertelde, kreeg hij te horen: ‘Dat is geen realistisch doel voor een nigger.’ Een handige jongen als hij kon maar beter iets met zijn handen doen. Zijn motivatie kreeg een knauw, en uiteindelijk werd hij het zoveelste drop-outverhaal in de zwarte gemeenschap. Net zoals de meeste mensen van zijn gemeenschap raakte hij nooit aan een stabiele job. Hij had een paar tijdelijke baantjes, en verzeilde in de criminaliteit.

Weg met de slavennaam

Met de bijnaam Detroit Red kreeg Malcolm in Harlem een reputatie als hustler, een ritselaar. Hij werd opgepakt en belandde in de cel wegens diefstal en inbraak. Tijdens zijn tijd in de gevangenis, en onder invloed van een briefwisseling met zijn broers, raakte hij geïnteresseerd in de leer van Elijah Muhammad, de leider van een beweging die zich de Nation of Islam noemde. De organisatie was opgericht in Detroit door Wallace Fard Muhammad, een man die claimde dat hij de Mahdi is, een soort islamitische messias. De leer van de Nation of Islam, en vooral zoals hij werd uitgedragen door Elijah Muhammad, focuste op de emancipatie van zwarten: door hun cultuur en hun manier van leven spiritueel te zuiveren, en door zich af te scheiden van ‘de blanke man’ konden ze hun waarde en hun identiteit terugwinnen. In de praktijk predikte de Nation of Islam zwart separatisme en zwarte suprematie tegenover wat Elijah Muhammad white, blue-eyed devils noemde, blanke duivels met blauwe ogen.

In die zin is de Nation of Islam een reactie op de toen populaire blanke suprematistische en segregationistische bewegingen, met de Ku Klux Klan voorop. Met zijn brandende kruisen en christelijke rituelen gebruikte de KKK een soort pseudochristendom om de suprematie van het blanke ras te verdedigen. De Nation of Islam deed hetzelfde door middel van een pseudo-islam om de suprematie van de zwarten te poneren. Daardoor is de beweging een product van het blanke racisme: het werd er het spiegelbeeld van.

Malcolm herkende zijn eigen ervaringen in de visie van de Nation of Islam, ze strookte met zijn trotse en rebelse karakter. Deze mensen zaten niet te vragen om opgevist te worden, ze gingen in de tegenaanval. Hun leer smeekte niet om erkenning, ze riep niet: ‘Wij zijn ook mensen.’ Nee, ze vond dat een evidentie en ging verder. Ze zei: ‘Wij zijn beter dan jullie. Wij willen ons van jullie afscheiden.’ De ideologie van de Nation of Islam was een fuck you tegen het blanke racisme.

De leer gaf Malcolm niet alleen zijn zelfrespect terug, ze had ook een moreel zuiverend effect op hem. Detroit Red kwam in 1952 als een ander mens uit de gevangenis. Weg was de oplichter. Hij rookte niet meer, dronk geen alcohol en ging nooit de deur uit zonder maatpak en das. Detroit Red werd Malcolm X. Die X als naam was gebruikelijk bij de Nation of Islam: daarmee braken de leden met hun verleden. Niet alleen om hun bekering te symboliseren, maar ook om afstand te nemen van hun Engelse slavennaam. De X was een overgang naar een echte naam, die je later van Elijah Muhammad zou krijgen. Net zoals bokser Cassius Clay. Eerst werd hij Cassius X, later kreeg hij van Elijah Muhammad de naam Muhammad Ali.

De exit

Malcolm leerde bij de Nation of Islam eloquent spreken. Dat trok al snel de aandacht van de leiding, die van hem de belangrijkste predikant, of minister, van de beweging maakte. Op een manier werd hij dan toch een advocaat, maar dan één die zijn gemeenschap verdedigde.

Hij had alvast de allure van een groot leider. Hij was sportief gebouwd, en met zijn 1,90 meter zag hij er imposant uit. Voortaan liet hij zich omringen door struise zwarte mannen in pakken, die door de Nation of Islam ‘The Fruit of Islam’ werden genoemd – vaak criminelen en zware jongens die zich bevrijd hadden van hun zonden en als respectabele mensen hun eigen volk beschermden.

