Belgische ontmijners bereiden zich voor om te helpen bij het onschadelijk maken van de chemische wapens in Syrië. De specialisten van de dienst DOVO staan klaar om binnen de vijftien dagen uit te rukken.
Minister van Defensie Pieter De Crem zegt te anticiperen op een mogelijke internationale vraag, schrijven Het Nieuwsblad en De Standaard. De vernietiging van het chemische wapenarsenaal van Syrië is enkele dagen geleden gestart door inspecteurs van de Organisatie voor een Verbod op Chemische Wapens.
Tientallen Belgische militairen, vooral specialisten in ontmijningsopdrachten van de dienst DOVO, hebben de afgelopen dagen reis-, visum- en andere documenten in orde gebracht, in het kader van een mogelijke missie richting Syrië, melden de kranten op gezag van bronnen binnen Defensie. Volgens hen weigert de legerleiding voorlopig alle commentaar.
Vijftien dagen
Algemeen wordt aangenomen dat de VN-Veiligheidsraad snel bijstand zal vragen voor de vernietigingsopdracht in Syrië. De betrokken Belgen, vooral gekazerneerd in het West-Vlaamse Poelkapelle, zijn door hun oversten “op vijftien dagen geplaatst”. Een militaire term die aangeeft dat ze binnen de vijftien dagen op missie kunnen vertrekken.
In de Kamercommissie Defensie zei De Crem woensdag nog dat België tot nog toe “geen officiële vraag heeft gekregen om deel te nemen aan een mogelijke opdracht”. Hij gaf wel toe dat Defensie “anticipeert” op een eventuele vraag, aldus nog de kranten.
Volgens Le Soir was er woensdag een “officiële Amerikaanse delegatie” in het land om een en ander op technisch niveau te bespreken, aldus nog De Standaard en Het Nieuwsblad. De uiteindelijke beslissing ligt in handen van de regering. (Belga/TV)
