Drieëndertig dagen paus en op weg naar zaligverklaring, maak kennis met Johannes Paulus I

Johannes Paulus I © IMAGEGLOBE
Walter Pauli

Johannes Paulus I, die in 1978 slechts drieëndertig dagen lang paus was, is volgens huidig paus Franciscus op weg naar een zaligverklaring, een stap die voorafgaat aan een eventuele heiligverklaring. Een portret.

Eigenlijk had kardinaal Albino Luciani geen paus moeten zijn. Tal van kardinalen van zijn tijd waren slimmer, welbespraakter, vromer, machtiger, knapper of rechtgeloviger dan hem. En toch kozen de verzamelde kardinalen de relatief onbekende patriarch van Venetië al op de eerste dag van het conclaaf van 1978 tot paus van de katholieke kerk. Tot verwondering van de wereld en verbazing van de uitverkorene.

Die keuze was niet alleen geïnspireerd door de Heilige Geest, maar vooral het gevolg van een goed voorbereid ‘politiek’ compromis.

Luciani was geen kandidaat en hij was al gekozen.

In de jaren zeventig zat de katholieke kerk in een onverwacht diepe crisis. Er waren massale uittredingen van priesters. De laatste pauselijke encycliek (‘Humanae Vitae’, over seksuele moraal) werd niet alleen bekritiseerd maar ook beschimpt en op de koop toe niet nageleefd. Overal in de derde wereld traden priesters toe tot de linkse guerrilla, en waren er andere priesters die de rechtse doodseskaders zegenden waartegen zij vochten.

Ook het college van kardinalen was getekend door die verdeling tussen ‘vernieuwers’ en ‘behoudsgezinden’, in alle mogelijke schakeringen. Een aantal kingmakers onder de kardinalen, zoals de Italiaan Giovanni Benelli, de Fransman Jean-Marie Villot en de Belg Leo Suenens, zocht en vond een ideale compromiskandidaat. Een Italiaan, voldoende conservatief en toch sociaal, een vriendelijke, minzame en vooral totaal ongevaarlijke man. Een kerel van 66 jaar: de ideale leeftijd om een aantal jaren te functioneren. Luciani was geen kandidaat en hij was al gekozen. Hij werd dus ook verkozen.

Toch duurde het na de pauskeuze even voor Luciani het traditionele (maar vereiste) accepto – ‘ik aanvaard’ – uitsprak. Nog nooit was een arme arbeiderszoon gekozen tot opvolger van Christus op aarde, zeker geen kind van een man die in het buitenland werkte en zich socialist noemde.

Toen de kardinalen samenkwamen om de opvolger te kiezen van wijlen Paulus VI, gaf Luciani zichzelf geen kans. Hij was diplomaat, politicus noch intellectueel. Hij had wel een boek geschreven met imaginaire brieven aan beroemde mannen uit de geschiedenis, maar dat was spielerei. Sommige Vaticaanse bureaucraten zeiden bijna hetzelfde: een kinderachtig boek. En ineens kozen de kardinalen hem als plaatsvervanger van Christus op aarde. Vandaar die merkwaardige zin die Luciani nog voor het accepto uitsprak: ‘Moge God u vergiffenis schenken om wat u om mijnentwille gedaan hebt.’ Nu gebeurt het wel meer dat kandidaat-pausen een hoogdravende formule prevelen die de nederigheid van de arme zondaar beklemtoont. Ditmaal zou die zin in latere reconstructies als ‘bewijs’ gelden dat Luciani weet had van vreselijke intriges.

Zijn pontificaat is van meet af aan merkwaardig. Hij koos als motto ‘Humilitas’ (nederigheid), maar verraste met een hoogst politieke naam: Johannes Paulus I. Nog nooit had een paus een dubbele naam gekozen. Zo maakte de slimme Luciani tegelijk een ‘progressief’ (Johannes, naar de paus van het Tweede Vaticaans Concilie) en een ‘conservatief’ (Paulus, naar de paus van het verbod op anticonceptiva) gebaar. Dat was ongezien.

Even ongehoord was zijn taalgebruik: eenvoudig en voor iedereen verstaanbaar. Het publiek vond dat uitstekend – Luciani stond binnen de week bekend als de (glim)lachende paus – de ambtenaren van de Curie gruwden ervan, en vonden dat de kardinalen ‘Peter Sellers tot paus hadden gekozen’.

Er raakte ook bekend dat paus Johannes Paulus I toen hij nog gewoon kardinaal Luciani was, een merkwaardig interview had gegeven. Daarin had hij de ouders van Louise Brown, de eerste proefbuisbaby, niet willen veroordelen, ook al verbood het Vaticaan toen al in-vitrofertilisatie. Maar Luciani had de Browns en hun baby alle geluk gewenst. In het Vaticaan waren er die de adem inhielden.

In de vroege ochtend van 29 september 1978 vond de non die hem zijn ontbijt bracht de paus dood in bed.

Luciani ook, en voorgoed. In de vroege ochtend van 29 september 1978 vond de non die hem zijn ontbijt bracht de paus dood in bed. De wereld was in schok, het Vaticaan in paniek. Dat uitte zich in foute crisiscommunicatie vol leugens, zogezegd om bestwil. Niet een non maar zijn secretaris vond hem, enzovoort. Dat bedrog kwam uit, speculatie volgde.

De bom barstte toen David Yallop in 1984 In God’s Name schreef, in het Nederlands suggestief en krom vertaald als Gods wil of mafia?

Het boek werd wereldberoemd maar was in wezen slechte, zelfs perverse journalistiek. De auteur gaat ervan uit dat Johannes Paulus I vermoord is, suggereert als bewijs een aantal pistes, en voegt die ten slotte samen tot een monstrueus complot van de maffia, Opus Dei, de loge P2, de Vaticaanse bank en nog wat kardinalen en aartsbisschoppen zoals Paul Marcinkus. Ineens ‘weet’ de hele wereld dat de paus was vermoord.

Een paar jaar later zet een andere onderzoeksjournalist orde op zaken. In A Thief in the Night legt John Cornwell uit dat a) Albino Luciani eigenlijk een hartpatiënt was die b) door het Vaticaanse protocol opgejaagd werd en c) gebukt ging onder de stress van de functie. In zekere zin, zei Cornwell, was Johannes Paulus I inderdaad vermoord. Niet door een gif of een kardinaal, maar door het onbarmhartige, soms onmenselijke Vaticaanse systeem. De kerk had haar eigen paus de dood ingejaagd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content