De ranzige kant van de politiek-bancaire relaties

© AFP
Johan Van Overtveldt (N-VA)
Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

In België heb je het onfrisse Dexia-dossier. Ook elders in de wereld loopt het serieus fout in de relatie tussen politici en bankiers.

De Portugese staatssecretaris van Financiën Joaquim Pais Jorge heeft zijn ontslag ingediend nadat hij in een Portugees weekblad ervan werd beschuldigd het land in 2005 swapcontracten te hebben willen verkopen. Jorge werkte toen bij het Amerikaanse Citigroup. De Portugese regering weigerde in te gaan op het voorstel van de zakenbank, dat het land zou toelaten om via afgeleide producten zijn financiële situatie op te smukken. Jorge ontkent elke betrokkenheid bij het voorstel van Citigroup.

Of Jorge nu werkelijk aan het voorstel meewerkte of niet opzij gelaten, het verhaal is het zoveelste voorbeeld van hoe de grote zakenbanken de voorbije twintig jaar lokale en nationale besturen hebben geholpen, of voorstellen hebben gedaan, om hun financiën op te smukken. Vele besturen gingen er niet op in, zoals bijvoorbeeld Portugal, maar velen deden dat wel.

Een greep uit een welgevulde ton van onfrisse praktijken.

Griekenland

Zo hielp Goldman Sachs Griekenland om in 2001 via swaptransacties zijn staatsschuld met 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te verlagen. Concreet werden via de transacties Griekse schulden in dollars en yen omgezet in euro met behulp van een (fictieve) historische wisselkoers. Zo voldeed Griekenland aan het Maastricht-verdrag, dat lidstaten opriep om hun schulden te verlagen.

Minder goed nieuws voor Griekenland was dat de terugbetaling van de 2,8 miljard euro schuld aan Goldman Sachs voortaan aan een variabele interestvoet gebeurde, eerst gelinkt aan interestvoetbewegingen, daarna aan de inflatie. Beide formules werkten in het nadeel van de Grieken: toen de schuld werd geherstructureerd in 2005 was ze al verdubbeld tot meer dan 5 miljard euro.

Wereldwijd Griekenland was niet alleen in het gebruiken van swapdeals. Sinds de jaren ’90, toen Mario Draghi (de huidige voorzitter van de Europese centrale bank) de Italiaanse schatkist beheerde, gebruikt Italië intensief interestswaps om zich in te dekken tegen stijgende interestvoeten. Handig wanneer ze effectief stijgen, maar kostelijk wanneer de interestvoeten dalen. Dat het land geld verliest aan de swapcontracten werd duidelijk toen het begin 2012 een 15-jaar oud contract met zakenbank Morgan Stanley beëindigde met een bijkomend verlies van 3,4 miljard euro. Ook heel wat Italiaanse steden en gemeenten zitten op dergelijke verliezen.

De problemen beperken zich niet tot Zuid-Europa. Zo ging in 2011 Jefferson County, het grootste departement van Alabama qua bevolking, failliet. Begin juni van dit jaar werden meer dan 20 personen, waaronder politici, lobbyisten en aannemers, veroordeeld tot boetes en gevangenisstraffen. Jefferson County had de schulden aangegaan voor het rioleringssysteem bijna volledig omgezet van vaste interestvoet naar variabele interestvoet. De variabele interestvoet werd afgedekt door een interestswap die gelinkt was aan indices die soms wel en soms niet in dezelfde richting bewegen als de interestvoeten. Tijdens de financiële crisis liep het volledig fout.

De zakenbank die de transactie met Jefferson afsloot was J.P. Morgan Chase & Co. De bank zou steekpenningen uitgedeeld hebben om de deal binnen te halen. De bank werd niet mee veroordeeld, maar betaalde wel een boete (zonder schuld te bekennen). De obligatiehouders dreigen 20% van hun investering te verliezen.

Schuld

Wie treft de grootste schuld? Zijn het de bankiers die dergelijke transacties voorstellen aan lokale en nationale overheden, of de politici die de deals afsluiten? Dat bankiers dergelijke deals überhaupt voorstellen, wijst op een totaal gebrek aan ethiek en verantwoordelijkheidszin. Gesteund door quasi ongelimiteerde middelenvoorziening vanwege de belangrijkste centrale banken van de wereld enerzijds en een overheidsvangnet (“too big to fail”) anderzijds , ging de link tussen onverantwoord bankieren en de daaraan gelinkte verliezen verloren.

Reuters-columniste Bethany McLean schreef hierover gisteren een sterk opiniestuk. Bankiers die grote risico’s nemen, zouden dat moeten doen met de wetenschap dat ze hun bank in gevaar brengen en alles kunnen verliezen. Omdat ze ook spaardeposito’s beheren en geen enkele politicus zich wil geconfronteerd zien met de gevolgen van een bankfaling, genieten ze vandaag van overheidsbescherming in geval van problemen. Het opsplitsen van de banken in enerzijds klassieke commerciële banken en anderzijds zakenbanken kan hier een oplossing voor zijn.

Maar politici treffen evengoed schuld. Consideraties op de korte termijn domineren: “Als de cijfers maar kloppen voor de komende drie of zes maanden”, is zowat hét mantra in het politieke gebeuren geworden. Niet weten wat de deal precies inhoudt, is achteraf een pover excuus voor slecht financieel beleid. Als je niet begrijpt wat je precies doet, dan doe je het beter niet, zeker in financiële zaken. Wat veel van de deals die tot stand komen in de ranzige schemerzone tussen de politiek en het bancaire gebeuren helemaal weerzinwekkend maken, is het feit dat het finaal altijd de anonieme belastingbetaler is die de rekeningen dient te betalen.

Johan Van Overtveldt en Mathias Nuttin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content