Het Australische Hooggerechtshof heeft een klacht van een Bengaalse vrouw verworpen tegen de offshore opvang van vluchtelingen op de eilanden Nauru, Manus Island en Christmas Island. Daardoor kan de overheid asielzoekers die voor medische verzorging naar Australië worden gebracht, terugsturen naar die eilanden.
Australië stuurt bootvluchtelingen ofwel terug naar hun land van afkomst, ofwel naar vluchtelingenkampen op eilanden in de Stille of Indische Oceaan. Die vluchtelingenkampen krijgen echter veel kritiek, omdat de leefomstandigheden er zeer precair zijn en de asielzoekers er het slachtoffer worden van misbruik en geweld. Er zijn al enkele keren rellen uitgebroken in de kampen.
De vrouw die de zaak aanspande tegen Australië was vanuit Nauru naar Australië overgebracht omdat ze tijdens haar zwangerschap medische verzorging nodig had. Haar baby, die nu 1 jaar is, werd geboren in Australië, maar nu dreigt de vrouw, net als vele andere asielzoekers, teruggestuurd te worden naar Nauru.
‘Niet vastgehouden’
Volgens de autoriteiten verblijven momenteel minstens 267 asielzoekers, onder wie 91 kinderen, vanwege medische of andere redenen in Australië. Zij hoopten dat de rechtszaak ervoor zou zorgen dat ze in Australië konden blijven. Het Hof besliste echter dat de vrouw niet onwettelijk wordt vastgehouden op Nauru, dat het niet om een schending van de Australische migratiewetgeving gaat en dat de offshore-deal met Nauru grondwettelijk is. Daniel Webb, de advocaat van het Human Rights Law Centre die de zaak naar de rechtbank bracht, is zeer teleurgesteld. “Het is fundamenteel fout om deze mensen te veroordelen tot een leven in onzekerheid op een piepklein eiland”, zegt hij. “De wet is één ding, moraliteit is iets anders.”
(Belga/RR)
