‘Donald Trump is het hoogtepunt van vijftig jaar bewuste raciale manipulatie’

'Een heleboel mensen, een meerderheid van de Trump-supporters, zijn in principe tegen racisme.' © Dino
Eva Schram
Eva Schram Correspondent voor Knack.be in Noord-Amerika.

Politici gebruiken codetaal om hun achterban te mobiliseren en Donald Trump is er heer en meester in, aldus professor Ian Haney Lopez.

Wie een Amerikaanse politicus hoort spreken over ‘states rights’, denkt misschien dat hij het heeft over de soevereiniteit van staten tegenover de federale overheid. Maar voor een groeiende groep Amerikanen betekent die term wat anders. Wie praat over rechten van de staat, praat over de superioriteit van witte Amerikanen. Althans, dat zegt rechtenprofessor Ian Haney Lopez van de Californische universiteit Berkeley.

De term ‘states rights’ is een zogenaamd hondenfluitje voor racisme. ‘Zoals een hondenfluitje een hoge toon geeft die alleen honden kunnen horen, zo is een politiek hondenfluitje een boodschap met twee niveaus: op het eerste niveau lijkt het alsof het helemaal niet over ras gaat, maar voor een select publiek lokt het een scherpe, raciale reactie op’, zegt hij.

Vier jaar geleden verscheen het boek ‘Dog Whistle Politics’ van Haney Lopez. Sinds de recente gebeurtenissen in Charlottesville is er opnieuw aandacht voor zijn theorie over de manier waarop politici – vandaag de president – in code zouden praten om zo raciale spanningen te versterken.

Ian Haney Lopez: 'Het probleem ontstaat wanneer er in code gepraat wordt om sociaal destructieve ideeen te stimuleren.'
Ian Haney Lopez: ‘Het probleem ontstaat wanneer er in code gepraat wordt om sociaal destructieve ideeen te stimuleren.’© BerkeleyLaw

Wat zijn specifieke hondenfluitjes die u de laatste weken heeft gehoord?

IAN HANEY LOPEZ: Het is belangrijk te beseffen dat alles kan ingezet worden als hondenfluitje. Over het algemeen zijn de hondenfluitjes heel onschuldig en worden ze alleen gebruikt om een specifieke doelgroep aan te spreken.

Het probleem ontstaat wanneer er in code gepraat wordt om sociaal destructieve ideeën te stimuleren. Die ideeën zijn het probleem, niet het gebruik van hondenfluitjes. En we hebben in dit land een lange geschiedenis met het gebruik van hondenfluitjes om witte, raciale wrok los te maken en te mobiliseren.

Er zijn twee manieren waarop politici hondenfluitjes gebruiken. De eerste is iets wat ik de ‘secret handshake’ noem. Als Donald Trump het heeft over ‘de geschiedenis koesteren’, dan gebruikt hij codetaal gericht op witte nationalisten, mensen die de uitkomst van de Burgeroorlog betreuren, die het als een tragisch voorval zien.

Voor wie was de hereniging van het land en de afschaffing van slavernij tragisch? Voor de witte slavenhouders. Dus Trump spreekt hen rechtstreeks aan wanneer hij stilstaat bij de Burgeroorlog. De witte nationalisten, waaronder David Duke (voormalig voorman van de Ku Klux Klan, een verzameling geheime organisaties bekend om hun racistisch geweld, nvdr.), denken vervolgens dat de president hen begrijpt en volgt.

Denkt u dat hij die codetaal bewust gebruikt?

HANEY LOPEZ: Ja, dat denk ik wel. Al was het alleen maar omdat hij zich laat voorlichten door mensen als Stephen Miller en (tot voor kort, nvdr.) Steve Bannon. Zij hebben het witte nationalisme nauwkeurig bestudeerd. Niet het uitzinnige, Klan-achtige witte nationalisme, maar de nieuwe vorm, gedragen door mensen in nette overhemden.

Maar deze vorm van hondenfluitjes inzetten voor politiek gewin is niet de belangrijkste en we moeten ons er niet uitsluitend op richten. Een andere vorm is wat ik de ‘zelfbeschermende leugen’ noem.

Een heleboel mensen, een meerderheid van de Trump-supporters, zijn in principe tegen racisme. Die mensen hebben problemen met witte nationalisten als David Duke en Steve Bannon.

Maar zij zijn wel bang voor rassenverschillen. Ze voelen wrok jegens zwarte Amerikanen, vertrouwen latino’s niet en zijn doodsbenauwd voor moslims. Ze zijn bezorgd over mensen van een ander ras, maar ze vinden zichzelf niet racistisch.

Politici spreken hen aan in een codetaal die duidelijk moet maken dat ze die angsten mogen hebben zonder racistisch te zijn. Vervolgens wordt die taal gebruikt om hen te manipuleren.

Voorbeelden zijn zinnen als ‘er zijn goede mensen aan beide kanten’, ‘we moeten opletten voor politieke correctheid’. Het hele dogma dat de vrijheid van meningsuiting beschermd moet worden van politieke correctheid valt binnen deze categorie. Deze strategie staat witte mensen toe te zeggen dat ze tegen wit nationalisme zijn, maar hun recht om te demonstreren wel steunen. Zo kleed je racistische angst aan met principiële excuses, zo mobiliseer je haat.

