Rudi Rotthier

De tijdelijk onweerstaanbare machtslogica van Donald Trump

Donald Trump verwezenlijkte deze week wat vrijwel niemand voor mogelijk had gehouden: hij werd de Republikeinse uitverkorene voor het presidentschap, met voorstellen die haaks staan op het Republikeins programma. Er zat logica achter de strategie van Trump, en er zit zelfs enige logica in zijn programma.

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u met een boeiend achtergrondverhaal een unieke inkijk in de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

Ook Donald Trump was uiteindelijk verrast dat zijn tegenstanders Ted Cruz en John Kasich zich zo snel gewonnen gaven. Hij had verwacht, zei hij naderhand, dat ze minstens tot juni, tot de voorverkiezingen in Californië en New Jersey, weerstand zouden bieden. Zijn vliegtuig stond klaar voor campagneafspraken in Californië. Het is niet meer nodig.

De boegbeelden van de geschreven nationale pers, The New York Times en The Washington Post, allebei voorzien van een batterij aan pro-Republikeinse commentatoren die ongeveer allen oppositie voeren tegen Trump, zagen zich genoodzaakt de rampzalige voorspellingen van journalisten en commentatoren aan te kaarten. Ten minste tot begin april, toen Trump onderuitging en de voorverkiezing in het bescheiden Wisconsin aan Ted Cruz moest laten – Wisconsin is dé staat van Amerikaanse kaas, en Cruz at zich als de grootste kaasminnaar in de campagne een indigestie, dat was niet de meest overtuigende verklaring voor zijn onverwachte overwinning – kon je nog commentaren horen die het einde van Trump voorspelden, dan toch zijn teloorgang tijdens een betwiste partijconventie, waar Cruz zijn duivels zou ontbinden, de obscuurste partijregels tot in hun onbekendste details zou exploiteren en zou maken dat de Republikeinse partij alsnog gered zou worden van de onvoorspelbare zakenman.

Nate Silver, de meest beroemde van de Amerikaanse cijfergoeroes, sloeg deze week zijn mea culpa. Hij had ten minste tot januari, op basis van algoritmen die in het verleden deugdelijk bleken, voorspeld dat Trump uiteindelijk zou falen.

“Voor mij is het meest verbazende deel van Trumps nominatie – wat wil zeggen, het deel dat ik het meest verkeerd inschatte – dat Trump de nominatie won terwijl hij op alle mogelijke punten afweek van de conservatieve orthodoxie. Hij wiebelde op alle poten van Reagans driepotig zitje: economische politiek (hij is globaal tegen vrijhandel en was ooit voor een welvaartsbelasting en een ziekteverzekering naar Europees model), sociale politiek (bijvoorbeeld zijn voortdurend flipfloppen rond abortus) en buitenlands beleid (hij bespotte openlijk de regering Bush voor de manier waarop ze de Irakoorlog voerde, een oorlog die nog altijd eerder populair is bij Republikeinen)”.

Trump las het electoraat beter dan de experts en de journalisten. Hij begreep hun kwaadheid, blijkbaar op basis van duizenden uren van rechtste talkradio, die hij door medewerkers liet beluisteren en samenvatten. Hij surfte op ongenoegen dat niemand in dergelijke mate had opgemerkt. De evangelische kiezers verkozen de zondaar uit New York boven de pilaarbijtende senator uit Texas die de grondwet uit het hoofd kan citeren. En terwijl die laatste echte tegenstander bij de Republikeinen, Ted Cruz, alles zei wat de verbolgen kiezers wensten te horen, de draak stak met het establishment in Washington, leek hij nog altijd even glad als het establishment dat hij wilde aanklagen.

Trump daarentegen was anders – hij was niet alleen tegen Washington, hij gedroeg zich ook anders dan Washington. Hij gedroeg zich als zij: hij praatte het ene moment in woede, het andere gekscheerde hij, de ene dag dacht hij het een, en de andere dag het ander. De rijkste van alle kandidaten stond het dichtst bij de armen in de zaal. En hij vroeg van niemand een cent.

