De terugkeer van een vergeten oorlog

© FRANCESCA VOLPI

Vorige week regende het opnieuw raketten en mortieren in Oost-Oekraïne. Volgens waarnemers heeft het eerste telefoongesprek tussen de presidenten Trump en Poetin daar iets mee te maken. Een verslag uit Avdiivka, een stadje dat het zwaar te verduren heeft.

De bewoners van Avdiivka trotseren de vrieskou zonder elektriciteit en verwarming. Achter de trappenhal van het appartementsblok aan de rand van het stadje zitten drie mensen gehurkt rond een vuurtje. In de donkere ruimte zijn ze nauwelijks zichtbaar, we zien alleen handen die zich warmen aan het kacheltje. Een vrouwengezicht verschijnt in de streep licht die door het raam aan de voorkant binnenvalt. Ze heet Anna Velitsjko, zegt ze. En ze woont hier. Naast haar zitten haar broer Yuri en bovenbuurvrouw Nikitina Michailouna. Alle drie in een dikke badjas waaronder een laag warme truien. Aan hun voeten wollen pantoffels en drie paar sokken.

Toen de beschietingen tussen het Oekraïense leger en de separatisten ruim een week geleden opnieuw losbarstten, werd de kolencentrale van Avdiivka deels vernield. Sindsdien zitten Anna en haar buren zonder elektriciteit en verwarming in huis. En dat bij temperaturen van min 10 tot min 20 graden Celsius.

Avdiivka ligt aan de Oekraïense kant van de frontlijn tussen de twee strijdende partijen in de Donbas-regio in Oost-Oekraïne, niet ver van Donetsk. Het industriestadje van ruim 17.000 inwoners maakt zijn 3e oorlogswinter mee. Nadat Rusland de Krim had geannexeerd, in maart 2014, bonden door Rusland gesteunde rebellen in Oost-Oekraïne de strijd aan met het Oekraïense leger en aanverwante vrijwilligersbrigades. De separatisten van de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loegansk – door niemand erkend – willen dat hun rebellenstaatje een autonome regio wordt en dat de grens met Rusland openblijft. Oekraïne gaat niet akkoord. Kiev wil de controle over zijn regio in het oosten houden en wil een afgesloten grens.

De bijna 3 jaar durende oorlog heeft inmiddels het leven gekost aan 10.000 mensen, waarvan zo’n 2500 burgers. Sinds de ondertekening van de Minsk 2-akkoorden, begin 2015, is in de regio een wapenstilstand van kracht. Die werd meteen geschonden toen de separatisten de stad Debaltseve heroverden, maar daarna werd het relatief rustig en sukkelde de oorlog in de vergetelheid. Journalisten bleven weg. Toch sluimerde de strijd voort, met af en toe hevige opflakkeringen.

Maar de plotse heropleving van geweld in Avdiivka sinds 29 januari is nieuw. Waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Ontwikkeling in Europa (OVSE) spreken van bijna 5000 explosies tijdens de eerste 2 dagen. ‘Vooral ’s nachts gaat het los’, zegt Anna Velitsjko aan het vuurtje. ‘Vanaf het moment dat de schemering invalt tot ’s morgens vroeg is het “disco”. Zo noemen de Oekraïense militairen het.’

Het is vrijdagmorgen 3 februari, de 5e dag dat het stadje bestookt wordt met artillerievuur. Aan Oekraïense kant zijn zeker 10 militairen omgekomen, over doden aan de andere kant is niets bekend. Ook onder de bevolking vielen slachtoffers. Volgens de Verenigde Naties 3 doden en 13 gewonden. Wie is begonnen met schieten? Dat blijft de grote vraag. Beide partijen beschuldigen elkaar, beide zijden schenden Minsk 2 met de regelmaat van een klok. Oekraïense militairen nemen ondanks de afspraken delen in van de ‘grijze zone’, het niemandsland tussen de twee strijdende partijen, terwijl hun tegenstanders het niet kunnen laten stellingen van Oekraïne aan te vallen.

Nazivlaggen

Voor Anna en haar buren is het duidelijk wie als eerste heeft geschoten. In het begin durven ze dat niet hardop te zeggen. Pas als we in Anna’s ‘ijsappartement’ wat ontdooien bij een kop koffie, nemen ze geen blad meer voor de mond. ‘Zeker weten dat de Oekraïense militairen begonnen zijn’, klinkt het beslist. Die mening zullen we de komende twee dagen van verschillende bewoners horen.

