Het beste wat Europa kan doen, is energie besparen. De invoer en de prijzen van energie zullen voor Europa verder stijgen, zegt de hoofdeconoom van het Internationaal Energieagentschap (IEA).
Fatih Birol, hoofdeconoom van het IEA, deed zijn uitspraak in Brussel op basis van het recent gepubliceerde rapport ‘World Energy Outlook’.
Een aantal trends haalden reeds de media: zo worden de Verenigde Staten binnen tien jaar de belangrijkste producent van olie ter wereld, dankzij nieuwe technieken waarbij brandstof gewonnen wordt uit schaliegesteente. De VS zullen op termijn dus niet langer afhankelijk zijn van import uit het Midden-Oosten. Die olie zou binnen twintig jaar voor 90 procent naar Azië worden gevoerd.
Ook de markt van aardgas zal een aantal nieuwe spelers kennen (VS, Canada en Australië) en de prijzen zullen niet langer bepaald worden door de olie-index.
Prijs nog duurder dan vandaag
Maar wat betekent dat alles voor de Europese consument? De afhankelijkheid van invoer zal verder stijgen op het Europese continent, tot zo’n 90 procent. En ook de prijzen zouden nog hoger liggen dan vandaag. Pittig detail: de prijs van aardgas ligt in Europa nu al vijf keer hoger dan in de VS en acht keer hoger dan in Azië.
Daarnaast is er nog de CO2-uitstoot, die nu al op een recordniveau ligt en stilaan moet stabiliseren om een te felle opwarming van de aarde tegen te gaan.
Om al die uitdagingen te lijf te gaan, pleit de IEA-hoofdeconoom ervoor in te zetten op energiebesparing. “Dat is de enige knop die Europa kan indrukken om de energiekost onder controle te houden”, verklaarde Birol. “Zelfs met de bestaande technologieën kunnen we het verschil maken.” (Belga/TE)
