Afscheid van Hugo Chávez: Antikapitalist met zwart goud

© EPA

Voor de één was hij een wispelturige en verwaande dictator, voor de ander een weldoener met de status van halfgod. De Venezolaanse president Hugo Chavez was de voorbije decennia een van de meest controversiële figuren op het internationale toneel.

Het volgende is een portret van de overleden Venezolaanse president Hugo Chávez dat eind januari in Knack verscheen.

Heb je niet naar het nieuws gekeken gisteren? Chavez gaat nu ook tampons verbieden! Hij wil ons terugsturen naar de prehistorie. De 42-jarige Louisa en haar vriendinnen klagen in hun buitenverblijf in het mondaine Chichiriviche steen en been over de president. Hun bloeddruk gaat er zichtbaar van omhoog. Een week later gaat in de hoofdstad Caracas een nieuw gerucht: El Comandante gaat nu ook reggaeton verbieden, want hij vindt het populaire muziekgenre erg vernederend voor vrouwen. Het was 2007. Hugo Chavez was net aan zijn derde ambtstermijn begonnen.

In 2013 vinden bakvishormonen nog steeds een uitlaatklep in opzwepend reggaetongedreun. Ook sanitaire behoeftes zijn ondanks de onheilsberichten niet naar de oertijd gekatapulteerd. Het was natuurlijk onzin. Maar wel tekenend voor een land waarin na een jarenlange bikkelharde strijd tussen Chavez-aanhangers en de economische elite elk gevoel voor nuance verloren ging achter een muur van scheldtirades en complottheorieën. Nonsens uitgezonden en gepubliceerd door de commerciële media, in handen van de oppositie, ging er bij tegenstanders in als zoete koek. Even stroperig smaakte Chavez wekelijkse tv- en radioshow op de publieke omroep, waarin hij urenlang oreerde over zijn successen, telefoneerde met burgers, liedjes zong en buitenlandse staatshoofden loofde of beschimpte. Wie de commerciële dan wel de staatsmedia consumeerde, leek in een ander Venezuela te leven.

Voor biografen is Chavez levenswandel een hapklare brok: Jongen groeit op in de kleihut van zijn arme ouders en grootmoeder. Dankzij zijn baseballtalent weet hij een plaatsje te versieren op de militaire academie in de hoofdstad. Daar krijgt hij een boek van Simon Bolivar in handen, de revolutionair die begin negentiende eeuw grote delen van Zuid-Amerika van de Spaanse bezetters bevrijdde. Geïnspireerd door Bolivar leidt luitenant-kolonel Chavez in 1992 een poging tot militaire staatsgreep tegen toenmalig president Carlos Andrés Pérez, maar die mislukt en Chavez gaat naar de gevangenis. Andrés Pérez wordt niet veel later afgezet en veroordeeld wegens het verduisteren van miljoenen dollars. Chavez besluit na zijn vrijlating de democratische weg te bewandelen. Met zijn verhaal van sociale inclusie en de belofte om de corruptie te bestrijden wint hij snel aan populariteit onder de Venezolaanse bevolking.

Op 6 december 1998 verslaat Chavez met 56,5 procent van de stemmen de voormalige Miss Universe Irene Sáez. Hij organiseert een referendum om de grondwet te herschrijven, een proces waarbij ook de inheemse bevolking betrokken wordt. De nieuwe grondwet, die het recht op onderwijs, gezondheidszorg, voedsel en onderdak garandeert en de macht van de president uitbreidt, wordt door een grote meerderheid van de bevolking goedgekeurd. Venezuela heet voortaan de Bolivariaanse Republiek Venezuela, naar analogie met de Bolivariaanse revolutie die Chavez afkondigt. Het door de Venezolaanse president geïntroduceerde Bolivarisme staat voor burgerparticipatie, sociale gelijkheid, anti-imperialisme en internationale samenwerking tussen gelijkgestemde naties. Later zou de Venezolaan zijn bijdrage aan de ideologieëncatalogus nog uitbreiden met zijn socialisme van de eenentwintigste eeuw.

