Armeense genocide: hoe Turkije toeristen lokt door de geschiedenis te herschrijven

© Dweezil Vandekerckhove
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

100 jaar na de door Turkije nog steeds niet erkende Armeense genocide manipuleert het land al jaren de archeologische ontdekkingen uit het Armeense koninkrijk. Of hoe de Turken de geschiedenis blijven herschrijven.

In 2015 is het 100 jaar geleden dat de Armeense genocide zich voltrok in het toenmalige Ottomaanse Rijk. Honderdduizenden Armeniërs lieten het leven nadat de Ottomaanse regering hun deportatie beval naar de toenmalige Ottomaanse provincie Syrië.

Turkije weigert, in tegenstelling tot andere landen in de wereld, die ‘genocide’ te erkennen. Van een geplande liquidatie van de Armeense bevolkingsgroep is volgens de Turken geen sprake, al ontkent het land niet dat er bij de deportatie wel slachtoffers vielen.

Het ligt voor Turkije moeilijk om de Armeense genocide te erkennen omdat de Turken vrezen dat ze dan zouden moeten toegeven dat hun voorvaders bloed aan hun handen hebben. Ze zouden zich dus schuldig gemaakt hebben aan een van de ernstige misdaden ooit. Daarnaast vrezen de Turken ook schadeclaims. De toenmalige Armeense bevolking verloor immers onder andere haar woningen en gronden.

Gevolgen voor archeologisch onderzoek

Maar de Turkse weigering om de genocide te erkennen heeft ook gevolgen voor het archeologisch onderzoek in de regio. Honderden sites uit de Armeense periode liggen er onbeschermd bij waardoor archeologische overblijfselen door lokale inwoners geplunderd worden om bijvoorbeeld als bouwmateriaal te gebruiken. Zo verdwijnt ook langzaam het Armeense erfgoed uit het collectieve geheugen.

Dweezil Vandekerckhove in Armenië
Dweezil Vandekerckhove in Armenië© Dweezil Vandekerckhove

Dat mocht de Vlaamse doctoraatsstudent Dweezil Vandekerckhove, gespecialiseerd in de Armeense middeleeuwen, aan den lijve ondervinden. Voor zijn onderzoek aan de Britse Universiteit van Cardiff legde hij de restanten bloot van 15 goed bewaarde Armeense kastelen in de provindie Çukurova in het zuidoosten van Turkije, nabij de grens met Syrië. Vandekerckhove ontdekte de kastelen – geheel volgens de gebruiken van deze tijd – van achter zijn computer in Cardiff via Google Earth, GIS (een geografische tool waarmee je onder meer waterbronnen kunt lokaliseren) en Panoramio (een website waar geregistreerde gebruikers kosteloos foto’s kunnen plaatsen die gekoppeld zijn aan een zogeheten geo-locatie zodat ze op een kaart worden getoond). ‘We identificeerden 15 kastelen waarvan we het bestaan niet afwisten, allen in een goede staat van bewaring en uiteraard een schat van informatie voor ons archeologen en historici’, licht Vandekerckhove zijn onderzoek toe.

Poster van de Turkse toeristische dienst.
Poster van de Turkse toeristische dienst.

Maar na de eerste opwinding over de ontdekking, botste Vandekerckhove meteen ook op de politieke consequenties ervan. ‘Mijn onderzoek legt wetenschappelijk vast dat de meerderheid van de kastelen in het vroegere ‘Cilicië’, nu Çukurova, gebouwd werd in de periode van het Armeens koninkrijk, en zodoende een belangrijk onderdeel vormt van het Armeens patrimonium’, aldus de archeoloog. ‘Maar omdat Turkije nog steeds de Armeense genocide ontkent doet het alle moeite om herinneringen aan de Armeense periode in de regio te uit te wissen. Sterker nog: men gebruikt de Armeense kastelen zelfs momenteel als lokaas om toeristen naar de regio te lokken. Bij de kastelen valt dan te lezen dat ze gebouwd werden door de Byzantijnen of desnoods de Romeinen.’

Als ik over het Armeense verleden begon, stootte ik op een muur.

‘Tijdens mijn reizen heb ik pas goed gemerkt hoe ver de ontkenning gaat’, zegt Vandekerckhove in Knack magazine. “In Cilicië wonen vooral Koerden. Ontzettend gastvrij, ik denk er met heimwee aan terug. Maar als ik over het Armeense verleden begon, stootte ik op een muur. Dat er in hun streek zoiets als een Armeens koninkrijk had bestaan? Dat de Armeniërs ook na het verdwijnen van dat koninkrijk de grootste bevolkingsgroep zijn gebleven? Jongeren weigerden gewoon het te geloven, die zijn compleet geïndoctrineerd. Bij de oudere generatie voelde ik dat ze wel op de hoogte waren, sommigen konden zelfs nog aanwijzen waar vroeger Armeense dorpen lagen. De meesten wilden er echter niet over praten, terwijl ze thuis wel een collectie Armeense munten bewaren die ze op hun land hebben gevonden”.

Bondgenoot van de kruisvaarders

De Armeense migratie naar Cilicië vond plaats tijdens de 11e eeuw, waar zich in 1198 een koninkrijk vormde. Dit koninkrijk was een welgekomen bondgenoot voor de kruisvaarders die in het Heilig Land vanaf 1200 steeds meer onder druk kwamen te staan. Na de val van de kruisvaarder werd de druk op het kleine koninkrijk echter te groot en de hoofdstad Sis viel in 1375 aan de Mammelukken. De reden waarom dit kleine koninkrijk overigens gedurende zo’n lange tijd wist te weerstaan aan de druk van buitenaf lag net aan de bouw van die indrukwekkende kastelen. Vele Armeense architecten werden trouwens in dienst genomen door de kruisvaarders. Na de val in 1375 bleef de Armeense bevolking eeuwenlang de meerderheid uitmaken in de regio tot de genocide in 2015. Maar in het museum van Adana, de grootste stad in Cilicië, wordt over de Armeniërs met geen woord gerept.

Op 24 april 1915 begon uiteindelijk een massamoord op de Armenen in Ottomaanse Rijk. Ook Grieken en Assyriërs vielen ten prooi aan de uitroeiingspraktijken. Het drama wordt door de Armeense gemeenschap en 23 staten beschouwd als genocide. Turkije houdt het op ‘massamoord en deportaties’ die plaatsvonden in het kader van een oorlog. Het land vindt het labelen van de gebeurtenissen als genocide onbespreekbaar.

Lees ook: Culturele genocide: IS in de voetsporen van de VS en co

Dweezil Vandekerckhove geeft op vrijdag 22 mei om 20 uur een lezing over de Armeense erfenis in Cilicië in het Open VLD-huis op de Grote Markt in Mechelen. Deelname is gratis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content