Toen we twee jaar geleden in de overwegend pro-Russisch gezinde regio waren, vertelden de inwoners constant dat het ‘allemaal de schuld van de Oekraïense regering’ was. In Avdiivka valt op dat de meningen genuanceerder zijn geworden. ‘Als we moeten kiezen,’ zegt Yuri, ‘blijven we liever onder Oekraïens bestuur. Want het leven in de Volksrepubliek Donetsk is echt geen pretje. Alles is duurder geworden door de Russische roebel, de werkloosheid is hoog en de groeimogelijkheden zijn nihil. Wie carrière wil maken of een zaak wil openen, botst op een muur van tegenstand. De corruptie is torenhoog. De situatie is vergelijkbaar met de Sovjet-Unie, begin jaren 80. In Donetsk rijden zwarte auto’s rond zonder nummerplaten, en restaurants sluiten hun deuren voor het publiek als de een of andere hoge commandant er komt eten.’

Yuri: ‘Nu, laten we eerlijk zijn: sinds president Petro Porosjenko de leiding heeft in Oekraïne, is er weinig verbeterd. Ja, de corruptie is hier en daar aangepakt. Maar ze is ook toegenomen – op een andere manier, maar even erg. De hervorming van de politie is bijvoorbeeld een ramp. En we worden zozeer onder Oekraïense vlaggen bedolven dat we er een hekel aan beginnen te krijgen. Het doet me denken aan de bezetting door de Duitsers, toen het hier vol nazivlaggen hing.’

Er zijn nog wat buren bij komen zitten. Iedereen knikt bevestigend. Maar ondanks de kritiek is de oude rancune tegen de regering in Kiev getemperd. De rauwe realiteit in de twee volksrepubliekjes heeft de ogen geopend. ‘Als we moeten kiezen, is Oekraïne de minst slechte van de twee opties’, concludeert Anna. ‘Ook vanwege de betrekkingen met Europa blijf ik liever bij Oekraïne. Maar we blijven erbij: het leger is begonnen met de beschietingen. Ik ben kwaad op de regering omdat ze dat laat gebeuren: een leger dat op de eigen bevolking schiet! Maar het gebeurt ook aan de andere kant, hoor: de separatisten provoceren evengoed door eigen mensen te beschieten.’

Aan de wodka

Anna trekt de mouwen van haar trui nog wat verder over haar handen, de kraag van haar badjas wat hoger. ‘Toen een aantal wijken begin deze week zonder verwarming en elektriciteit vielen, bood het leger aan om ons te evacueren. Maar niemand wil weg. Alleen de ouderen, zieken en kinderen zijn vertrokken. De rest blijft. We hebben al onze centen in onze woningen geïnvesteerd, ons enige bezit. Dat laten we niet achter, we zijn als de dood dat de boel wordt leeggeroofd. Ik blijf ook omdat ik een baan heb in de kolencentrale. Dat is de levensader van Avdiivka – zonder zou de stad allang ten dode opgeschreven zijn. Ik kán niet zomaar weglopen.’

Ze toont ons haar slaapkamer, waar de schimmel dik op de muren staat. ‘Dat komt door het ijs. Het heeft in huis gevroren dat het kraakte. Nu hou ik met kacheltjes op kerosine de temperatuur rond de 8 graden. Buiten is het min 10. Ik heb mijn zoontje van 7 naar familie buiten de stad gestuurd. Dit is geen leven voor kinderen.’

Buiten horen we de doffe dreunen van artillerievuur. Volgens Minsk 2 moesten beide partijen hun zware wapens terugtrekken. Dat is nooit gebeurd. Avdiivka kreunt onder de mortieren, Grad-raketten en tankgeschut. In de koude van het verwaarloosde, deels kapotgeschoten flatgebouw, klinkt het oorlogsgeweld extra deprimerend. Door het raam aan de voorkant zien we een man zitten op de bank aan het speelpleintje. Voorovergebogen, het hoofd tussen zijn knieën. Niemand let op hem. Te veel gedronken. ‘Je zou voor minder aan de wodka gaan’, zegt Yuri grijnzend.

De separatisten zitten vlakbij, op een paar honderd meter. De flat aan de rand van het stadje is al vaak te grazen genomen door artillerievuur. De negende verdieping ligt volledig in puin. ‘Sommigen verklaren ons voor gek omdat we hier blijven’, zegt de bovenbuurvrouw. ‘Maar ik weiger te vertrekken. Er wonen 50 mensen in dit blok. We hebben alleen onze kinderen in veiligheid gebracht.’

