Beroemd en berucht: bij de militie Hashd al-Shaabi

Een strijder van Hashd al-Shaabi kust een vlag met de afbeelding van de heilige imam Hoessein. © SEBASTIAN BACKHAUS

Ze wordt verdacht van martelpraktijken, moord en plunderingen, en de Amerikanen vrezen dat ze grotere ambities heeft in Syrië. Toch wordt de Iraakse sjiitische militie Hashd al-Shaabi getolereerd als coalitiepartner in de strijd tegen de IS. Knack trok een paar dagen op met het sjiitische volksleger, vanuit de Iman Hoessein-moskee tot aan de poorten van Mosul. ‘Het verschil met de IS? Zij vechten voor de dood, wij voor het leven.’

Mannengezang weerklinkt over de zandvlakte. Een groep strijders van de sjiitische militie Hashd al-Shaabi danst en zwaait kalasjnikovs in de lucht. Ze vieren de herovering van het dorpje Zarqa op de Islamitische Staat, 23 kilometer ten zuidwesten van Mosul. In de drie dagen dat de Hashd betrokken is bij de slag om de door de IS bezette stad, heeft het sjiitische volksleger al 23 dorpjes bevrijd. De snelle opmars voedt het zelfvertrouwen. De mannen wijzen naar een heuvel, drie kilometer voor ons. Daar bereiden hun collega’s zich voor op de volgende aanval tegen de IS. ‘Vóór zonsondergang is het gepiept’, klinkt het zelfverzekerd.

Hashd al-Shaabi wordt de machtigste militiegroepering van Irak genoemd. Officiële cijfers zijn er niet, maar geschat wordt dat er binnen de verschillende facties van de groepering tussen de 100.000 en de 120.000 strijders actief zijn. De oorsprong van het sjiitische volksleger dateert al van voor de inname van Mosul door de IS in juni 2014. Maar de aftrap begon toen de sjiitische geestelijke grootayatollah Ali al-Sistani in diezelfde periode zijn aanhangers opriep om ten strijde te trekken tegen de terreurorganisatie. Verscheidene sjiitische strijdgroepen besloten zich te verenigen. Hashd al-Shaabi was geboren.

Al gauw breidden de activiteiten van de militiegroepering zich verder uit dan de bescherming van sjiitische heiligdommen en de eigen bevolking tegen de IS. Het Iraakse leger, net als Hashd al-Shaabi overwegend sjiitisch, was op de vlucht geslagen toen de terreurbeweging Mosul bezette en kon de snelle overrompeling van de jihadisten duidelijk niet alleen aan.

De Hashd bleef als militie bestaan maar werd voortaan door de overheid betaald en bewapend. Dat wierp vruchten af. De groepering bleek een grote steun bij de bevrijding van Tikrit, Ramadi en Falluja. Het bloedbad onder de soennitische bevolking waar critici voor hadden gevreesd, bleef uit. Maar het liep nu ook weer niet van een leien dakje. Verhalen doken op van martelpraktijken, moorden en plunderingen gepleegd door Hashd al-Shaabi. Internationale mensenrechtenorganisaties beschuldigen de groepering van gruweldaden en vernieling van huizen en kantoren van soennieten. De reputatie van de Hashd was gevestigd. Op sociale media dook een filmpje op waarin Hashdstrijders het hart en de lever uit iemands lichaam rukken en die opeten. Tegenstanders noemen de militie even erg als de IS. Peshmergacommandant Siad Barzani, broer van de Koerdische president Massoud Barzani, vertelde ons een paar dagen eerder dat hij nog liever had dat de IS bleef dan dat Hashd al-Shaabi de macht zou overnemen. ‘Want qua wanpraktijken staan ze op dezelfde lijn.’

Uit angst voor nieuwe sektarische confrontaties stond de Iraakse regering in eerste instantie niet toe dat de Hashd zich actief in de slag om Mosul zou mengen. Tot zaterdag 29 oktober, twaalf dagen na de start van het offensief. Plots kreeg de sjiitische militie groen licht. Hashd al-Shaabi was nodig. Waarna het onmiddellijk de aanval inzette vanuit het zuidoosten van Mosul.

