Amnesty: ‘Koerdische strijders in Syrië schuldig aan oorlogsmisdaden’

Koerdische milities in de buurt van Hasaka © Reuters

Volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International hebben de Koerdische rebellen zich in Syrië schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden.

Bij het veroveren van veertien steden en dorpen in het noorden en noordoosten van het land hebben ze de bevolking weggejaagd en massaal huizen vernield. “Het gaat om oorlogsmisdaden begaan door de autonome administratie” van Syrische Koerden, aldus de mensenrechtenorganisatie.

Dit bestuur kwam er nadat het Syrische leger zich in 2012, bij het uitbreken van de burgeroorlog, had teruggetrokken uit dit gebied, waar overwegend Koerden leven.

Momenteel vechten de Koerdische strijders er tegen rebellen van Islamitische Staat (IS). Ze krijgen daarbij de steun van het Westen: eerder raakte bekend dat de VS er tonnen munitie hebben gedropt, onder meer voor Koerden.

‘Moedwillige bestraffing’

Volgens Amnesty zijn de vernielingen die de Koerdische strijders hebben aangericht niet het gevolg van gevechten met jihadisten, “maar van een moedwillige en gecoördineerde campagne om de bevolking in de dorpen collectief te straffen, omdat ze IS-strijders zouden gehuisvest hebben”.

De mensenrechtenorganisatie baseert zich op satellietbeelden van het dorp Husseiniya, in het noordoosten van Syrië. Dat dorp werd tussen juni vorig jaar en juni dit jaar bijna volledig vernield. De organisatie verzamelde ook getuigenissen van bewoners. “Zij (de Koerdische strijders, nvdr.) hebben ons uit onze huizen gejaagd en ze in brand gestoken. Ze kwamen met bulldozers waarbij ze bijna het hele dorp platlegden”, vertelt een inwoner.

Volgens Amnesty getuigen deze vernielingen en het verjagen van de burgerbevolking zonder gerechtvaardigd militair doel, van machtsmisbruik en een schending van het internationaal humanitair recht.

(Belga/RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content