Het streelt Trumps onmetelijke ego: iedereen was fout en hij had gelijk. Analisten zagen de grap en het haar en het gescheld, en schreven een kandidaat met schietende gedachten op voorhand af. Hij blijkt nu zelfs sneller de nominatie binnen te hebben dan zijn vermoedelijke rivaal voor het presidentschap, Hillary Clinton, de gedoodverfde Democratische genomineerde, die er maar niet in slaagt de koppige Bernie Sanders definitief van zich af te schudden.

Draaideur voor bekeerden

Niet alle sores zijn voor Trump van de baan. Er is nog altijd ongeloof en reële bezorgdheid bij kiezers in het algemeen en Republikeinen in het bijzonder: wat zal hij aanvangen met staatsgeheimen, die men, eens hij genomineerd is, met hem moet delen? Wat zal hij aanvangen met de nucleaire codes als hij president wordt?

Er is nog weerstand binnen de partij. Speaker Paul Ryan liet donderdag weten dat hij “nog niet over de streep” is om Trump te ondersteunen. De familie Bush, vaak bespot door Trump, zal niet voor hem stemmen en zal niet op de partijconventie verschijnen. Het “buitenlandestablishment” van de partij (anders gezegd: de groep die de oorlog in Irak bepleitte en doordrukte) is niet blij met Trump, en blijft dat luid verkondigen, al heeft een boegbeeld van die groep, gewezen vicepresident Dick Cheney, nu wel Trump steun toegezegd. Eerder verklaarde Cheney dat sommige standpunten van The Donald “tegen alles indruisen waar we voor staan”. Dit is maar een van de miraculeuze bekeringen van vroegere tegenstanders.

“Dit is nu de Republikeinse partij van Donald Trump”, schreef The New York Times woensdag. En het is fascinerend de draaideur voor de partij van Trump gade te slaan.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De spectaculairste entree was wellicht die van Rick Perry, ex-gouverneur van Texas, en zelf twee keer twee seconden lang presidentskandidaat. Tijdens die twee seconden had hij Trump “een kanker op het conservatisme” genoemd. Na de overwinning van Trump riep hij de pers bijeen om Trump zijn steun toe te zeggen en zichzelf aan te prijzen als kandidaat vicepresident. “Donald Trump”, zei hij onder meer, “is een van de meest getalenteerde mensen die ik ooit campagne heb zien voeren voor het presidentschap”. Perry is geen piepkuiken. Hij heeft heel wat mensen campagne zien voeren.

Ook bij senatoren en andere verkozenen zijn er van die late bekeringen, die soms op terminologie spelen: ze ondersteunen Trump wel maar bevelen hem niet aan (‘support’ versus ‘endorse’). Dat onderscheid wordt al niet meer gemaakt door nog een spectaculair geval van verlaat inzicht: Pete Ricketts, de Republikeinse gouverneur van de staat Nebraska. Zijn schatrijke familie stortte 5,5 miljoen dollar voor een SuperPAC die als enige bedoeling had om Trump via negatieve advertenties bij de nominatie weg te houden. Trump had in reactie geopperd dat de familie Ricketts heel wat te verbergen heeft. Er wordt voor vandaag een gezamenlijke meeting aangekondigd tussen de gouverneur en Trump, ineens vrienden voor het leven.

Bij de grote Republikeinse geldschieters wachten de Koch-broers nog af – ze lieten via een zegsman weten dat Hillary Clinton misschien wel beter is voor het land. Maar een andere partijmogol, Sheldon Adelson, met een casinofortuin en een niet-aflatende liefde voor Israël, zal zijn geld wel in Trump stoppen – Trump heeft al gezegd dat hij niet voor alles zal blijven betalen. Overigens: de meeste uitgaven heeft hij tot dusver aan zijn campagne geleend. Dat is geen ongebruikelijke procedure, maar het houdt de mogelijkheid in dat hij de lening op de een of andere manier recupereert.

Vele Republikeinen spreken zich niet uit en zijn gewoon bezorgd: zijn ze zelf wel herkiesbaar met Trump aan het roer van de partij? Oude getrouwe John McCain, gemarteld in Vietnam, senator in Arizona, in 2008 zelf presidentskandidaat, en een van de velen die door Trump over de hekel werd gehaald, maakt zich zorgen over zijn herverkiezing. Op een bandopname, die site Politico verspreidde, berekent hij dat meer dan 30 procent van de kiezers in zijn staat Spaanstalig zijn. Hoeveel van die 30 procent zullen Republikeins stemmen met een presidentskandidaat die Mexicanen verkrachters noemt? “De Spaanstalige gemeenschap is geprikkeld en kwaad op een manier die ik in 30 jaar niet meegemaakt heb”.