Fatwa

‘We hebben met de regering duidelijke afspraken gemaakt dat we tot op een bepaalde afstand van Mosul blijven’, vertelt Hadi al-Ameri ons in Zarqa. Als leider van de Badr Organisatie, een onderdeel van Hashd al-Shaabi en ook de gewapende tak van een sjiitische politieke partij waar Ameri aan gelinkt is, mag hij zich een machtig man noemen in Irak. Hij staat tussen zijn mannen in de tuin van een bevrijd huis en legt uit tot waar ze zullen vechten. Om straks problemen te vermijden mag de militie, net als de Koerdische Peshmerga, het gebied rondom Mosul mee helpen bevrijden, maar mag ze niet deelnemen aan de herovering van de stad zelf. De soennitische bevolking van Mosul is als de dood voor de Hashd en wil niet dat de militie naar de stad komt.

‘Dat respecteren we’, zegt Ameri. ‘We zijn hier op verzoek van de regering, we volgen de orders van de overheid.’ Terwijl zijn mannen de ene mortiergranaat na de andere afschieten – of het nu menens is of om indruk te maken op journalisten weten we niet – toont Ameri op een kaart het gebied dat de Hashd hoopt te bevrijden. Het is de bedoeling dat ze ten westen van Mosul zullen opereren. Koerdische strijdkrachten zijn actief in het noorden en oosten, speciale eenheden van het Iraakse leger strijden aan de randen van de stad en in het zuiden. Aan de westkant was tot nu toe niemand actief.

Of zijn strijders zich nu anders gedragen tegenover de lokale soennitische bevolking, vragen we. ‘Er zijn geen problemen’, zegt Ameri. ‘Hier en daar zijn er nog bewoners in de heroverde dorpen. We werken goed met hen samen. Het is ook niet de bedoeling dat we blijven: we bevrijden een dorp en dan trekken we verder. We werken samen met de Koerden en met het Iraakse leger.’

De Hashdstrijders in Zarqa vertellen hetzelfde. Dat ze geen moeilijkheden ondervinden met de dorpsbewoners, en dat ze Irak willen bevrijden voor iedereen – soennieten, christenen, sjiieten, Turkmenen, Arabieren, Koerden, Yezidi en andere religieuze minderheden. De militie bestaat trouwens zelf uit verschillende geloofsgroeperingen, waaronder Yezidi, christenen en soennieten. Al zijn de sjiieten veruit in de meerderheid. Volgens Haitham Mayahi, politiek adviseur van Ameri, hebben ze geleerd van hun fouten in steden als Falluja. Ook de oproep van ayatollah Sistani zou verbetering hebben gebracht. De religieuze leider sprak na de hardnekkige berichten over mensenrechtenschendingen een fatwa (juridisch advies binnen de islam) uit waarin hij een aantal geboden oplegde. Sindsdien lijken de Hashdstrijders zich beter te gedragen.

‘Ik ben hier voor de eenheid van Irak’, zegt Ahmed Raat, die bij de Badrbrigade vecht. ‘Mijn land is het belangrijkste nu. Maar de echte reden dat ik vecht, is mijn geloof. Toen Sistani in 2014 opriep om de wapens tegen de IS op te nemen, heb ik me meteen gemeld.’

Op de terugweg van de zingende mannen aan de andere kant van Zarqa worden we verrast door een zware explosie. Pal naast ons horen we de ramen breken van het huisje dat tot gisteren dienst deed als kantoor van de IS. Een donkere rookpluim stijgt op. Een autobom van de jihadisten was tot aan de rand van Zarqa gereden en werd zojuist door de Hashd onder vuur genomen en uitgeschakeld. ‘We krijgen ze wel klein’, klinkt het grimmig bij de sjiitische strijders. Een van hen laat een schoolboek zien dat de IS gebruikte om jonge kinderen te onderwijzen. Ter illustratie staat op elke bladzijde een wapen afgebeeld. Mortiergranaten en kalasjnikovs. En bij de uitleg van rekensommen zoals 1 plus 1 = 2 worden geen appels of mannetjes getoond, maar kogels.

