‘Dat ik op de zwarte lijst van de tabakslobby sta, beschouw ik als een compliment’ (Thyssen)

Marianne Thyssen (CD&V) © Reuters

Marianne Thyssen, de Europese lijsttrekker van CD&V, kijkt terug op haar parlementair werk in het Europees Parlement. ‘Wat telt is dat ik finaal zelfstandig en onafhankelijk mijn eigen keuzes maak.’

In de aanloop naar de Europese verkiezingen stelt Knack.be de 7 Europese lijsttrekkers voor en waar zij en hun partij voor staan. Vandaag: Marianne Thyssen (CD&V).

Waarom zou ik als Europese kiezer voor de christendemocraten moeten stemmen?

Marianne Thyssen: ‘Omdat wij de beste partij zijn (lacht). We zijn een brede volkspartij die ieder de kansen geeft om zich ten volle te ontplooien. We zijn een partij die op lange termijn denkt en in het algemeen belang. We verdedigen niet enkel de belangen van een bevoorrechte groep. Daarnaast staan we voor economische efficiëntie, verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit met de zwakkeren.’

CD&V wil een goed werkend, sterk georganiseerd Europa. Waarom hebben we die EU nodig?

Thyssen:‘We leven we in een geglobaliseerde wereld en er zijn heel veel zaken die een land alleen niet meer kan oplossen. Daarom moeten we samenwerken om onze waarden en manier van leven in de toekomst te kunnen bewaren. Zo moeten we bijvoorbeeld de Economische Monetaire Unie versterken, want door de crisis hebben we gezien dat wanneer een land een verkeerd economisch beleid voert of een bank over de kop gaat, we allen in hetzelfde schuitje zitten. Hetzelfde geldt voor handelsakkoorden, leefmilieu, klimaatopwarming, internationale criminaliteit enz. Alleen door deze zaken Europees aan te pakken, kunnen we onze belangen globaal doetreffend verdedigen.’

Maar wat zijn voor u dan de prioriteiten die echt aangepakt moet worden?

Thyssen:‘We moeten inzetten op meer economische groei om de hoge Europese werkloosheid tegen te gaan. Iemand die beweert dat hiervoor een simpele oplossing bestaat, is ongeloofwaardig. Maar alles begint bij een vriendelijk klimaat dat privékapitaal en investeringen aantrekt. Zo wordt er meer ondernomen en kunnen de jobs terug komen. Loonkosten en doelgroepenbeleid zijn belangrijke bevoegdheden van de lidstaten, maar de EU kan ook veel doen. De interne markt heeft al voor veel economische groei en miljoenen banen gezorgd, maar is bijvoorbeeld nog niet af inzake de digitale markt. Ook kunnen we stimulansen voor innovatie koppelen aan het energie- en klimaatprobleem, digitale technologie of nieuwe nichemarkten. Daarnaast blijven opleiding en vorming nog altijd belangrijke troeven.’

En wat met investeringen vanuit de overheid?

Thyssen:‘Bij de overheden is het geld bij wijze van spreken op. Daar kunnen we alleen nog maar in schuiven. Het Youth Guarantee-programma kreeg wel veel geld van de Europese meerjarenbegroting om jonge mensen zo de kans te geven om ervaring op te doen. Maar Europa creëert geen jobs, een land ook niet. Het beste dat we daarom nogmaals kunnen doen is dat vertrouwlijke klimaat creëeren. In de nabije toekomst zullen we zelfs grote tekorten aan arbeidskrachten hebben. Daarom willen we er alles aan doen om deze twee tijdsspannes te overbruggen, ook voor jongeren.’

Herman Van Rompuy is voorzitter van de Europese regeringsleiders, Barroso van de Commissie en de Europese Volkspartij (EVP) was de grootste parlementaire fractie. Vindt u dat u trots kunt zijn op de EVP?

Thyssen:‘Zeker, in de afgelopen periode kregen we te maken met de ergste crisis sinds WOII, maar we hebben de branden geblust. Mochten we dit niet gedaan hebben zaten we nu in een nog langer durende chaos. Hoewel de euro nu gered is, hebben we ook extra structurele hervormingen op gang getrokken om de economische onevenwichten aan te pakken, de groei en werkgelegenheid aan te trekken en de lidstaten een behoorlijk budgettair beleid te kunnen laten voeren. Ook de bankensector zijn we grondig aan het hervormen waardoor we de belastingbetaler en de spaarder beschermen.’

Onlangs bracht Van Rompuy een boek uit over hoe de EU de euro overeind hield, maar zou hij zich misschien niet eerder gedeisd moeten houden, aangezien er vooral in de Zuid-Europese landen nog veel armoede en werkloosheid heerst?