Het is niet onmogelijk dat een harde kern van de nooit-Trump-groep een rebellie organiseert, of een ‘libertaire’ kandidaat ondersteunt. Maar op dit ogenblik ziet het er goed uit voor Trump – het verzet binnen de partij slinkt sneller dan de weerstand groeit, de draaideur brengt meer volk binnen dan buiten. Macht trekt aan en zelfs fundamentalisten van de vrije markt vallen intussen voor de protectionistische Trump.

‘Kleineer de tegenstand’

Van zijn chaotisch overkomende, maar volgens medewerkers tot in de puntjes voorbereide aankondiging van zijn kandidatuur op 16 juni vorig jaar, in Trump Tower, overtrof Trump alle verwachtingen, en volgde hij een tactiek die hij tot op zekere hoogte beschreef in “het tweede beste boek aller tijden, na de Bijbel”, The Art of the Deal. Dat boek, waarvan het schrijfwerk werd verricht door journalist Tony Schwartz, en dat Trump volgens kwatongen niet zelf gelezen heeft, net zomin als de Bijbel, wil eigenlijk een handleiding vormen voor wie succesvol zaken wil doen, voor wie snel rijk wil worden, maar het laat zich ook lezen als een gids voor Trumps presidentscampagne.

Neem volgende passages:

Ik speel op de fantasieën van mensen. Mensen zien het misschien zelf niet groots, maar ze worden nog wel opgewonden over wie dat wel doet. Daarom kan een kleine overdrijving geen kwaad. Mensen willen geloven dat iets het grootste en het beste en het meest spectaculaire is. Ik noem het waarheidsgetrouwe overdrijving. Het is een onschuldige vorm van overdrijving – en een heel effectieve vorm van promotie“.

Ten overvloede: The Art of the Deal is dus niet het bestverkochte zakenboek aller tijden, zoals Trump in ongeveer elke meeting beweert.

Een ding dat ik over de media geleerd heb, is dat ze altijd uit zijn op een goed verhaal, en hoe sensationeler hoe beter… Het punt is dat als je een beetje anders bent, een beetje uitzinnig, of als je dingen doet die stoutmoedig of controversieel zijn, dat ze dan over jou schrijven“.

Volgens voorzichtige schattingen heeft deze aanpak Trump tijdens zijn campagne voor 2 miljard dollar aan gratis publiciteit opgeleverd.

Ik ben heel goed voor mensen die goed voor mij zijn. Maar als mensen met slecht of onfair behandelen en voordeel uit me proberen te halen, dan is mijn algemene houding er mijn hele leven een van heel hard terug te vechten. Het risico bestaat dat je een slechte situatie erger maakt – en ik raad het niet aan voor iedereen. Maar in mijn ervaring: als je vecht voor iets waar je in gelooft – ook al trap je onderweg op zere tenen – dan is het eindresultaat vaak het beste“.

Soms is deel van de onderhandeling om je tegenstand te kleineren“.

Elke ruzie of onverdroten uitspraak zorgde voor publiciteit, of zijn scheldpartij nu John McCain trof of Megyn Kelly, Jeb Bush of ‘Lyin’ Ted’ Cruz. Trump maakte zijn tegenstanders onverkiesbaar.

Ik geloof in uitgeven wat nodig is. Maar ik geloof ook in niet meer uitgeven dan nodig“.

Trumps campagne heeft volgens de recentste cijfers (eind april) ongeveer 50 miljoen dollar uitgegeven. Hillary Clinton en Bernie Sanders staan allebei op ruim 180 miljoen. Ted Cruz gaf 111 miljoen uit, en de allang van het toneel verdwenen Jeb Bush wist op kortere tijd toch 137 miljoen uit te geven. Trump belooft voor het land even “zuinig” te zullen zijn als voor zichzelf en zijn campagne.

