Lia van Bekhoven

‘Britse regeringswijzigingen zijn onderdeel van een politieke folklore waar weinigen wijzer van worden’

Lia van Bekhoven Correspondent in Londen voor Knack, BNR, VRT-radio, Terzake en Elsevier

Theresa May bracht deze week een aantal wijzigingen in haar regering aan. ‘De Britten weten wie de nieuwe ministers zijn, maar niet wie de baas is,’ schrijft correspondente Lia van Bekhoven over de positie van de Britse premier.

Aan de intentie lag het niet. Premier Theresa May wilde het uiterlijk van haar regering verjongen en vernieuwen. ’s Lands bestuurders moesten een betere weergave zijn van het land dat ze leidden. Dus: ouwe, witte, Engelse mannen met geprivilegieerde kostschoolverledens eruit en jonge, beige en vrouwelijke politici erin. De politieke stoelendans duurde twee dagen, maar ze zijn eruit. En nu iedereen op zijn nieuwe plaats zit blijkt dat het kabinet meer particulier onderwezen ministers bevat dan voorheen, dat 74% mannelijk is en 96% wit. Niet meteen wat je noemt een weerspiegeling van de Britse samenleving.

‘Britse regeringswijzigingen zijn onderdeel van een politieke folklore waar weinigen wijzer van worden’

Mays ambities liepen vast op de weigerachtigheid van haar ministers. Het dood hout dat ze wilde weghakken liet zich niet omkappen. Ministers gooiden de bijl terug voor haar sleehakken met tijgerpatroon. Ze weigerden doodleuk te vertrekken, of eisten uitbreiding van hun portefeuille. De enige vrouwelijke minister van modern-liberale snit in de club van witbaarden die May probeerde op een andere post te parkeren, bedankte voor de eer en stapte op.

Britse regeringswijzigingen zijn onderdeel van een politieke folklore waar weinigen wijzer van worden. Ze zijn volgens Alastair Campbell, oud-woordvoerder van Tony Blair, ‘bewijs dat pijn geen geheugen heeft’. Net zoals bevallingen. ‘Totdat een nieuwe begint, vergeet je hoe afschuwelijk het hele proces is’, schrijft Campbell in zijn memoires.

Politieke executies en promoties behoren, om redenen die vervlogen zijn in de mist der tijden, altijd een verrassing te zijn. Niemand wordt tevoren geraadpleegd of gewaarschuwd. Ze worden uitgevoerd op de dag zelf als fractieleden, een voor een, voor het oog van de camera’s de beroemdste voordeur ter wereld in- en uitlopen. Terwijl de hoopvolle kandidaten binnen hun lot vernemen, wordt op sociale media gespeculeerd waarom May 90 minuten nodig heeft een minister over te halen een nieuwe post te accepteren. De pantomime voldoet aan het gevoel van drama waarmee de Britten zo graag hun politiek behangen.

Je weet dat er een politieke stoelendans aan zit te komen als de premier verzucht, vaak maanden tevoren, dat hij of zij ernaar hunkert ‘mijn eigen stempel op het kabinet’ te zetten. Vanaf dat moment laten honderden fractieleden zich geen seconde meer van hun telefoon scheiden in afwachting van het telefoontje uit Downing Street. Voor de overgrote meerderheid komt de uitnodiging voor een gesprek met de premier er nooit.

Op de benoemingen zelf is doorgaans geen peil te trekken. Ik sprak eens een staatssecretaris voor wie de promotie zo onverwacht kwam dat hij na zijn aanstelling de dichtstbijzijnde telefooncel indook om in het telefoonboek op te zoeken waar zijn nieuwe ministerie eigenlijk was. (We spreken eind jaren tachtig).

Op de benoemingen zelf is doorgaans geen peil te trekken.

Zeker is dat het zelden gaat om ervaring of expertise. Dat het ministerie van Justitie er in zeven jaar tijd zes ministers doorjoeg, heeft niets met de ministers te maken en alles met ego’s en politiek opportunisme. En u dacht toch niet dat Boris Johnson minister van Buitenlandse Zaken blijft omdat hij op dat ministerie zo’n doorslaand succes is? Johnson zou de premier mateloos irriteren. Zijn flaters zijn legio, maar May heeft het gezag niet hem te ontslaan. Ze handhaaft haar blonde blunderaar volgens het adagium dat het beter is je tegenstanders in de tent te hebben naar buiten pissend, dan daarbuiten naar binnen pissend.

De kabinetswijziging van deze week ging niet om persoonlijkheid of beleid, maar om leiderschap. En in het geval van May, gebrek eraan. De Britse regeringsleider hoopte 2018 te beginnen in een sterkere positie. Ze wilde zich opnieuw presenteren door slagvaardigheid te tonen en nieuwe ideeën. Maar haar beleid is ongewijzigd en het zal de kiezers een zorg zijn wie op welk ministerie de scepter zwaait.

May heeft de macht niet een kabinet te benoemen van haar keuze. Haar aanstellingen zijn niet meer dan het rangschikken van de ligstoelen op het dek van de Titanic. De Britten weten wie de nieuwe ministers zijn, maar niet wie de baas is. Of, beter, ze weten dat May niet de baas is. Dus nee, voor de Britse premier was het de pijn niet waard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content