Thyssen:‘Als er nu iemand is die eerder terughoudend en niet triomfalistisch is, dan is het wel Herman. Verder mogen we ook trots zijn dat we de euro hebben gered. Niemand had het vijf jaar geleden voor mogelijk gehouden dat Europa zulke grote stappen vooruit zou zetten. Natuurlijk zijn niet alle problemen weg, maar die zijn er ook gekomen, omdat sommige lidstaten een slecht beleid voerden. Griekenland had jaren niet meer in haar competiviteit geïnvesteerd. Op het toppunt van de crisis hebben wij het land uit solidariteit geholpen via leningen met erg lage rentevoeten en tegelijkertijd voorwaarden geëist om het te herlanceren. Dat wil niet zeggen dat er ineens 500.000 jobs bijkomen. Dat vraagt tijd, maar de basis is er wel. Er staan nog geen eikenbomen, maar wel jonge kasplantjes die we moeten koesteren.’

Guy Verhofstadt beweert tijdens zijn campagne al de hele tijd dat de christendemocraten inzake de EU voor de status quo zijn. Is hij correct?

Thyssen: ‘Verhofstadt heeft in de voorbije crisisjaren voortdurend kritiek gegeven dat het niet snel genoeg ging, maar uiteindelijk hebben wij na vele harde gevechten het wel allemaal gerealiseerd. Hij heeft daarom geen poot om op te staan. Uit talloze jaren ervaring weet ik ook dat Europa geen ééndagskoers is, maar een rittenkoers die je etappe per etappe moet rijden. Ik kan ook dromen, maar wat als niemand je nog volgt? Daar koop je niets mee. Ikzelf zou heel graag zien dat Europa meer middelen en een veel eenvoudigere structuur krijgt. De realiteit is natuurlijk heel anders. Verdragswijzigingen moeten door alle 28 lidstaten goedgekeurd worden en momenteel zijn deze niet allemaal integratiegericht. Gelukkig is er veel ruimte om zonder verdragswijziging zaken te realiseren. Daarom zijn deze voor mij prioritair, vooral op het gebied van groei en banen. Ondertussen mogen we best wel nadenken over een nieuw verdrag, maar in dat geval is het belangrijk om er niet op achteruit te gaan, want wij hebben het daarin niet alleen voor het zeggen.’

Onlangs noemde De Standaard u het beste Vlaamse Europarlementslid. Terecht?

Thyssen:‘Dat ga ik niet plat relativeren (lacht)‘.

De krant prees u vooral voor het werk dat u als parlementsrapporteur leverde. In één van uw rapporten stonden parlementaire aanbevelingen om de economisch-monetaire unie te versterken. Een tweede ging over een sterker bankentoezicht van de ECB, wat de eerste pijler van de bankenunie vormt. Dit zijn echter een van de weinige domeinen waarin de rol van het parlement nog beperkt is tot consultatie. Haar mening is bijgevolg niet bindend voor de Commissie en de lidstaten. Werden de aanbevelingen dan wel serieus genomen?

Thyssen:‘In verband met het eerste, de economisch-monetaire unie, bestaat er een heel aparte procedure, waarbij we de Commissie kunnen vragen om op een bepaalde manier te handelen. Dat is geen consultatie. ‘

Is die vraag van het parlement dan bindend?

Thyssen: ‘Wel, de Commissie moet er op reageren en ons de nodige feedback geven over haar prestaties. In dit geval heeft ze het rapport niet naast zich neer gelegd, en heeft het tevens weerklank gehad bij de regeringsleiders. Ook bij het tweede rapport hebben we heel zwaar gewogen, omdat we konden afdwingen dat de consultatieprocedure van de bankenunie aan een aanverwant dossier werd gekoppeld, waardoor we wél medebeslissingsrecht hadden. Zo konden we eisen dat de ECB in haar bankentoezicht verantwoording zal moeten afleggen aan het parlement. Dat is niet onbelangrijk, want, zoals ECB-voorzitter Mario Draghi zei, is bankencontrole de grootste bevoegdheidsoverdracht sinds de euro.’

Hebt u in deze gevoelige kwesties ook contact gehad met lobbyisten van de financiële sector? De EU is de afgelopen jaren erg in opspraak gekomen door verschillende lobby-activiteiten…

Thyssen:‘Overal waar macht is proberen mensen hun belangen te behartigen, ook in België en Vlaanderen. Het is goed om naar ze te luisteren, omdat zij weten wat de mogelijke repercussies zijn op het veld. Ze zijn daarom welkom, maar ik probeer altijd naar alle betrokkenen te luisteren. Wat vooral telt is dat ik finaal zelfstandig en onafhankelijk mijn eigen keuzes maak. Ikzelf sta blijkbaar ook op een zwarte lijst van de tabakslobby, omdat ik niet genoeg beïnvloedbaar ben. Dat beschouw ik als een compliment.’

Heeft u de bankenlobbyisten als agressief ervaren?

Thyssen:‘Nee. Volgens mij wist de bankenwereld dat we Europese regels en toezichthouders nodig hadden om de zaken serieus op orde te stellen en het systeem terug geloofwaardig te maken. Daarom hebben ze de hervormingen grotendeels mee ondersteund. Natuurlijk zullen er wel een aantal gevoelige details geweest zijn, zoals de bankiersbonussen, maar ze hebben zeker niet geprobeerd om alles te blokkeren. We maakten ook wetten voor het algemeen belang, niet voor of tegen de banken. Het ging vooral om een stabiele, betrouwbare en gecontroleerde financiële sector op poten te zetten om de geldcirculatie aan trekken. En dat vertrouwen komt nu stilaan terug.’