Geld was nooit een grote motivatie voor mij, tenzij als scorebord. De echte opwinding komt uit het spelen van het spel. Ik maak me niet veel zorgen over wat ik anders had moeten doen, of wat er te gebeuren staat.”

Ik houd ervan de dingen groots te zien. Dat heb ik altijd gehad. Het is heel simpel: als je toch denkt, kun je evengoed groot denken“.

Ik ga altijd in onderhandeling met verwachtingen dat het slechtste zal gebeuren. Als je plant voor het slechtste – als je met het slechtste kunt leven – dat zal het goede voor zichzelf zorgen“.

Ik bescherm mezelf ook door flexibel te zijn. Ik hecht me nooit te veel aan een deal of één aanpak… Ik hou meerdere ballen in de lucht“.

Je moet je tegenstrever op het verkeerde been zetten, hem of haar verrassen, in het onzekere laten

Het ergste wat je kunt zijn in een onderhandeling is wanhopig. Dan ruikt de ander bloed en dan ben je dood. Het beste is onderhandelen vanuit sterkte, en een hefboom is het sterkste wat je kunt hebben. De hefboom is dat jij iets hebt wat de ander wil. Of nog beter: nodig heeft. Of best van al: gewoon niet zonder kan. Spijtig genoeg is dat niet altijd voorradig, en daarom is voor een hefboom vaak verbeelding nodig. Je moet de andere ervan overtuigen dat het in zijn belang is de overeenkomst te sluiten“.

Hij heeft zijn muur met Mexico aan vele kiezers verkocht. Die muur is een hefboom geworden. Goede banen zijn een hefboom. Het platbombarderen van IS. Het weren van moslims.

Ik denk dat ik dat instinct heb. Daarom neem ik niet veel cijferaars in dienst, en vertrouw ik geen luxueuze marktoverzichten. Ik doe mijn eigen onderzoek en trek mijn eigen conclusies. Ik geloof erin iedereen om een mening te vragen vooraleer ik mijn beslissingen tref. Ik vraag en vraag en vraag tot ik een buikgevoel ontwikkel. En dan tref ik een beslissing“.

Tot voor kort liet hij zich in deze campagne door een piepklein team omringen, dat beweerde het buikgevoel van Trump te volgen.

Trump in Playboy, anno 1990

Dat is het tactische logica van de campagne. Maar ook het inhoudelijke bij Trump gaat al langer mee dan vorig jaar – ten dele dan toch.

Talkradio-grootheid Rush Limbaugh, een ster van de Amerikaanse rechterzijde, en een enigszins koele maar nog trouwe minnaar van Trump, verwees deze week naar een interview met Playboy uit 1990, waarin Trump krachtlijnen uit de doeken doet, die hij nog altijd hanteert.

“Ik inspecteer elke morgen het atrium van Trump Tower. Kom er binnen … het is perfect; alles blinkt. Ik neem de lift naar beneden en zit ze achter hun veren, op een aardige manier, omdat ik wil dat alles perfect is. Ik kan goed overweg met bodes en poetsvrouwen. Slimme mensen vragen me waarom ik met bodes en poetsvrouwen praat. Ik kan niet geloven dat ze zoiets vragen. Dat zijn de mensen die de zaak doen draaien. Als ze me graag hebben, zullen ze harder werken. En ik betaal goed”.

“Ik denk dat ons land meer ego nodig heeft, omdat we erin geluisd worden door onze zogenaamde bondgenoten: Japan, West-Duitsland, Saudi-Arabië, Zuid-Korea etc. Ze hebben ons onder tafel onderhandeld omdat ze de grootste geldmachine hebben gebouwd en aan onze rug hebben vastgemaakt. Hun producten zijn beter omdat ze zoveel subsidie toekennen. Wij Amerikanen worden uitgelachen omdat we 150 miljard dollar per jaar verliezen waarmee we welvarende landen gratis verdedigen, die zonder ons in zowat 15 minuten van de kaart geveegd zouden worden. Onze bondgenoten verdienen miljarden terwijl ze ons in de zak zetten.”

Wat is het eerste wat hij als president zou doen? wilde Playboy weten.

“Veel dingen. Ik zou voor een hardere aanpak gaan. Ik zou elke Mercedez-Benz die het land inkomt belasten, en alle Japanse producten”.