Ambities in Syrië

Een paar dagen eerder in Bagdad, in het hart van de Groene Zone. We rijden door een oerwoud van opgetrokken beton, eindeloze rollen prikkeldraad en moeten om de tien meter stoppen bij een nieuwe controlepost. De Groene Zone was tijdens de periode van Saddam Hoessein al een zwaarbewaakt gebied. Behalve Saddams presidentieel paleis waren er ook regeringsgebouwen en legerbasissen gevestigd. Na de invasie van de VS in 2003 installeerden de Amerikanen er hun hoofdkwartier. De wijk werd verder omgebouwd tot een bijna ondoordringbaar bastion. In 2009 namen de Irakezen de controle van de Groene Zone over maar de strenge bewaking bleef, zeer tegen de zin van de bevolking. Pas in 2012 versoepelde de regering de toegang tot het bolwerk. Toch blijft het een zogoed als onneembare vesting die de kloof tussen de bevolking en de overheid in stand houdt.

Hadi al-Ameri, voormalig minister van Transport, houdt hier kantoor. Hij ontkent met klem dat de aloude sektarische verschillen in Irak op dit moment een rol spelen. ‘Het gaat om een strijd tussen de IS en de Irakezen, niet tussen sjiieten en soennieten en ook niet tussen de Koerden en Irak.’ Maar als de Koerden of de Turken zich niet aan de afspraken houden en Mosul toch binnenvallen, dan doen wij dat ook, klinkt het al snel.

Dat is nu net het probleem. Ameri mag dan beweren dat Hashd al-Shaabi de bevelen van Bagdad opvolgt, de door Iran gesteunde militiebeweging is vooralsnog geen vast onderdeel van het Iraakse leger (al wordt ze wel betaald door de overheid). Dat geeft ze meer vrijheid om haar eigen ding te doen dan de regeringssoldaten. Zo is Hashd al-Shaabi wel degelijk aanwezig in Syrië om tegen de IS te vechten, al staat de regering dat niet toe. Ook Ameri werd enkele weken geleden in Syrië gespot via een foto op Twitter. ‘We zijn níét aanwezig in Syrië’, benadrukt Ameri. ‘Het gaat om losse milities die onder de naam Hashd al-Shaabi opereren, maar ze behoren niet tot een van onze facties. Ze opereren op eigen houtje. Wat niet wil zeggen dat wij geen ambities in Syrië hebben. Als de Iraakse regering het toelaat, zullen we ook daar de wapens opnemen tegen de IS. Het heeft nu eenmaal weinig zin om de IS uit Irak te verdrijven als ze in Syrië actief blijft. Ook daar moeten ze worden aangepakt, en op alle andere plaatsen waar ze aanwezig is. Het salafitische extremisme is ontstaan in Saudi-Arabië, nu is het overal aanwezig. Het is een bedreiging voor de hele wereld. We moeten alles in het werk stellen om die dreiging tegen te gaan en te voorkomen dat de IS nog meer terreinwinst boekt. Maar laten we het voorlopig op Irak houden. We willen via de westkant het gebied tot aan Mosul bevrijden, en tegelijk willen we naar Tal Afar (IS-bolwerk tussen Mosul en Syrië, nvdr.) om te voorkomen dat strijders van daaruit naar Syrië vluchten. Maar de prioriteit is Mosul. We willen de stad niet volledig omsingelen: er moet een corridor openblijven zodat de bevolking de kans heeft om te vluchten en niet tot de laatste man als levend schild wordt ingezet door de IS of op andere manieren wordt vermoord. Het nadeel is dat er zo ook IS-strijders zullen ontsnappen. We moeten de zaken goed onder controle houden.’

Ook dat is een probleem. Hoe controleer je onder een groep vluchtende bewoners wie onderdrukt werd en wie jihadist is? Bij de herovering van andere steden en dorpen werden bewoners dikwijls botweg tot de IS of haar sympathisanten gerekend. Niet alleen door sjiitische milities, ook door de Koerden. Ameri zucht. Hij sluit zijn ogen wanneer hij verder spreekt. ‘Mijn grootste zorg is de bevolking. Feit is dat we geen idee hebben hoe we de voltallige soennitische bevolking moeten beschermen tegen de Islamitische Staat. Het gaat om heel veel mensen.’

