De benen voor Frankrijk, de borsten voor Nederland: reconstructie van de Rembrandt-soap

© Wikipedia
Ludo Bekkers
Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

In Frankrijk en Nederland moesten de problemen met de vluchtelingen en migranten even wijken voor twee portretten geschilderd door Rembrandt van Rijn. Ze vormden het onderwerp van een ware soap die zelfs tot bij de VN reikte.

Al een paar weken staat de culturele wereld in Frankrijk en Nederland in rep en roer, staan de krantenpagina’s in beide landen bol van feiten en veronderstellingen en de problemen met de vluchtelingen en migranten moeten er haast even voor wijken. Of hoe een cultureel feit plots ook de politiek ging beroeren.

Hoe het begon

Ze waren niet uitzonderlijk mooi, het was fysiek geen droompaar.

Een kleine vierhonderd jaar geleden trouwde de zoon van een welgesteld koopman en immigrant uit Antwerpen, Maerten Soolmans met Oopjen Coppit, dochter van een vermogende vader uit Amsterdam. Ze waren niet uitzonderlijk mooi, het was fysiek geen droompaar, maar ze lieten zich toch, afzonderlijk en ten voeten uit, portretteren door meester Rembrandt van Rijn. We mogen aannemen dat deze schilderijen hoe groot ook (207 x 132 cm), in hun woning werden opgehangen als bewijs van welstand en als herinnering aan hun huwelijksverbintenis. Het zijn geen specifieke trouwportretten maar afbeeldingen van twee jonge en rijke patriciërs. Het schilderen van soortgelijke portretten was een welgekomen bron van inkomsten voor de kunstschilder en we mogen aannemen dat hij er een flinke duit aan verdiende. Waarschijnlijk na het overlijden van de twee protagonisten kwamen de portretten in handen van ene Pieter van Winter en na diens dood vonden ze een onderkomen bij een van beide dochters. In 1877 werden ze verkocht aan baron Gustave de Rothschild die ze later overliet aan zijn zoon Eric de Rothschild.

Gustave de Rothschild
Gustave de Rothschild© Wikipedia

Deze oorspronkelijk Duitse familie van handelaars en later bankiers heeft in de loop van de jaren en eeuwen haar ondertussen onmetelijk fortuin geïnvesteerd in gebouwen, wijngaarden, filantropische initiatieven en kunst. De nazi’s pikten wel een deel van hun verzamelingen in maar, na gedeeltelijke naoorlogse restitutie, kwamen die terug in familiaal bezit. De financiële waarde van de diverse soorten kunstwerken (schilderijen, zilverwerk, email, sculpturen) kan moeilijk geschat worden maar het gaat zeker om astronomische bedragen. Waarom de Franse tak van de familie en met name Eric de Rotschild net nu die beide portretten plots van de hand wil doen is verre van duidelijk. Feit is dat het Parijse Louvre werd benaderd (Eric de Rothschild is lid van het Louvrebestuur) maar het gevraagde bedrag van 160 miljoen euro kon het museum niet opbrengen. Vraag is, waarom de schilderijen niet te koop werden aangeboden bij een van de grote internationale veilinghuizen. Uit angst, vermoedt men, dat ze zouden opgekocht worden door superrijke Chinezen of Saudische emirs die druk aan het verzamelen zijn. Vandaar ook de hoog gestelde prijs.

