Brendan O'Neill

‘De allergie voor Trump is vooral een allergie voor de democratie’

Brendan O'Neill Hoofdredacteur van de geopinieerde nieuwssite Spiked, medewerker van de nieuwsbrief Tegengeluid.nl.

Wie tegen Trump is – en dat zijn er nogal wat – is eigenlijk tegen democratie, vindt Brendan O’Neill. Dat gepeupel dat maar niet naar de gevestigde orde wil luisteren: wat een hinderlijk obstakel… Maar let wel: vanwege deze minachting van het volk is de strijd voor democratie urgenter dan ooit.

Als u wilt weten hoe Donald Trump in hemelsnaam de Amerikaanse president heeft kunnen worden, hoeft u niet verder te kijken dan de reacties op zijn verkiezingswinst. De hooghartige minachting voor Amerikanen die “slecht geïnformeerd” waren. De nauwelijks verholen afgunst van al die staten die het thuis zijn van lompe rednecks, racisten, homofoben en seksisten. De kritiek op het Amerikaanse politieke systeem, waardoor een steenrijke kandidaat zijn miljoenen kan aanwenden om de labiele, kneedbare geesten van de gewone man te vervuilen. De suggestie dat vrouwen – van wie naar schatting 40 procent op Trump hebben gestemd – massaal aan het lijntje lopen van het patriarchaat, dat zij, arme zielen, niet eens meer hun eigen gedachten kunnen of durven te vormen. De hysterische apocalyptische suggesties dat de wereld nu in elkaar zal storten…

‘De allergie voor Trump is vooral een allergie voor de democratie’

Deze reacties onthullen waarom Trump zoveel steun heeft gekregen. Zij die zich vandaag in meer of mindere mate bezighouden met politiek – de gevestigde orde bij de partijen, de media, de universiteiten, de beroemdheden – kijken neer op het volk. En dat volk, al die “gewone mensen” (met wie de elitaire types bovendien nooit enig contact hebben), heeft gesproken. Het begint met een F en het eindigt op UCK YOU.

Is u niet de ironie opgevallen wanneer de commentatoren hele volksstammen wegzetten als haters (haters van vreemdelingen, van vrouwen, van zwarten, van homo’s, et cetera), terwijl de haat juist afdruipt van de intelligente stukjes die ze zelf in hun studeerkamer optikken? Is het werkelijk zo gek dat zoveel mensen deze verkiezingen hebben aangegrepen om duidelijk te maken dat het tijd is om eens naar ze te luisteren en in gesprek met ze te gaan?

Minachting voor de massa

Het ergste is dat de allergie voor Trump vooral een allergie voor democratie lijkt te zijn. Voor de elite bevestigt de populariteit van Trump de dwaasheid om mensen te laten meepraten die niet eens de moeite nemen om zich door een “kwaliteitskrant” te laten informeren.

De Amerikaanse presidentsverkiezing heeft deze minachting meer dan duidelijk gemaakt. In de aanloop naar dinsdag vroegen commentatoren zich af of democratie wel zo’n goed idee was. We zouden een manier moeten vinden om de door emoties overmande massa te beteugelen. Het klootjesvolk kan niet echt nadenken, begrijpt u, en de meer verstandige leden van de samenleving zouden maar beter namens hen moeten beslissen.

The New York Times, een hele fijne kwaliteitskrant, wierp de vraag op of Amerikanen niet een monarchie moesten installeren. Immers, een koningshuis zou in staat zijn om boven die verderfelijke partijpolitiek te staan – lees: boven een open, soms verhit debat dat nu eenmaal onderdeel is van de politiek. En in een nieuw boek dat Against Democracy heet – de naam zegt het al – pleit politiek filosoof Jason Brennan voor een epistocratie, waarin de stem van de “beter geïnformeerden” zwaarder telt, omdat zij nu eenmaal beter in staat zijn om te beslissen over politieke aangelegenheden dan die hordes mensen die “slecht geïnformeerd” zijn. Of dom. Zo heette dat vroeger.

Tegen Trump = tegen democratie

Zulke openlijke minachting voor de politieke bekwaamheid van de gewone man kwam al in trek toen Trump opkwam, en zeker nu hij heeft gewonnen. Het zal vermoedelijk nog wel even aanzwellen. Een anti-Trump-stemming loopt vanzelf over in een anti-democratie-stemming.

Het is wat we ook zagen toen de Britten stemden voor een Brexit. “Waarom verkiezingen slecht zijn voor de democratie”, kopte The Guardian, een andere kwaliteitskrant, boven een stuk van de schrijver David Van Reybrouck. De mensen zijn misleid en het is de taak van degenen die beschikken over “rede en expertise” om ze te ont-misleiden, beweerde Foreign Policy. En columnist George Monbiot somberde: “Wat als democratie gewoon niet werkt? Wat als het nooit heeft gewerkt en nooit zal werken?”

Bam! Dat is het, dus. Het gejammer van de politieke en journalistieke elite over zowel Brexit als Trump betreft het schokkende besef dat er in een democratie allerlei mensen zijn die óók iets te zeggen hebben. En het zijn mensen die zich bovendien steeds vaker niets meer aantrekken van wat hen op de mouw wordt gespeld. Het is niet zozeer Trump die ze vrezen, als wel dat lastige, vervelende, eigenlijk belachelijke systeem dat ooit is bedacht waardoor we aan gewone mensen – mijn hemel, gewone mensen! – moeten vragen wat zíj eigenlijk willen. Hoe absurd!

Het alternatief voor democratie

Na de Britse keuze om de Europese Unie te verlaten, zeiden de commentatoren nog dat het toch eigenlijk ondoenlijk was om zulke complexe materie in een referendum te gieten rondom een ja/nee-vraag. Nu staan ze te stampvoeten omdat Trump is verkozen in het stemhokje. Dat is volgens mij omdat ze in werkelijkheid een hekel hebben aan de democratie. Ze hebben niet zozeer een hekel aan referenda of aan de kletskoek van populisten, maar ze haten het idee van democratie. Ze gruwelen ervan dat andere mensen die hun eigen soort mensen net zoveel te zeggen hebben als zijzelf.

Dat is een zorgwekkende gedachte. Het maakt duidelijk dat democratie – de regeringsvorm die we zo lang voor lief hebben genomen – belangrijker is dan ooit om te verdedigen. Want het alternatief zou pas echt dwaas zijn: dat een elite die zo bespottelijk weinig besef heeft van de gedachten en grieven van heel gewone mensen en hen zelfs veracht, de samenleving zou leiden. Dat zou nog gevaarlijker zijn dan een man als Trump in het Witte Huis.

Met dank aan Tegengeluid, de nieuwsbrief voor dwarsdenkers. Dit artikel verscheen eerder op de website van The Spectator. Vertaling: Marco Visscher.)

Partner Content