Chavez wilde de privésector niet elimineren, maar reduceren ten voordele van de sociale economie: coöperaties en andere bedrijven met collectieve eigenaars, legt Venezuelakenner David Smilde dat nieuwe socialisme uit. Hij is als professor verbonden aan de universiteit van Georgia en aan het niet-gouvernementele Washington Office on Latin America. In de realiteit is de balans tussen de publieke en de privésector grotendeels hetzelfde gebleven, respectievelijk rond de 30 en 65 procent. De sociale economie staat voor minder dan vijf procent. Over de doorgevoerde nationaliseringen is Smilde verdeeld enthousiast. In de meeste gevallen zijn de resultaten pover: de productie stopte of de onderneming leed verlies. De nationalisering van de telecomsector was wel een succes. Venezolanen in arme wijken en op het platteland, groepen die voordien door de privésector werden genegeerd, konden voor het eerst telefoon- en internetverbindingen krijgen.

Olie en gas zijn de economische spil van het Chavez-regime, dat drijft op een van de grootste oliereserves ter wereld. Inkomsten die voordien opnieuw in de sector werden geïnvesteerd of in de zakken van bestuurders en politici verdwenen, zouden voortaan de hele bevolking ten goede komen. In 2007 werden de laatste privaat beheerde olievelden genationaliseerd. De snel stijgende olieprijs liet Chavez toe om zijn peperdure sociale programmas te verwezenlijken.

Miljoenen armen genoten voor het eerst gratis onderwijs, kinderbijslag, huisvesting en gezondheidszorg. De Cubaanse bondgenoten Fidel en Raúl Castro stuurden tienduizenden dokters en onderwijzers naar de Venezolaanse sloppenwijken in ruil voor goedkope olie. Op het gebied van armoedebestrijding kan Chavez behoorlijke resultaten voorleggen. Onder zijn bewind klom Venezuela op de Human Development Index van het United Nations Development Programme (UNDP) voor het eerst sinds begin jaren tachtig tot boven het eveneens stijgende regionale gemiddelde. Een Venezolaans kind mocht anno 2011 rekenen op gemiddeld 14,2 jaar op de schoolbanken. Dat is een stijging van vier jaar onder Chavez, tegenover een stijging van zes maanden schooltijd in de voorgaande twintig jaar. Analfabetisme werd teruggedrongen en de Venezolaanse inkomensongelijkheid is opvallend lager dan in de buurlanden.

Economisch oogt het Chavez-rapport minder fraai. Het doorsnee-inkomen van de Venezolaan steeg minder dan dat in de buurlanden. De inflatie is torenhoog en consumptiegoederen werden schaarser. De olie-inkomsten kwamen onder Chavez voor het eerst de hele bevolking ten goede, maar de laatste jaren zijn de successen in de bestrijding van armoede en ongelijkheid gestagneerd. Dat is opvallend in een land waar gigantische sommen oliedollars binnenkomen, zegt Smilde. Chavez melkte de oliesector zonder die te moderniseren. Jarenlange onderinvestering en een snel groeiende loonrol vertaalden zich in een lagere productiviteit van staatsoliemaatschappij PDVSA en verouderde infrastructuur. Dat terwijl de Venezolaanse economie steeds meer van die olie-export afhankelijk werd door een gebrek aan buitenlandse en private investeringen.

Het vastroesten van de Venezolaanse economie is volgens Smilde grotendeels te wijten aan de toenemende machtsconcentratie rond Chavez zelf. Dat heeft staatsinstellingen minder efficiënt gemaakt en zo de duurzaamheid van het beleid ondermijnd. Zowel de oppositie als westerse critici brandmerkten Chavez graag met het predicaat dictator. De Venezolaanse president haalde zijn legitimiteit keer op keer uit verkiezingen en referenda, maar wist ondertussen alle macht te concentreren in de uitvoerende tak en in de Verenigde Socialistische Partij van Venezuela (PSUV). Als president en partijvoorzitter betekende dat in beide gevallen: bij zichzelf. Chavez kneedt mandatarissen in het parlement, het hooggerechtshof en staatoliebedrijf PDVSA tot poppetjes die dansen op de tonen van zijn Bolivariaanse show.

Lucratieve jobs bij de overheid worden op alle niveaus voor chavistas voorbehouden. Al gauw had een nieuwe corrupte elite de oude vervangen. Met een 165e plaats op 176 landen op de Corruption Perception Index van de gerenommeerde ngo Transparency International wordt Venezuela als een van de meest corrupte landen ter wereld gepercipieerd. Chavez zelf is nooit concreet van corruptie beschuldigd, veel ambtenaren op een lager niveau wel, zegt Smilde. Niet onlogisch wanneer een overheid veel geld uitgeeft zonder transparantiemechanismen en zonder verantwoording af te leggen.

