Het lijkt erop dat Boko Haram, de terreurbeweging die in West-Afrika strijdt voor de vestiging van een islamitisch kalifaat, meer en meer slachtoffer wordt van een voedselcrisis die het zelf heeft gecreëerd.
De strijders van Boko Haram zaaien nog steeds bijna dagelijks dood en verderf in vooral delen van het noorden van Nigeria, het noorden van Kameroen en het zuiden van Tsjaad. Maar in plaats huizen in brand te steken en mensen te ontvoeren, stelen ze nu koeien, geiten en ander voedsel dat ze kunnen buitmaken.
Deze week nog gaven tientallen uitgehongerde strijders van Boko Haram, onder wie gegijzelde vrouwen en kinderen, zich over aan regeringstroepen in het noordoosten van Nigeria, smekend om eten. Het Nigeriaanse leger verwacht meer gelijkaardige taferelen, nu veel belangrijke bevoorradingsroutes van Boko Haram zijn afgesneden.
Kameroen
Een en ander verklaart ook dat Boko Haram steeds meer aanvallen uitvoert over de Nigeriaanse grens, in het noorden van buurland Kameroen. Dat staat in een analyse van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken van de jongste aanvallen van Boko Haram, schrijft de krant The New York Times.
Ook volgens de regering van Kameroen zijn in de afgelopen drie jaar al duizenden koeien, geiten en schapen gestolen bij aanvallen van Boko Haram in het land.
Verlaten
The New York Times merkt op dat Boko Haram slachtoffer is geworden van een gigantische voedselcrisis die de groepering zelf heeft gecreëerd. De terreur van Boko Haram heeft de voorbije jaren meer dan twee miljoen mensen op de vlucht gejaagd. Onder hen ook veel boeren, die braakliggende velden hebben achtergelaten.
Veel dorpen in de regio zijn verlaten, zodat er voor de terroristen niets meer te plunderen valt. De handel is er compleet stilgevallen en tienduizenden mensen leven er op de rand van hongersnood. Markten blijven dicht omdat niemand iets wil komen verkopen, uit vrees voor zelfmoordterroristen die zich in de massa willen opblazen.
Lees ook: ‘Boko Haram is van tactiek veranderd’
Zeven jaar
Nigeria kampt sinds 2009 met de opstand van Boko Haram, waarbij in het noorden al minstens 17.000 mensen omkwamen.
Om Boko Haram te bestrijden, hebben de vier landen die grenzen aan het Tsjaadmeer (Nigeria, Tsjaad, Niger en Kameroen) en Benin een multinationale troepenmacht opgericht van 8.700 militairen, politie en burgers. Deze moest zich in juli 2015 ontplooien maar is, ondanks de steun van de Afrikaanse Unie, nog altijd niet operationeel. Lees meer. (KVDA)
