Silvio Berlusconi wordt door zijn tegenstanders beschuldigd van ‘gevaarlijke verkiezingspropaganda’ nu hij in het door recessie getroffen Italië fiscale amnestie en de teruggave van een onpopulaire taks belooft als hij zou winnen.
Nu ligt hij nog achterop in de peilingen, maar de vroegere Italiaanse premier Silvio Berlusconi grijpt terug naar zijn aloud fiscaal recept om met zijn centrumrechtse alliantie de nakende parlementsverkiezingen in Italië te winnen.
Zo belooft hij een fiscale amnestie als hij zou winnen. Die maatregel zou erin bestaan dat fiscale valsspelers zich kunnen regulariseren door slechts een deel te storten van wat zij de Italiaanse staat moeten.
In oktober is de 76-jarige Berlusconi zelf voor fiscale fraude veroordeeld, maar hij is in beroep gegaan. Hij heeft vroeger al fiscale amnestie voorgesteld.
Belastingen terugstorten
Zondag beloofde hij nog dat hij bij een overwinning de Italianen vier miljard euro aan onroerende voorheffing voor de eigen woonst zal terugbetalen. De taks werd heringevoerd door huidig premier Mario Monti. Eerder had hij al beloofd dat hij de taks zou afschaffen.
Voor hij de belofte deed, had Berlusconi de taks al genoemd als de oorzaak van alle problemen in Italië. “De onzekerheid die ermee gecreëerd werd, was de belangrijkste factor in de economische crisis. Er mag niet en nooit geraakt worden aan de eerste woning, want dat is de pijler waar families op bouwen.” Volgens Berlusconi zorgde de herinvoering van de taks – die hij zelf in 2008 had afgeschaft – onder andere voor het instorten van de vastgoedprijzen met 5 à 20 procent.
Berlusconi verzekerde dat zijn belofte, die de fiscus 4 miljard euro kost, financieel gedekt is. De middelen zouden volgens hem voor een groot deel komen uit een bilateraal akkoord dat momenteel onderhandeld wordt om de investeringen van Italianen in Zwitserland te belasten. Berlusconi is ook bereid te snoeien in de overheidsuitgaven.
Liever minister van Economie dan premier
Italië beleeft momenteel zijn vierde recessie sinds 2001. De werkloosheid is gestegen van 8,4 procent in 2011 naar 11,2 procent in december.
Terwijl hij zijn achterstand in de peilingen verkleint, houdt Berlusconi vol dat hij in geval van winst minister van Economie in plaats van premier wil zijn.
De voormalige Italiaanse premier moest eind 2011 aftreden door een combinatie van persoonlijke schandalen en de economische crisis. Zijn partij PdL (‘Il Popolo della Libertà’ of het volk van de vrijheid) steunde de regering van Monti tot in december. Nu beweert Berlusconi dat de maatregelen van Monti alleen maar de werkloosheid hebben verhoogd en onzekerheid hebben gecreëerd.(Belga/TE)