Enkele ideeën gaan bij Trump dus allang mee: dat het onheil van buiten komt, dat er harder geregeerd moet worden (in het interview spreekt hij met appreciatie over de krachtdadigheid waarmee de Chinese leiders een jaar eerder de studentenrevolte op Tienanmen de kop indrukten, er is een rechte lijn tussen zijn sympathie voor de toenmalige Chinese leiders, voor de huidige Russische president Poetin en zijn pleidooi voor de herinvoering van “waterboarding en erger”). Op andere terreinen, zoals abortus, is hij een wentelteef, die alles en het tegendeel voorstelt.

Volkstiran

De anti-Trumpgroep binnen de Republikeinen kon zich deze week, in voor haar heel barre tijden, opwarmen aan een lang artikel van Andrew Sullivan, een ex-Brit, die soms een soort geweten probeert te zijn van de Republikeinen. Het artikel verscheen in New York Magazine onder de titel “Onze democratie is nog nooit zo rijp geweest voor tirannie – de zaak tegen het volk”. De teneur is dat de volksstem altijd moet getemperd worden door tegenmachten, zoals het hooggerechtshof. Trump, die inderdaad vele tekenen van “de sterke man” vertoont, de humeurigheid, de demagogie, dreigt die tegenmachten onderuit te halen, met steun van zijn electoraat.

Sullivan noemt Trump geen fascist, omdat The Donald, zegt hij, de samenhang mist van een theorie, en omdat hij geen knokploegen gebruikt (er zitten wel gewelddadige elementen in het discours), hij noemt hem fascistoïde “in zijn demonisering van buitenlanders, zijn opzwepen van een bedreiging door een binnenlandse minderheid, zijn focus op één opperste leider in wat alleen als een cult kan beschreven worden, en een geloof in geweld en dwang in een democratie die tot dusver uitging van debat en overtuigingskracht”. Onze “verlamde, emotionele hyperdemocratie leidt de struikelende, gefrustreerde, kwade kiezer” naar Trump.

Die kiezer heeft overigens reden om kwaad te zijn, geeft Sullivan toe. En hij beschrijft vrij mooi de dynamiek die in België ten tijde van de grote scores van het Vlaams Blok/Belang (vijand: de migrant) te zien was, en later tot op zekere hoogte met de N-VA (vijand: PS).

De elite, van Democraten en Republikeinen, heeft de groep die Trump nu mobiliseert compleet uit het oog verloren. Boosheid daaromtrent bestond al bij de Tea Party – en is ten dele een reactie, aldus Sullivan (zelf homo), op het discours waarbij “de witte hetero de ultieme bron van alle ellende” wordt. Die groep, en meer in het bijzonder sociaal conservatieve witte arbeiders, zag hoe allerlei mensen leken te profiteren van allerlei ontwikkelingen, hoe sommigen onnoemelijk rijk werden, hoe zwarten aandacht kregen voor de discriminatie waaronder ze leefden, hoe holebi’s het recht kregen om in alle staten te huwen. Ondertussen werd het leven van die arbeiders maar harder, verdwenen hun banen in het kader van vrijhandelsakkoorden die over partijgrenzen heen bejubeld werden, werd hun levensstijl, hun vermeend of feitelijk racisme, hun oubolligheid, in het beste geval gedoogd of vaker bespot. Ze voelden zich, vaak tot hun verbazing en ontsteltenis, gedemoniseerd, gemarginaliseerd.

Trump en aan Democratische kant Bernie Sanders nemen het, in andere analyses en bewoordingen, op voor deze groep. Trump noemt de groep op voorzet van Richard Nixon “de zwijgende meerderheid”, hoewel ze op dit ogenblik niet zwijgt en geen meerderheid lijkt te vormen.

Sullivan ziet Trump als een soort volkstiran in wording, maar in zijn eigen logica is de “vermoedelijke genomineerde” de vertegenwoordiger van gezond verstand en nationaal belang.