Maar zijn de uiteindelijke wetten doortastend genoeg? Een veel gehoorde bewering is dat de grootste banken nog altijd niet door het systeem opgevangen kunnen worden.

Thyssen:‘Diegenen die dat beweren, kijken alleen maar naar de omvang van dat noodfonds. We hebben de hele keten aangepakt, niet alleen de laatste schakel. Ten eerste zijn er al veel meer strengere regels op financiële producten en hogere kapitaalsvereisten voor de banken, terwijl veel banken bezig zijn om hun eigen balans schoon te vegen. Ten tweede is er nu een beter, grensoverschrijdend toezicht van de ECB. Mocht er ten derde toch een bank over de kop gaan, hebben we een duidelijk afwikkelingsmechanisme, waarbij eerst de bank en haar eigenaars aangesproken worden. Wanneer er dan geen geld genoeg is, treedt het bankenfonds in werking. Komt dat fonds niet toe, dan kan het zelf geld lenen op de markten, terwijl de banken die leningen later terug moeten betalen. Wie durft dan nog beweren dat er niets gebeurd is? In België mogen de zakenbanken ook geen al te hoge risico-activiteiten vermengen met klassiek bankieren. Dat willen we ook nog Europees regelen.’

Uw derde rapport ging over een richtlijn voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting. Wat is dat voor beest?

Thyssen:‘Op zich is dit niet zo moeilijk en het is ook heel belangrijk. Wanneer een bedrijf nu in verschillende lidstaten actief is, betaalt het voor elk van deze lidstaten een verschillende vennootschapsbelasting en moet het haar boekhoudingen indienen bij al deze belastingadministraties. Naast de rompslomp kunnen bedrijven daardoor ook in grote mate kopen en verkopen tussen al hun bedrijfsvertakkingen, zodat ze finaal de meeste winst behalen in het land met het kleinste belastingtarief. Daarom willen we voor deze één enkel vennootschapsbelastingsysteem met een enkele boekhouding. De winst rapen we samen uit alle lidstaten en we heffen er belastingen op. Deze verdelen we dan over de landen waar deze bedrijven actief in zijn, via een vaste sleutel die rekening houdt met het aantal arbeidsplaatsen, de omzet, en kapitaal. Dat is allemaal veel eenvoudiger, transparanter en het gaat mogelijke fraude tegen.’

Het is in 2012 door het parlement goedgekeurd. Hoe komt het dat het nog niet is afgerond?

Thyssen:‘Het is een heel technisch dossier dat alle lidstaten unaniem moeten goedkeuren. Dat is geen sinecure, maar men is er mee bezig. Hier heeft het parlement overigens geen medebeslissingsrecht aangezien het om fiscale dossiers gaat. Het kan het enkel advies geven. Het is dus afwachten.

Wat vindt u van de EVP-kandidaat voor het Commissievoorzitterschap, Jean-Claude Juncker?

Thyssen:‘Ik geloof rotsvast in hem. Hij is een christendemocraat in hart en nieren. Hij heeft ongelofelijk veel ervaring en het hart op de juiste plaats. Hij is een gekend en gezaghebbend iemand in de EU.’

Vergis ik mij als ik u hoorde vertellen dat u, net zoals Van Rompuy, het systeem van de spitzenkandidaten in vraag stelt?

Thyssen:‘Nee. Ik vind het een goede zaak, omdat het de burgers beter kan betrekken. Maar vanuit de verdragen is het totaal niet duidelijk hoe dit proces moet verlopen. Nu is er de afspraak dat de grootste parlementaire fractie de voorzitter van de Europese Commissie zal mogen voordragen. Ik hoop daarom, althans daar ga ik vanuit, dat iedereen bij deze democratische oefening het spel ook eerlijk zal spelen na de verkiezingen. Wordt het Jean-Claude Juncker, onze kandidaat, dan zal ik op hem stemmen. Als het Martin Schulz is, de socialistische kandidaat, dan zal ik daar op stemmen. Dat is mijn leidraad.’

Merkwaardig, u zou nog op Schulz stemmen?

Thyssen: (Haastig) ‘Ik hoop natuurlijk dat Juncker wint, maar indien Schulz’s fractie de grootste blijkt te zijn, zal ik consequent zijn, omdat we deze afspraak in het parlement gemaakt hebben. Schulz wordt dan enkel de Commissievoorzitter, maar dat betekent niet dat de Commissie vol met socialisten zal zitten. Elke lidstaat stuurt zijn kandidaat-commissaris, en die zullen dan samen met de Commissievoorzitter een programma maken dat ook nog eens door ons goedgekeurd moet worden. Ik zeg er op dit ogenblik ook wel met veel plezier bij dat wij als christendemocraten voor liggen in de peilingen.’(lacht). (LG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content