Dankzij Malcolm X groeide de Nation of Islam uit van een schimmige sekte tot een beweging met nationale bekendheid. Door de toestroom van leden werden nieuwe afdelingen opgericht, die zich rond ’tempels’ organiseerden. En zoals dat gaat: het succes van Malcolm leidde tot afgunst binnen de Nation of Islam, niet het minst bij Elijah Muhammad, die zich door hem overschaduwd voelde. Het kwam tot een botsing tussen de twee: gedeeltelijk door toedoen van FBI-infiltranten, maar ook doordat Malcolm Muhammad had betrapt op seksuele relaties met verscheidene secretaresses, wat niet kon volgens de huisleer.

Een breuk bleef niet uit. Het is niet helemaal duidelijk of Malcolm uit de Nation of Islam wilde stappen, alles wijst erop dat hij werd buitengezet. Malcolms uitspraken waren de Nation te radicaal. Ze was uitgegroeid tot een rijke organisatie met veel belangen en investeringen, en een radicale leider die uit was op een confrontatie met het establishment was niet meteen bevorderend voor de zaken. Bovendien predikte de Nation segregatie als oplossing, en dus hoefde die confronterende stijl helemaal niet. Het racistische establishment, en bijgevolg de FBI van J. Edgar Hoover, had weinig bezwaar tegen de racistische en separatistische lijn van de Nation of Islam, integendeel. Maar er was wel een probleem: die Malcolm X probeerde zwarte mensen bewust te maken van hun onderdrukking, om ze te mobiliseren voor een grote vrijheidsstrijd.

Na de breuk met de Nation of Islam begon Malcolm aan een lange reis om alles te verwerken. Tijdens die trip ontmoette hij de Egyptische president Gamal Abdel Nasser, de Algerijnse president Ahmed Ben Bella, de Ghanese president Gwana Nkurmah en andere vrijheidsstrijders in Afrika en de Arabische wereld. Zijn reis leidde hem naar Mekka, waar hij de hadj, de islamitische bedevaart, deed. Hij beschreef hoe hij daar verrast was om te zien hoe blanken met blauwe ogen naast zwarten en Aziaten en Arabieren voor eenzelfde god baden. Hij zei ook dat die blanke moslims hem als een broeder behandelden, en dat hij voor het eerst in zijn leven geen racisme voelde wanneer hij met een blanke sprak. Die ervaring veranderde zijn kijk op ras en kleur. Malcolm X bekeerde zich tot de mainstreamislam, en zwoer de raciale leer van de Nation of Islam voor altijd af.

Hij keerde terug naar de VS en richtte in 1964 de Organization of Afro-American Unity (OAAU) op, een zwart-nationalistische, antikoloniale, antiracistische beweging. Hij beschouwde de blanken niet langer als een probleem, wel het feit dat het racisme dominant was in de maatschappij. Hij analyseerde haarfijn hoe mainstream het racisme in Amerika was, hoezeer het leefde onder blanken, en kwam tot de conclusie dat de situatie alleen kon veranderen door een onophoudelijke strijd voor mensenrechten. Want vanuit die benadering werd de zaak van de zwarte Amerikanen een internationaal thema, en werd hun strijd dezelfde als die van andere volkeren in de wereld die werden onderdrukt.

Die redenering maakte Malcolm X pas echt gevaarlijk. Gevaarlijk voor de Nation of Islam, omdat hij haar leer ontmaskerde als racistisch en contraproductief. Maar ook en vooral gevaarlijk voor het establishment, omdat X nu het potentieel had om mensen te verbinden in de strijd tegen het systeem. In een memo noemde J. Edgar Hoover de OAAU ‘een bedreiging voor de veiligheid van de Verenigde Staten’.

De anti-MLK

Veel mensen in België associëren Malcolm X met extremisme, en zien in hem de tegenpool van Martin Luther King. Je hebt de goede en de slechte zwarte activist. De gematigde King en de extremist X. De zachte heelmeester en de oproerkraaier. De man van ‘I have a dream’ en de man van ‘by any means necessary’.

Los van het feit dat de blanke geest vanuit zijn inherente superioriteitsgevoel geen enkele morele grond heeft om te beslissen wie meer bevorderend is voor de bevrijding van onderdrukte gekleurde minderheden, is de kloof tussen Malcolm X en Martin Luther King wel relevant. Dat wisten die twee óók, ze waren bijzonder kritisch voor elkaar. De ironie wil dat hun lot hetzelfde zou zijn. Malcolm X werd op 21 februari 1965 tijdens een toespraak in New York vermoord door zwarte extremisten van de Nation of Islam, heel waarschijnlijk met de zegen en de hulp van de FBI. Een paar maanden daarvoor had hij nog zijn ‘by any means necessary’-speech gehouden en had hij openlijk geflirt met het socialisme en met dekolonisatiebewegingen in de Derde Wereld.