De beschuldigingen van mensenrechtenschendingen door Hashd al-Shaabi zijn opgeblazen door mediakanalen die dezelfde agenda hebben als Saudi-Arabië, besluit Ameri. ‘Het ging om incidenten, niet om misdrijven op grote schaal. Incidenten komen bij elke groepering voor. Als hetzelfde bij het Iraakse leger was gebeurd, was het veel minder in het nieuws gekomen.’

Anti-Amerikaanse grootmacht

We zijn een paar dagen in Bagdad en praten met leiders van Hashd al-Shaabifacties. Allemaal zeggen ze hetzelfde: dat de prioriteit bij de strijd tegen de IS in Irak ligt, en niet bij de uitbreiding van hun eigen macht. Toch wordt algemeen gevreesd dat de Hashd zal uitgroeien tot een sterke, door de overheid gesteunde militiegroepering die banden heeft met zowel de Iraanse Revolutionaire Garde als de Libanese Hezbollah. Op die manier zou een anti-Amerikaanse sjiitische grootmacht in het Midden-Oosten kunnen ontstaan. Mede daarom maken de Amerikanen zich zorgen om de aanwezigheid van de militie in Syrië. Zijn ze daar alleen maar om de IS te bestrijden, of gaan hun ambities verder?

‘Ik vertrouw Hashd al-Shaabi totaal niet. Ik denk dat ze hun eigen heerschappij willen vestigen’, zegt Midden-Oostenspecialist en topdiplomaat Koos van Dam aan de telefoon. ‘En over de beloftes dat ze zich beter zullen gedragen, heb ik ook mijn twijfels. Er zijn zoveel organisaties waarvan de top zegt dat ze niet zullen martelen en moorden, maar dat betekent nog niet dat al hun mensen zich daaraan houden. Het is een bijna universeel gegeven. Ook de Amerikanen zeiden bij de invasie in Irak dat hun militairen niet mochten folteren, maar het gebeurde toch. Dat zal zeker ook zo zijn bij organisaties die het gewoon zijn om hun eigen gang te gaan. Ik geloof wel dat de oproep van ayatollah Sistani invloed kan hebben op het gedrag van Hashd al-Shaabi. Al moet je ook dat relativeren. Er zijn zoveel gelovigen die zich niets aantrekken van de religieuze normen en waarden. De katholieke kerk bezondigt zich ook aan seksueel misbruik, terwijl dat uitdrukkelijk is verboden.’

Grootayatollah Sistani is de belangrijkste sjiitische religieuze leider in Irak. De meerderheid van de bevolking – 60 procent is sjiiet – draagt de man op handen. Hij heeft de status van een bijna-heilige. Sistani staat bekend om zijn open visie, waarin plaats is voor democratie en scheiding van kerk en staat. Hij is ook voorstander van een deling van de macht in Irak. Toen de Amerikanen het land in 2003 binnenvielen, riep hij zijn volgelingen op om zich niet te verzetten. Hij speelt een belangrijke rol in het vredesproces in Irak. De fatwa die hij uitsprak na de komst van de IS in 2014, waarin hij de bevolking aanzette om het land, de eer van de bevolking en de heiligdommen te beschermen, gaf duizenden Irakezen nieuwe moed en hoop. Maar er was ook kritiek. De fatwa zou een onverantwoordelijke zet zijn die de sektarische verschillen alleen maar zou aanwakkeren.

Zelfkastijding in Karbala

We kunnen de afgevaardigde van Sistani waarschijnlijk kort spreken, horen we in Bagdad. Dat is zowaar een hele eer. De ayatollah zelf spreekt niet met de pers. Plaats van afspraak met vertegenwoordiger Ahmed al-Safi is de sjiitische heilige stad Karbala, op een uur rijden bezuiden Bagdad. Karbala wordt het hele jaar overstroomd door miljoenen sjiieten van over de hele wereld. Deze maand is het nog drukker dan anders omdat het Muharram is, de periode waarin de martelaarsdood wordt herdacht van imam Hoessein in het jaar 680. Iman Hoessein was de kleinzoon van de profeet Mohammed en wordt door de sjiieten als zijn enige echte opvolger beschouwd. Op de tiende dag van de maand vindt de Ashura plaats, een speciale herdenkingsdag vol processies en religieuze rituelen waarbij de sjiieten zich kastijden.