Een paar straten verderop worden warme thee, soep en voedselpakketten uitgedeeld. Er staan tenten waar de bewoners hun telefoons kunnen opladen en zich kunnen opwarmen. Een vrouw in bontjas bindt haar doos voedsel op een slee en wandelt kordaat door de sneeuw terug naar huis. ‘Ik ben blij met de hulp’, zegt ze. ‘Maar we hebben dit al vaker meegemaakt, en toen kraaide er geen haan naar. Dit keer wil de Oekraïense overheid aan de wereld laten zien wat ze doet voor de bevolking. Omdat ze de steun van het Westen niet wil verliezen en geld nodig heeft. Denk maar niet dat ze werkelijk om ons bezorgd zijn.’ Een uit de kluiten gewassen militair komt voorbijgewandeld. Ze zwijgt meteen.

Een auto stopt en Alexander Hug stapt uit, de hoofdwaarnemer van de OVSE. Hij is meteen omringd door een horde journalisten. ‘Beide partijen schenden het staakt-het-vuren’, zegt hij. ‘Beide kanten hebben hun zware wapens niet teruggetrokken. Maar net dat voorkomt nu een escalatie.’

‘Pure propaganda’

In het flatgebouw vlak naast dat van Anna Velitsjko heeft het leger zijn intrek genomen. Als we naar binnen willen, houdt een vrouwelijke militair ons tegen. Ze schreeuwt dat de fotografe haar beelden moet laten zien als we straks weer naar buiten komen. Later vertelt ze waarom: op het internet zijn gisteren foto’s opgedoken van twee tanks die voor de flat waren geparkeerd. ‘De beelden toonden onze posities. Dat is een groot risico. We kunnen het niet nog eens laten gebeuren.’ De echte reden voor haar hysterie: de foto’s bewijzen dat het leger Minsk 2 aan zijn laars lapt. De tanks zijn meteen weggehaald.

‘De separatisten weten dat ze niet kunnen winnen van ons reguliere leger’, zegt Alexander Samarski, commandant van de 72e Brigade. ‘Ze hebben momenteel onvoldoende mankracht en wapens. Maar ze schieten recht op onze posities. We verwachten dat de gevechten zullen doorgaan. Mochten de separatisten oprukken, dan zullen we de tanks gebruiken. Daarom hebben we ze meegenomen, voor het geval dat. Maar we kunnen alleen onze posities verdedigen. De separatisten terugdringen is onmogelijk, want dan schenden we de Minsk-akkoorden.’

Ondanks de schendingen doen beide zijden hun best om te tonen dat ze zich wel degelijk aan Minsk 2 houden. Vandaag is het rustig omdat Alexander Hug van de OVSE in de stad rondloopt, weet Samarski. ‘De separatisten willen geen slechte indruk maken, dus houden ze zich koest. Ik vermoed ook dat ze wachten op nieuw materieel.’

Buiten zien we hoe een groep militairen, waarvan één in een wit camouflagepak met een sluipschuttersgeweer, juist uit het flatgebouw van Anna stappen. De bewoners op de stoep – nog altijd allemaal in badjas – kijken kwaad. De militairen zien er even kwaad uit. Een van hen draait zich om en roept iets tegen de bovenbuurvrouw, die woedend reageert.

‘Ze wilden de 9e verdieping innemen als positie’, zegt de vrouw in roze badjas verontwaardigd. ‘We hebben duidelijk gemaakt dat we dat niet willen: we laten onze flat niet nog verder de vernieling in helpen. Toen vroeg een van hen waarom ik geen Oekraïens sprak. “Omdat iedereen hier Russisch spreekt”, zei ik. Waarop ik prompt werd uitgescholden.’ Een andere vrouw in badjas trekt aan mijn mouw. Als we buiten gehoorsafstand van de buren staan, zegt ze dat ze de enige van de 50 bewoners is die niet gelooft dat het leger begonnen is met schieten. ‘Mijn zoon zit in het leger, hij is hier gestationeerd. Zo’n 80 procent van Avdiivka is ervan overtuigd dat Oekraïne de wapenstilstand heeft verbroken. Ik hoor bij de minderheid die daar anders over denkt.’

Ook Moussa Magomedov, hoofd van de kolencentrale en geliefd in Avdiivka omdat hij zo veel doet voor de stad, noemt de beschuldigingen tegen het leger nonsens: ‘Degenen die dat zeggen zijn idioten. Het zijn mijn werknemers, en ik kom voor ze op, maar ze kijken te veel naar het Russische nieuws en ze nemen dat blindelings aan. Terwijl het om pure propaganda gaat. Intussen help ik de mensen waar ik kan. Met geld van de kolencentrale. De interim-burgemeester doet zijn best, maar de overheid is langzaam. Sinds 2015 heeft de burgemeester 4 en hebben wij 18 huizen heropgebouwd. Nu zijn we volop de leidingen in de centrale aan het herstellen. Ik hoop dat het de laatste keer is.’