Martin Luther King werd op 4 april 1968 in een motel in Memphis vermoord door een blanke extremist, heel waarschijnlijk met de zegen van de FBI. Minder dan een jaar eerder had hij duidelijk positie ingenomen tegen de oorlog in Vietnam, had hij zijn sympathie voor socialistische ideeën laten blijken, en had hij de VS ‘de grootste verspreider van geweld in de wereld’ genoemd.

In zijn boek Martin Luther King, Jr., Malcolm X, and the Civil Rights Struggle of the 1950s and 1960s: A Brief History with Documents stelt David Howard-Pitney, een journalist die beide mannen goed kende, dat ze op het einde van hun leven sterk op elkaar leken. Malcolm X distantieerde zich van het segregationisme dat hij lang had gepredikt, en werd meer een militant voor burger- en mensenrechten. King nam dan weer afstand van de emotionele predikantenstijl, en werd meer militant en maatschappijkritisch.

Malcolm in Vlaanderen

Is Malcolm X vandaag relevant? Waarom blijft de man na al die jaren zo veel mensen beroeren? Waarom vinden jonge theatermakers zoals Fikry El Azzouzi het belangrijk om een stuk over hem te maken?

Zijn relevantie voor onze tijd en voor onze geglobaliseerde grote steden begint met zijn levenservaringen als individu. Malcolm is de getalenteerde jongeman die van zijn leraar te horen krijgt dat hij het best iets studeert wat bij een kleurling past. Dat klinkt bekend voor tienduizenden jongeren met een migratieachtergrond in onze steden. Hij maakte zijn school niet af en vond geen behoorlijke job: ook dat is een parallel met het leven van die jongeren, en zelfs van volwassenen van de tweede generatie die intussen ver in de dertig zijn. Hij kwam in de kleine criminaliteit terecht: een foute keuze die hij deelt met veel jongeren die denken dat het beste antwoord op een systeem dat hen marginaliseert, uitsluit en kleineert is de wet te negeren en ‘hun ding te doen’. Malcolm X is ook de bekeerling, de jongeman die rebelleert tegen het morele verval van zijn bestaan en die waardigheid, een houvast en nieuwe hoop zoekt en vindt in de religie. Dat is een belangrijke parallel met tienduizenden jongeren vandaag. Maar hij is ook de geradicaliseerde jongeman, die uit de gevangenis komt en zich bij een radicale groep voegt. Een groep die zijn zelfbeeld als trotse man herstelt, die zijn mannelijkheid herwaardeert tegenover de heersende orde die hem kleineert, discrimineert en als een vierderangsmens behandelt.

Maar het verhaal van Malcolm eindigt niet daar. Hij is ook de man die afstand neemt van haat en van segregationisme, en die weigert om racisme met racisme te bestrijden en haat met haat. Maar hij wordt daarom nog geen softie, hij verzeilt niet in een discours van zelfhaat en victim blaming. Hij wordt geen house negro die flirt met de machthebbers en kapt op de zwakkeren, in de hoop wat kruimels te mogen proeven en ooit met de meesters aan tafel te mogen zitten, als een poedel op hun schoot. Nee, Malcolm blijft een field negro, die achter de zwakkeren staat en die zijn pijlen op de machthebbers richt.

Ook vandaag, in onze samenleving, herkennen jongeren de dynamieken van house negro en field negro. Ze zijn op zoek naar eigenwaarde en houvast, naar antwoorden op racisme en marginalisering. Ze zijn vatbaar voor radicalisering, omdat ze weten dat de zaken anders moeten. En bij gebrek aan een OAAU kunnen ze verleid worden door een gevaarlijker versie van de Nation of Islam. Daarom is Malcolm X – zijn volledige verhaal, zijn traject en zijn voorbeeld – dezer dagen zo waardevol.

Malcolm X in een regie van Fikry El Azzouzi, van 14/10 t.e.m. 22/10 in KVS, Brussel.

Een getalenteerde jongeman die van zijn leraar te horen krijgt dat hij het best iets studeert wat bij een kleurling past? Klinkt bekend.

Een jongen die zijn school niet afmaakt en nooit een behoorlijke job vindt? Klinkt bekend.

Een bekeerling die zich verzet tegen moreel verval en houvast zoekt in religie? Klinkt bekend.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content