Andy Langenkamp

De eurosceptische partijen zullen hoge ogen gooien, maar de EU niet verlammen

Andy Langenkamp Senior politiek analist bij ECR Research

Zolang Europa blijft steken in de simplistische vraag van voor of tegen Europa, is de EU niet zeker van een mooie toekomst, schrijf analist Andy Langenkamp. ‘De vraag is: is Europa inmiddels zover geïntegreerd dat het op een fundamenteel kruispunt is beland?’

De Europese aandacht voor economisch herstel is afgeleid door de Krim-crisis. Europa werd weer met de neus op de feiten gedrukt: het mag een (wankelende) economische grootmacht zijn, maar op geopolitiek vlak krijgt het weinig voor elkaar. Europa kan alleen meedoen met de grote jongens als het de handen ineenslaat. In de eerste instantie op financieel-economisch vlak, maar meer integratie kan niet uitblijven op het vlak van Buitenlands Beleid en Defensie. Te vaak worden Europese landen uiteen gespeeld door ’tegenstanders’.

Echter, als we de krantenkoppen moeten geloven, kunnen mooie Europese vergezichten de ijskast in na de Europese verkiezingen als anti-Europese populisten Brussel overnemen. De leus voor de verkiezingen is: ‘This time it’s different.‘ Dit is maar zeer de vraag. In 2001 werden prachtige plannen verpakt in de Verklaring van Laken die de EU democratischer, efficiënter en transparanter zou maken. Die doelstellingen zijn nog steeds actueel.

Toch moeten we niet te negatief zijn. De buitenlandcoördinator, Lady Catherine Ashton, heeft uiteindelijk redelijk gezag opgebouwd en is geprezen voor haar aanpak van het Iran-dossier. De president van de Europese Raad, Herman van Rompuy, is een stuk sterker gebleken dan menigeen in de eerste instantie dacht. Europa is een stapje dichterbij het antwoord op de befaamde aan Henry Kissinger toegedichte vraag: wie moet ik bellen als ik met Europa wil spreken? Verder bracht Europa vele miljarden bijeen om landen als Griekenland te hulp te schieten en Europa stevent af op een bankenunie.

Kortom, de EU lijkt soms een lappendeken van elkaar de tent uitvechtende poppetjes die allemaal hun eigenbelang op de eerste plaats hebben staan, maar op andere momenten is het voor buitenstaanders een paradijs waar welvaartsstreven en harmonie op de eerste plaats staan en waar bot geopolitiek gooi- en smijtwerk naar de prullenmand is verwezen. Zal deze verdeelde eenheid het jaar goed doorkomen of slaat het integratieproces kapot op een eurosceptische klif en zinkt Europa weg in politieke en economische diepten?

Nu Europa eindelijk eens de aandacht heeft – weliswaar door een politiek-economische crisis – wordt er veel modder over uit gestort. Het is ook een makkelijke zondebok voor nationale leiders: pijnlijke maatregelen kunnen allemaal op het conto geschreven worden van Brussel met het te vaak te makkelijk geslikte cliché: wij kunnen er ook niets aan doen; het moest van Brussel. Er wordt dan voor het gemak vergeten dat alles wat in Brussel gebeurt van tevoren gesanctioneerd is door nationale leiders en dat nationale parlementen tegenwoordig grote bevoegdheden hebben om Commissie of Europese Raad terug te fluiten.

Brussel heeft zich de afgelopen jaren moeten richten op grote zaken waar het publiek niet blij van wordt: het intomen van overheidsschulden en begrotingstekorten en het aansporen tot pijnlijke hervormingen. Als nationale politici dan ook alle verantwoordelijkheden afschuiven op Brussel, is het niet zo gek als de EU een slechte naam krijgt. Zeker in combinatie met de geregeld terechte kritiek dat de Brusselse bestuurders vanuit een ivoren toren opereren en de tendens die in elke grote organisatie zichtbaar is, dat mensen macht naar zich toe willen trekken, omdat dit nu eenmaal meer aanzien en geld oplevert.

Onzekerheid, pessimisme en negativisme overheersen nu. De belangrijkste mantra’s wijzen op een afkeer van de EU: de oproep tot versterking van nationale parlementen ten opzichte van Brussel en de nadruk op het subsidiariteitsbeginsel. Dit heeft zich op nationaal niveau vertaald in een Angela Merkel die stelt dat het mogelijk moet zijn om bevoegdheden uit Brussel terug te halen, de aangezwengelde Brexit-discussie en de vijftig punten van Nederland. De mainstream-partijen proberen de kiezers tegemoet te komen in hun bedenkingen tegenover de EU.

Werkt dit straks allemaal door bij de stembusgang eind mei? De eurosceptische partijen zullen hoge ogen gooien, maar zij zullen de EU niet verlammen. Van de ruim 750 zetels krijgen eurosceptici er waarschijnlijk minder dan 200 in handen. De (gematigd) pro-Europese partijen behouden ruimschoots de meerderheid en de belangrijkste kandidaten voor het Commissie-voorzitterschap zijn allen gepokt en gemazeld in het Brusselse en dragen de EU een warm hart toe. Kortom, het Europese Parlement zal niet fundamenteel veranderen en de nieuwe Europese Commissie zal de EU niet terugjagen in het hok, maar blijven proberen het te boetseren tot trots beest.

Maar dit beest moet soms getemd worden en is nog een ruwe diamant. Dat de EU nog lang niet ingebakken zit in de psyche van de mensen blijkt wel uit de insteek voor de verkiezingen: voor of tegen Europa? Dat zou op nationaal vlak gezien bizar zijn. Bij Kamerverkiezingen in België is de uitgangsvraag ook niet: voor of tegen België? Het moet gaan om het verbeteren van België en via welke weg en met welke middelen? Zolang Europa blijft steken in de simplistische vraag van voor of tegen Europa, is de EU niet zeker van een mooie toekomst.

Uiteindelijk gaat het om de vraag: is Europa inmiddels zover geïntegreerd dat het op een fundamenteel kruispunt is beland? Op een kruispunt waarbij verdere integratie het hart van de soevereiniteit van staten raakt. En dus een punt dat vroeg of later bereikt zou worden en waarbij overwogen moet worden of Europa de weg richting een vorm van federatie definitief inslaat of dat het pas op de plaats wil maken. Een pas die wel eens tot ontrafeling kan leiden.

De afgelopen jaren dwongen economische omstandigheden en financiële markten Europa tot verdere integratie. Nu kan de geopolitiek een extra zetje geven. Maar dat in een klimaat waarin verdere soevereiniteitsoverdracht op veel weerstand stuit. Populisten zullen de EU niet vanuit Brussel opblazen, maar ze kunnen meer invloed krijgen op nationale regeringen en via die weg integratie frustreren.

De EU-integratietrein staat op het kruispunt en moet door. De slagbomen zijn nog gesloten, maar zullen weldra omhoog gaan, waarna de door Marine Le Pen en Geert Wilders bestuurde auto’s gas geven en een botsing dreigt. Internationale politieke en economische trends komen van achterop aan gedenderd in een lange goederentrein en dwingen de trein om vaart te maken, maar machinist en conducteurs hebben te maken met passagiers die dreigen aan de noodrem te trekken. Een ding is zeker, stilstaan kan niet. Of de machinist probeert zijn trein weg te rangeren of hij luidt de bel en rijdt voorzichtig maar gestaag verder hopend dat de conducteurs de passagiers tot kalmte manen, de goederentrein niet achterop knalt en verderop de slagbomen werken, voordat een vrachtwagen doorrijdt en de trein laat ontsporen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content