Angst voor ’taliban-achtige’ rechtspraak in Syrië

© Reuters

De angst groeit dat in Syrië rechtbanken zullen ontstaan die er een ’taliban-achtige’ rechtspraak op na houden.

De angst groeit dat in Syrië rechtbanken zullen ontstaan die er een “taliban-achtige” rechtspraak op na houden. Veel rechtbanken in gebieden die onder controle staan van Syrische rebellen, staan al onder leiding van islamitische geestelijken.

Syrië was lang een gewelddadige repressieve, maar wel een seculiere staat. In de huidige omstandigheden zien veel Syriërs de islamitische rechtbanken als de enige mogelijkheid. Maar ze mogen volgens hen niet verward worden met de rechtspraak die aan Al-Qaeda gerelateerde groepen uitvoeren in bijvoorbeeld de Islamitische staat Irak.

Rechters niet meer vertrouwd

Voormalige rechters uit het regime van president Bashar al-Assad worden niet meer vertrouwd, ook niet als ze steun betuigen aan de opstand, zeggen inwoners van verschillende dorpen in de provincie Idlib. Veel moslimgeestelijken die nu rechtspreken, zaten onder het regime van Assad in de gevangenis of hebben verwanten die vast zaten. Dat geeft hen een zekere legitimiteit in de ogen van het publiek en de rebellen.

De moslimgeestelijke sjeik Hamdan Khattab, hoofd van een plaatselijke rechtbank met jurisdictie over een deel van de provincie Idlib, zegt dat hij zijn broer dertig jaar niet gezien heeft. Zijn broer werd verdacht van banden met de Moslimbroederschap. Sinds 1980 was de Moslimbroederschap verboden in Syrië. Op lidmaatschap stond de doodstraf.

Hij zegt dat er geen uitspraken bekrachtigd kunnen worden volgens de sharia-wetgeving “zolang we geen president hebben.” Vonnissen moeten volgens hem uitgesteld worden tot na de oorlog. Dat lijkt echter niet te gelden voor bepaalde “oorlogsmisdaden” die begaan worden door strijders.

Een Palestijn die vocht voor een van de milities die het regime-Assad steunen, werd geëxecuteerd nadat hij schuldig werd bevonden aan verkrachting en moord. Dat gebeurde na een uitspraak van een rechtbank in Bab Al-Hawa, bij de Turkse grens.

Wetteloosheid en plunderingen aanpakken

Maher, de plaatselijke commandant van Suqour al-Sham, een van de belangrijkste rebellenbewegingen, zegt dat de meeste arrestaties worden verricht wegens diefstal. Zijn mannen arresteerden ook de van moord en verkrachting verdachte Palestijn, die daarna werd overgedragen aan het gerecht. Zijn mannen zijn meer arrestaties gaan verrichten op verzoek van de plaatselijke sharia-rechtbank. Die wil zo de wetteloosheid en plundering in het gebied aanpakken. Voor diefstal is de straf doorgaans zes tot twaalf maanden cel, zegt hij.

De rechtbanken bemoeien zich niet met ruzies tussen tribale groepen, zegt sjeik Aid Hussein, leider van de Al-Damaalkha-stam. Daarmee volgen ze de lijn die het regime-Assad lang volgde. Dat liet de verschillende stammen hun conflicten onderling uitvechten. Tribale leiders en oudsten bepaalden welke schadevergoeding en hoeveel “bloedgeld” betaald moest worden voor een moord.

Veel moslimgeestelijken zeggen dat ze zich baseren op de Verenigde Arabische Code, een op de sharia geïnspireerde wetgeving waarover de ministers van Justitie van de Arabische Liga in 1996 overeenstemming bereikten. Geestelijken die alleen opgeleid zijn in de sharia-wetgeving, worden volgens hen rebellengebieden vaak bijgestaan door advocaten die optreden als adviseurs.

Discriminatie

Onder de Syrische wetgeving hadden vrouwen niet dezelfde status als mannen. Zij hebben ook het meest last van de islamitische invloeden in de wetboeken. Als een verkrachter bijvoorbeeld trouwt met zijn slachtoffer, is er volgens de wet geen misdrijf (meer) gepleegd. En eerwraak geldt als verzachtende omstandigheid als vrouwelijke familieleden worden vermoord. De Syrische wet gaat ervan uit dat vrouwen afhankelijk zijn van hun vaders en echtgenoten.

In zowel de tribale rechtssystemen als de sharia en de meeste burgerlijke bestuursorganen, worden vrouwen volledig uitgesloten bij de besluitvorming. Hoewel ze onder het regime-Assad zwaar gediscrimineerd werden, waren er wel vrouwelijke advocaten actief voordat de opstand uitbrak. Heba, die zich bezighoudt met het documenteren van marteling van vrouwen en meisjes tijdens het regime-Assad en de gifgasaanval in Saraqeb, zegt dat vrouwen altijd worden uitgesloten van promotie. “Ze blijven tientallen jaren op hetzelfde niveau werken waarop ze binnenkomen, terwijl de mannen carrière maken.”

Heba, die momenteel in Turkije verblijft uit veiligheidsoverwegingen, zegt dat er geen nieuw juridisch systeem nodig is. “De wet is nooit het grootste probleem geweest. Wel de arbitraire arrestaties, de systematische marteling door het regime en de corruptie.”

De sharia is volgens haar niet verantwoordelijk voor de vele wreedheden in Syrië. De islam zou ook door veel Syrische rebellen als meer “egalitair” worden beschouwd, aangezien “alle mensen voor God gelijk zijn.” (IPS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content