De tiende dag is al voorbij, maar de processies zijn nog altijd aan de gang wanneer we in de stad aankomen. We gaan de enorme Iman Hoessein-moskee binnen. Rond de graftombe is het aanschuiven, iedereen wil het heiligdom aanraken. De sfeer is extatisch. Een voorzanger reciteert met luide stem gebeden. Tijdens een speciaal gebed voor Hashd al-Shaabi staat iedereen op. Het is een gebed om de militiegroepering sterkte en moed toe te wensen, horen we. Hashd al-Shaabi houdt zich namelijk ook bezig met de beveiliging van Karbala en van de moskee – de stad heeft de voorbije jaren verscheidene aanslagen te slikken gekregen. Ook de IS pleegde in 2015 een aanslag op sjiitische pelgrims die onderweg waren naar de stad. Op een groot scherm zien we hoe Sistani’s afgevaardigde Ahmed al-Safi de menigte toespreekt. Binnen in de moskee is een grote groep mannen samengestroomd. Op het ritme van een grote trom slaan ze zichzelf met kettingen op de schouders, tot bloedens toe. Ze raken helemaal in vervoering, rollen met hun ogen en dansen als wildemannen. De Islamitische Staat zou ervoor weglopen. ‘De IS staat sterk door haar ideologie. Dat mist het Iraakse leger. Maar bij Hashd al-Shaabi is het geloof even diep geworteld als bij de IS. Dat maakt hen een gevaarlijke tegenstander’, vertelde Hashdleider Maveen al-Kadamy ons vanmorgen. ‘Het verschil is dat de IS voor de dood vecht, en wij voor het leven.’

Pal naast de kastijdende menigte ontmoeten we Ahmed al-Safi, de vertegenwoordiger van ayatollah Sistani. Hij knikt minzaam en zegt dat hij maar een paar minuten tijd heeft. ‘De komst van de IS was geen verrassing voor ons’, zegt hij. ‘We wisten dat het zou gebeuren. De fatwa van Sistani om het land tegen de IS te beschermen, kwam op het juiste moment. Duizenden mannen hebben er gehoor aan gegeven. Religie en respect zijn de belangrijkste pijlers van de fatwa. Voor Hashd al-Shaabi is Mosul niet belangrijker dan andere steden. We werken mee aan de bevrijding, dat is het enige wat telt. Het is te vroeg om te spreken over wat er met Hashd al-Shaabi zal gebeuren ná de slag om Mosul. Mochten ze nodig blijven, dan zijn ze aanwezig. Als blijkt dat het leger het straks alleen afkan, wordt een deel van Hashd al-Shaabi eventueel ontbonden en naar huis gestuurd. Met name de studenten en jongeren. Degenen die willen blijven, kunnen eventueel geïntegreerd worden in het leger. Maar zover zijn we nog niet.’ Safi moet weg. Hij verdwijnt met zijn gevolg in de menigte, met in zijn kielzog een handvol wantrouwig kijkende Hashdleden. Een man valt flauw te midden van de kastijdende bende. Overmand door emoties. ‘De kracht van het geloof’, glimlacht de bewaker die ons uitgeleide doet.

DOOR JOANIE DE RIJKE, FOTO’S SEBASTIAN BACKHAUS

Op sociale media dook een filmpje op waarin Hashdstrijders het hart en de lever uit iemands lichaam rukken en die opeten.

In een schoolboek van de IS worden bij rekensommen zoals ‘1 plus 1 = 2’ geen appels of mannetjes getoond, maar kogels.

‘Ik vertrouw Hashd al-Shaabi totaal niet. Ik denk dat ze hun eigen heerschappij willen vestigen.’Midden-Oostenspecialist Koos van Dam

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content