Slagen, waterboarding en psychologisch en seksueel geweld behoren volgens Amnesty International tot de folterpraktijken, waarmee de Marokkaanse veiligheidsdiensten bekentenissen van verdachten afdwingen. De organisatie onderzocht en documenteerde 173 vermoedelijke gevallen van marteling.
Uit een zopas gepubliceerd rapport van de mensenrechtenorganisatie met de titel “Schaduw van de straffeloosheid” moet blijken dat in de voorbije jaar steeds weer studenten, linkse of moslimactivisten, terreurverdachten of ook mensen, die voor de zelfbeschikking van de Westelijke Sahara opkomen, slachtoffer worden van dergelijke praktijken. De 173 onderzochte gevallen slaan op de periode tussen 2010 en 2014.
Een van de technieken bestaat uit de ‘geroosterde kip’-behandeling, waarbij gevangenen aan handen en enkels opgehanden worden aan een stang. Gevangenen worden geslagen en bedreigd met verdrinking en/of verkrachting.
Dubbele tong
De organisatie hekelt het contrast tussen het beeld dat de Marokkaanse overheid wil overbrengen, namelijk een liberaal land met respect voor de mensenrechten, waar marteling buiten de wet werd geplaatst, en de realiteit, waarin die martelpraktijken blijven bestaan.
Enkele slachtoffers die over hun martelingen hadden geklaagd, moesten zich wegens “laster” voor een rechtbank verantwoorden. Twee activisten kregen hiervoor in 2014 een celstraf van respectievelijk twee en drie jaar.
De Marokkaanse regering ontkent alle beschuldigingen van Amnesty, en zegt dat er hooguit individuele uitschuivers kunnen zijn.
Het hoofd van de Marokkaanse geheime dienst, Abdellatif Hammouchi, werd vorig jaar tijdens een werkbezoek aan Frankrijk gearresteerd, na een aanklacht in een martelzaak. Hij werd na verhoor weer vrijgelaten.
(Belga/RR)