Een ander voorbeeld is de slogan ‘Make America Great Again’. Dat is een zelfbeschermende leugen. Op het oppervlak gaat die namelijk niet om racisme, om misogynie of homofobie, maar om patriottisme. Maar in werkelijkheid worden vooroordelen ermee opgestookt.

Volgens mij zie je hetzelfde in Europa. Je vindt er een diep geïnternaliseerd gevoel van witte superioriteit terug bij goede, nette mensen die zichzelf niet als rascistisch zien.

Ook in Europa vind je een diep geïnternaliseerd gevoel van witte superioriteit terug bij goede, nette mensen die zichzelf niet als rascistisch zien.

Toch vindt u dit een vorm van racisme, hoe moet die bestreden worden?

HANEY LOPEZ: In de huidige politieke context moet je keer op keer opstaan en duidelijk maken wanneer iets racistisch is. Je moet van je laten horen en mensen duidelijk maken dat er op onze ergste instincten wordt ingespeeld. Actiegroepen als ‘Love trumps hate’ passen deze strategie toe.

Daarnaast moet het besef neerdalen dat dit soort taal niet alleen een moreel doel dient. Zoals met alles geldt: follow the money.Politici leggen verantwoording af aan grote bedrijven en multinationals die hen veel kapitaal geven. En daarom zeggen ze dat je je zorgen moet maken om je eigen arme buurman en een kabinet van miljardairs moet vertrouwen.

Tenslotte moeten we in Amerika en West-Europa af van het idee dat het liberale gedachtegoed vanzelf zal zegevieren. Menselijke waarden moeten met opzet nagejaagd worden door sociale instituties. In Europa is dat bijvoorbeeld redelijk goed gelukt wat betreft seksegelijkheid, maar het continent hinkt achterop wat betreft raciale gelijkheid.

Hoe kunnen individuen daarbij helpen?

HANEY LOPEZ: Mensen moeten beseffen dat er een klasseoorlog gaande is en dat de rijke klasse is aan de winnende hand. Ze hebben ons overtuigd dat onze arme buurman de vijand is. De sociale opwaartse mobiliteit in Amerika is vandaag een stuk beperkter dan in veel ontwikkelingslanden. Die realiteit moet je benoemen. We moeten zorgen dat het kapitalisme werkt voor mensen, niet alleen voor bedrijven.

En tenslotte moet je als individu je sociale solidariteit oefenen en onderhouden. Het is aan ons allemaal om ervoor te zorgen dat je als individu relaties hebt met mensen in alle soorten en maten.

Als je alleen maar in je eigen veilige omgeving blijft, ben je vatbaarder voor het idee dat de ander een bedreiging voor jou is. Die sociale solidariteit moet een kernaanpak van ieder individu zijn. Werk met ‘de andere’, eet met hem, deel sociale ruimtes met hem. Als we onze eigen wereld verbreden, maken we de hele wereld stabieler en veiliger.

Ik denk niet dat het toeval is dat raciale demagogie vaak leidt tot totalitarisme. Mensen zijn geneigd democratische principes op te offeren voor een vals gevoel van veiligheid. Gelukkig lijken steeds meer mensen te beseffen dat we de maatschappij hebben laten kapen door bedrijven en politici.

Mensen zijn geneigd democratische principes op te offeren voor een vals gevoel van veiligheid.

Denkt u dat wit nationalisme en racisme aan een nieuwe opmars bezig zijn?

HANEY LOPEZ: Jazeker; in aantal, zichtbaarheid en ongeremdheid. Nazi’s die met aanvalswapens door een grote stad lopen en een president die dat niet meteen en onbetwist afwijst? Dat was voorheen ondenkbaar.

Is de president een gevolg van dit racisme, of een aanjager ervan?

HANEY LOPEZ: Eerder een aanjager. Hij kapitaliseert op een project waar de politieke rechterzijde al vijftig jaar mee bezig is.

Het gaat terug tot Richard Nixon, toen begon de Republikeinse Partij in te spelen op angsten omtrent ras. Het leidde tot een partij wiens aanhang vandaag voor 90 procent uit witte mensen bestaat. 99 procent van de leden is zelfs wit, in een land waar slechts 62 procent van de bevolking dat is.

Trump is geen product van racisme en hij is ook niet de enige aanjager ervan. Hij is het hoogtepunt van vijftig jaar bewuste manipulatie van de midden- en lagere klassen.

En in dit opzicht zijn Amerika en Europa niet hetzelfde. Ik denk dat Europa zo’n vijftien jaar erop heeft zitten in dit proces dat in de Verenigde Staten al vijftig jaar gaande is. Progressief Europa heeft nu de kans te kijken hoe het Trump-tijdperk verloopt en kan iets doen aan de eigen situatie.

Europa kan de brexit en Marine le Pen en al die taferelen zien als eenwake up call. De grootste uitdaging daarbij is het hebben van een eerlijke conversatie over hoe ras en racisme Europa beinvloedt. Maar de koers lijkt vandaag simpelweg te zijn dat die zaken ontkend moeten worden. Maar dat is een probleem, want ik garandeer je dat de politieke rechterzijde er wel over praat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content