Circa 100.000 Koerden zijn afgelopen weekend van Syrië naar Turkije gevlucht voor de opmars van strijders van de Islamitische Staat (IS) in het noordoosten van Syrië. Turkije had vrijdag zijn grenzen opengesteld, maar heeft intussen enkele overgangen alweer gesloten, meldt het VN-vluchtelingencommissariaat UNHCR.
‘De regering heeft het aantal van 100.000 aangekondigd en bevestigd’, verklaarde UNHCR-woordvoerster Melissa Fleming. Zaterdag gewaagde het commissariaat nog van de mogelijke toeloop van ‘honderdduizenden’ vluchtelingen, terwijl in Syrië de gevechten voortduren.
Turkije stelde vrijdag nog zijn grenzen open voor Syrische vluchtelingen, die donderdag uit het gebied rondom de stad Ayn al-Arab (Kobane in het Koerdisch) begonnen te trekken. Die stad is omsingeld door de extremisten van IS. Tot nog toe bleef de stad relatief gespaard van het conflict en vonden 200.000 ontheemden er toevlucht, aldus de Verenigde Naties.
Wegens de recente opmars van IS in de regio en de belegering van de militie op de stad sloegen voornamelijk Koerdische inwoners op de vlucht. Na de instroom van de 100.000 Koerdische vluchtelingen, sluit volgens UNHCR Turkije opnieuw enkele grensovergangen.
Sinds het begin van de opstand tegen het regime van de Syrische president Bashar al-Assad ruim drie jaar geleden, waren al meer dan een miljoen mensen uit Syrië naar Turkije gevlucht. (Belga/KVDA)