En daar begint een artistiek/politiek verhaal

Eerst het politieke luik. Zo’n verkoopintentie blijft niet lang een geheim binnen de museumwereld. Toen Wim Pijbes, de flamboyante directeur van het Rijksmuseum, in Amsterdam, lucht kreeg van de verkoop begon hij een actief telefoon- en emailverkeer met zijn collega van het Louvre, Jean-Luc Martinez. Ondertussen had Pijbes al wel hier en daar gepeild of de nodige fondsen in Nederland konden worden bijeen gegraaid maar meer dan anderhalf miljoen is uiteraard geen snoepgeld. Het bleek dus al snel dat ook het Rijksmuseum het aanbod aan zich zou moeten laten voorbijgaan. Maar Pijbes zou Pijbes niet zijn om iedere kans, hoe klein ook, te laten schieten om enkele grote Rembrandts aan de museumcollectie toe te voegen, een publiekstrekker meer. Ook van Franse kant werd druk gelobbyd en de Franse minister voor Cultuur Fleur Pellerin peilde bij de Banque de France of die een geste wilde en kon doen. Pellerin en haar Nederlandse collega Jet Bussemaker pleegden overleg en die laatste, waarschijnlijk op instigatie van het Rijksmuseum (Wim Pijbes) stelde voor om voor een gezamenlijke aankoop te gaan. Daar had Pellerin wel oren naar maar er bestond nog zoiets als een wettelijk exportverbod voor kunstwerken in Frans bezit. Ja, daar stonden de acteurs nu.

Klucht

Kan men zich zo’n deal voorstellen in de 21e eeuw tussen intelligente politieke en culturele vakmensen.

Welke slimme vos het heeft uitgedacht is niet publiekelijk bekend maar er werd een diplomatieke deal gesloten die in New York (tijdens de vergadering van de VN) tussen alle andere prangende politieke kwesties werd bezegeld door de president Hollande en premier Rutte. En de deal was … beide landen zouden de schilderijen samen aankopen en, het is haast een klucht, niet elk één maar de helft van beide. Dit om te vermijden dat Frankrijk het haar toebedeelde portret eens zou kunnen verkopen en het duo zo artistiek gescheiden zou worden. Dus onder de navel voor Frankrijk en de bovenpartijen voor Nederland. Kan men zich zo’n deal voorstellen in de 21e eeuw tussen intelligente politieke en culturele vakmensen.

De benen voor Frankrijk, de borsten voor Nederland: reconstructie van de Rembrandt-soap
© Wikipedia

En dan het artistieke. Niemand betwijfelt dat het om authentieke werken van Rembrandt gaat, ook de periode waarin hij ze schilderde ligt onbetwistbaar vast. Over de artistieke kwaliteit is iedereen het eens. Het zijn geen topwerken binnen het artistieke curriculum van de kunstenaar, maar behoren wel tot de heel goede maar weinige portretten op groot formaat en ten voeten uit die men van hem kent. Een aanwinst dus voor beide musea al zullen ze in het Louvre wel minder opvallen dan in het Rijksmuseum waar Rembrandt al goed vertegenwoordigd is en de recente aan hem gewijde tentoonstelling meer dan een half miljoen belangstellenden over de vloer kreeg. Amsterdam is nu eenmaal Rembrandt waar men nog altijd zijn woonhuis kan bezoeken net zoals Antwerpen Rubens is met een nog aantrekkelijker woon- en werkhuis.

Maar nu blijkt dat beide schilderijen nodig dienen gerestaureerd te worden, het vernis is door de tijd vervuild en dus verdonkerd zodat daar wat moet aan gedaan worden. Door specialisten is het geweten dat het restauratieatelier van het Parijse museum niet optimaal functioneert. De vervuilde Mona Lisa werd nog altijd niet degelijk onder handen genomen terwijl de afdeling restauratie van het Rijks mede tot de top behoort. Citaat van de Nederlandse kunsthistoricus en kunsthandelaar Jan Six in de Volkskrant “Elke keer als ik in het Louvre de Hollandse meesters bekijk, val ik over de erbarmelijke staat van de schilderijen”. Je voelt het zo al aankomen want nu beslist is om de werken eerst in Amsterdam te laten zien zullen ze ook daar opgefrist worden en wie gaat dan voor de kosten opdraaien. Zeker niet Parijs want die hebben niet de gepaste technische en wetenschappelijke infrastructuur. Bestaan daarover contractuele afspraken ? Het avontuur is nog niet aan z’n eind toe.

En dan nog eentje. Wil u voor de volgende feestdagen familie en vrienden verrassen met een Rembrandt aan de muur. Ga naar www.budgetschilderij.nl en kies een met de hand gepenseeld schilderij van de meester voor 199 euro of daaromtrent. Alvast gefeliciteerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content