Zwalpende Trump

Volgens analisten is het geen toeval dat de gevechten zijn opgelaaid na het eerste telefoongesprek van Donald Trump als Amerikaans president met zijn Russische ambtgenoot Vladimir Poetin. Velen zien in het geweld de hand van Poetin: die zou willen testen hoever Trumps steun aan Rusland gaat. De vraag welke Rusland-politiek hij moet voeren, lijkt Trump te doen aarzelen. Zijn zwalpende reacties wekken bij iedereen achterdocht op. Eerst liet hij doorschemeren dat de sancties tegen Rusland opgeheven zouden worden. Daarna verklaarde zijn nieuwe VN-ambassadrice Nikki Haley dat de sancties niet wegvallen vóór Rusland de annexatie van de Krim opgeeft en de separatisten het geweld in Oost-Oekraïne stoppen. Na zijn telefoongesprek met Poetin belde Trump ook met Petro Porosjenko om te vertellen dat de Verenigde Staten alles in het werk zouden stellen om de vrede in Oekraïne te herstellen.

‘Nu Duitsland, Frankrijk en Nederland druk bezig zijn met de komende verkiezingen en Europa zich in deze onzekere tijden van terreuraanslagen sowieso minder bezighoudt met Oekraïne, lijkt het een ideaal moment voor Poetin om de druk in Oost-Oekraïne op te voeren’, zegt Olexiy Haran, professor politieke wetenschappen aan de Kiev-Mohyla Academie. ‘Ik denk ook dat Poetin Trump wil testen. Hij wil hem onder druk zetten om de kant van Rusland te kiezen. Trumps uitspraken zijn zo contradictorisch dat we er geen staat op kunnen maken. Het kan alle kanten uit.’

Aan Russische kant wordt dan weer beweerd dat Oekraïne verantwoordelijk is voor de escalatie van het geweld in Donbas. Porosjenko zou de aandacht willen afleiden van andere problemen, klinkt het, zoals de sputterende economie.

‘De economie van Oekraïne maakt op dit moment juist weer een zekere groei door’, zegt Marc Jansen, oud-hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en kenner van Rusland en Oost-Europa, aan de telefoon. ‘In 2016 bedroeg de groei 1 procent, voor 2017 wordt verwacht dat hij nog zal stijgen. Er is dus weer wat hoop. Maar er zijn genoeg andere problemen, zoals de corruptie en de machtspositie van de oligarchen. De overheid wil die macht eigenlijk niet aanpakken, omdat een aantal oligarchen zelf in de regering zit. Als de samenleving daar niet genoeg druk op zet, verandert er niets. In die context komt de oplaaiing van geweld goed uit voor Porosjenko – ze leidt de aandacht af.’

Marc Jansen: ‘Intussen zou Rusland in diplomatieke kringen hebben aangegeven dat het eventueel bereid is een aantal huidige separatistenleiders op te offeren, onder wie Alexander Zachartsjenko en Igor Plotnistky, respectievelijke leiders van de Volksrepubliek Donetsk en de Volksrepubliek Loegansk. Rusland zou in de plaats meer diplomatieke figuren naar voren schuiven, in de hoop enige goodwill te creëren jegens het Westen en wellicht ook jegens Trump. Dat moet natuurlijk eerst nog gebeuren. Het zijn tot nu toe alleen maar geluiden die klinken. De situatie is heel onduidelijk, maar dat is nooit anders geweest. De ene keer stonden de rebellen sterker, dan weer het Oekraïense leger. Nu zitten ze een beetje in een patstelling.’

‘Hoe het verder gaat, hangt ook af van de internationale situatie’, besluit Jansen. ‘Als de druk vanuit het Westen wegvalt, kan dat een aanleiding voor Oekraïne zijn om zich niet meer terughoudend op te stellen en geweld te gebruiken. Maar het is ook mogelijk dat Oekraïne zonder steun van het Westen niet tegen de separatisten op kan en terrein zal moeten prijsgeven.’

In Avdiivka is de rust nog niet weergekeerd. Het afgelopen weekend was het er wel een stuk kalmer dan de dagen voordien. ‘Dat komt door de regen’, zegt bewoonster Anna als we haar een dag later op straat tegenkomen. ‘Hopelijk houdt de dooi aan. Voor mijn huis is het alleszins een zegen.’

Door JOANIE DE RIJKE, foto’s FRANCESCA VOLPI

‘Nu Europa zich sowieso minder bezighoudt met Oekraïne, lijkt het een ideaal moment voor Poetin om de druk in Oost-Oekraïne op te voeren.’ Olexiy Haran (Kiev-Mohyla Academie)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content