Trump wil op alle niveaus weer grenzen invoeren, de vrijhandel reguleren zodat het voordeliger wordt voor de VS, hij wil “goedbetaalde banen terugbrengen naar de VS”, hij wil via een soort New Deal de “derde wereldinfrastructuur” in de VS aanpakken (hoe hij voor dat alles zal betalen is een andere zaak). Terwijl Hillary Clinton, vanuit milieuperspectief, het einde van de koolmijnen in het vooruitzicht stelde, trok Trump naar West Virginia om de mijnwerkers te prijzen.

Eigen belang eerst

Als er al een element als een rode draad loopt door Trumps carrière en gedachtegoed dan is het: eigenbelang. Zijn eigen belang doorgaans, en sinds hij politicus is ook het landsbelang.

Dat was ook het centrale punt van zijn langverwachte toespraak over buitenlands beleid, die hij vorige week, en erg tegen zijn gewoonte in, van een teleprompter aflas.

Mijn buitenlands beleid“, zei hij bij het begin van die toespraak, “zal altijd het belang van het Amerikaanse volk en Amerikaanse veiligheid boven alles plaatsen. Dat moet eerst komen. Dat moet. Dat zal het fundament zijn van elke beslissing die ik zal nemen. Amerika Eerst wordt het grote en overkoepelende thema van mijn regering”.

Na de koude oorlog werd deze “logica” van eigenbelang in de Amerikaanse buitenlandse politiek “vervangen door idiotie en arrogantie, wat leidde tot de ene ramp van buitenlandse politiek na de andere. En ze bleven maar komen. We gingen van vergissingen in Irak over Egypte en Libië tot president Obama’s lijn in het zand in Syrië.”

Ook die toespraak bevat, naast sneren naar Clinton en Obama en Bush, elementen uit The Art of the Deal. Je kunt maar succesvol onderhandelen als je bereid weg te lopen van de onderhandelingstafel (over de Iran-deal). “We moeten onvoorspelbaar zijn”. De VS moeten krachtiger zijn om efficiënt te kunnen onderhandelen, dus moet er geïnvesteerd worden in het leger. Maar ook: door te onderhandelen vermijd je dure oorlogen als die van Bush.

Aangezien het Amerikaans belang vooropstaat, moeten bondgenoten meer betalen voor hun allianties, die trouwens opnieuw ter discussie moeten komen. Maar het was destijds in het Amerikaans belang om het Marshallplan uit te voeren – eigenbelang is een moeilijker term.

Er zit een grote dosis speculatie bij maar volgens sommigen, zelfs volgens sommigen die Trump van nabij volgen, was het niet duidelijk of hij wel serieus was bij het begin van zijn campagne. Misschien was het gewoon een vingeroefening, bedoeld als publiciteit voor de merknaam.

Maar hij keek er zelf van op dat hij zo snel omhoogschoot in de peilingen. En vooral na de aanslagen in Parijs en San Bernardino, zeggen die niet bij naam genoemde bronnen, wist hij dat hij kon winnen, niet alleen de nominatie maar ook in november. Op het moment van de aanslagen in Parijs was zijn voornaamste concurrent Ben Carson, die door de mand viel omdat hij niets afwist van het buitenland. Trump had niet veel meer basiskennis, maar hij kon kracht uitstralen, en hij besefte dat de angst en de desoriëntatie in het land zo groot waren dat ze hem winst konden opleveren.

Los van de angst is de redenering zo simpel als ze tot dusver efficiënt is geweest: iedereen wil het vooruitzicht van een goedbetaalde baan, zelfs degenen die hij geschoffeerd heeft, met name de Spaanstaligen. Zolang ze de indruk hebben dat er meer kans is dat hij ervoor zorgt dan Hillary Clinton, is hij aan de winst. Al blijft de vraag of de logica van een onderhandelaar, van een vastgoedmagnaat met ervaring in realityshows, ook geldt in de politieke wereld.

Een citaat uit The Art of the Deal is nog niet uitgetest:

Je kan mensen niet bedonderen, ten minste niet voor lang. Je kunt opwinding creëren, wonderbaarlijke promotie voeren en allerlei persaandacht opwekken, en je kunt een beetje overdrijven. Maar als je niet levert wat je belooft, zullen mensen je uiteindelijk doorkrijgen“.

Door Rudi Rotthier vanuit Springfield, Massachusetts, VS

Partner Content