‘Arabische landen staan in de rij om samen te werken met Israël’

Israëlisch premier Benjamin Netanyahu. © Reuters

Vijftig jaar na de Zesdaagse Oorlog is de vraag of Israël wel een oplossing van zijn conflict met de Palestijnen wil.

De Israëlische minister van Cultuur zorgde op het Filmfestival in Cannes vorige week voor een opgemerkte passage. Miri Regev van de rechtse partij Likoed van premier Benjamin Netanyahu showde op de rode loper een jurk waarop de skyline van Jeruzalem was afgedrukt. Ze wilde op die manier de vijftigste verjaardag herdenken van ‘de bevrijding en de hereniging’ van die stad. Het nummer werd niet door iedereen gesmaakt. Een groot deel van de internationale gemeenschap beschouwt de ‘hereniging’ van Jeruzalem nog altijd in de eerste plaats als een bezetting door Israël van Palestijns grondgebied.

Arabische landen staan in de rij om samen te werken met Israël. De Palestijnen zijn niet meer hun eerste zorg

Begin juni 1967 versloeg Israël in de Zesdaagse Oorlog de Arabische legers van Egypte, Jordanië en Syrië en veroverde de Sinaï-woestijn, de Golan-hoogvlakte, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Afgezien van de Sinaï houdt Israël het andere veroverde gebied sindsdien stevig onder controle. Er was lang begrip voor de operatie, die het kwetsbare Israël veiliger moest maken. Maar dat begrip kalfde geleidelijk af door de manier waarop Israël met de bezette gebieden omsprong. Er wonen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem ondertussen een klein half miljoen Joodse kolonisten, en ieder jaar komen er nog bij. Dat is niet alleen in strijd met het internationale recht, het staat ook een politieke oplossing van het conflict in de weg.

Donald Trump belooft dat hij op zijn beurt een poging wil wagen om de partijen bij elkaar te brengen. Dat het zo moeilijk praten is tussen Israël en de Palestijnen, heeft met de Palestijnse verdeeldheid te maken en met de aanhoudende dreiging van geweld. Maar ook met de Israëlische onwil om de kwestie van de nederzettingen aan te pakken. Israël lijkt het idee van een volwaardige Palestijnse staat naast Israël te hebben opgegeven. Het gokt op een onzekere status quo, terwijl het Midden-Oosten sinds 1967 toch grondig is veranderd. Israël is veiliger dan toen, het is welvarend en Arabische landen staan in de rij om samen te werken in de strijd tegen de terreur en tegen de gemeenschappelijke vijand Iran. Wat er met de sukkelende Palestijnen gebeurt, is niet meer hun eerste zorg.

Tegelijk moet Israël zich ervan bewust zijn dat de Palestijnen niet weggaan. Het is ook niet denkbaar dat het in zijn relatie met de Palestijnen een soort apartheidsregime installeert. Veel heeft Israël van een Palestijnse staat niet meer te vrezen. Als het integendeel in zijn arme buur investeert, worden ze daar allebei sterker van. Als het dat niet doet, dreigt het proces dat nu bezig is zich uiteindelijk toch tegen de Joodse staat te keren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content