Internationaal kreeg het Venezolaanse enfant terrible de wind van voren wanneer hij in 2007 weigerde om de uitzendlicentie van tv-zender RCTV te vernieuwen. De oudste zender van het land had in april 2002 actief deelgenomen aan een mislukte staatsgreep tegen de president. De zender mocht wel blijven uitzenden via kabel en satelliet. President Chavez en zijn volgelingen hebben jarenlang een systeem opgebouwd waarin de overheid vrijuit Venezolanen kan bedreigen en bestraffen wanneer die zich inmengen in de politieke agenda, zegt José Miguel Vivanco van Human Rights Watch. Volgens Vivanco heeft de machtsconcentratie rond Chavez een grote tol geëist. Rechters, journalisten en mensenrechtenactivisten werden door het bewind geïntimideerd. Smilde bevestigt: Er is ongetwijfeld minder respect voor burgerrechten en persvrijheid. Dat is de kwaliteit van het politieke debat niet ten goede gekomen. Toch wil hij het gebrek aan respect voor de mensenrechten ook relativeren: Het Chavez-bewind is geen gewelddadig bestuur. In tegenstelling tot andere Latijns-Amerikaanse regeringen in de laatste decennia heeft Venezuela het recht op leven nooit geschonden .

Dat recht werd niet door alle Venezolanen even consequent gerespecteerd. Volgens mensenrechtengroepen steeg het moordcijfer onder Chavez van 4450 moorden in 1999 tot haast het vierdubbele in 2011. De regering zelf telde dat jaar 14.092 moorden , vergelijkbaar met het aantal dodelijke slachtoffers dat tot nog toe in de Syrische burgeroorlog is gevallen. Venezuela is daarmee het op drie na moorddadigste land ter wereld. Ook het aantal ontvoeringen en overvallen ging sterk de hoogte in. Hoewel jongeren in de sloppenwijken beter onderwijs en studiebeurzen kregen aangeboden, klonk de lokroep van de lucratieve drugshandel luider dan ooit door de feitelijke straffeloosheid. Het gerecht was te druk bezig met de politisering ervan om de misdaad aan te pakken. Pas in 2011 besliste de overheid extra veiligheidstroepen in te zetten om het geweld in te dijken.

Chavez had de handen dan ook vol met zijn eigen vijanden: de oppositie en het imperialisme, met de VS als de voornaamste exponent. Gisteren stond de duivel hier, en het ruikt nog steeds naar zwavel, schoffeerde hij George W. Bush in 2006 op de tribune van de Verenigde Naties in New York. De diabolisering was tweerichtingsverkeer. De VS, die omwille van de olievoorraden een meer dan gemiddelde interesse hadden voor de politieke situatie in Venezuela, plaatsten Chavez op één lijn met Hitler en de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad. Ook zouden de VS de mislukte coup tegen Chavez in 2002 hebben gesteund. Achter de schermen werd het conflict minder op de spits gedreven. Washington bleef de voornaamste afnemer van Venezolaanse olie.

Olie-inkomsten zijn voor Chavez een fundamenteel politiek instrument. Venezolaanse oliedollars vloeiden naar de campagnekassen van ideologische bondgenoten. De linkse golf rolde ondertussen verder over het Latijns-Amerikaanse continent: In onder andere Brazilië, Argentinië, Uruguay, Bolivia, Ecuador en Nicaragua zitten in 2013 Chavez-bondgenoten in het presidentiële pluche. Hoewel openlijke steun van de controversiële Chavez bij de publieke opinie steeds vaker tégen linkse presidentskandidaten werkte, werd achter de schermen actief samengewerkt.

Chavez eigenzinnige koers is volgens Smilde zijn grootste verwezenlijking. Hij toonde de wereld dat een land als Venezuela zijn eigen olieproductie kan controleren en de winsten kan aanwenden voor armoedebestrijding, een voorbeeld dat door landen als Bolivia en Ecuador werd gevolgd. Ook bewees Chavez dat het mogelijk is om los van de VS een eigen pad in te slaan en alternatieve allianties aan te gaan.

De vijand van mijn vijand is mijn vriend leek in die allianties vaak het leidmotief. Met de Syrische dictator Bashar Al-Assad, de Libische leider Muammar Khaddafi en Mahmoud Ahmadinejad in Iran dweepte Chavez met de parias van de internationale politiek, in zijn ogen bondgenoten in de strijd tegen het westerse imperialisme.

Dichter bij huis speelde Chavez een hoofdrol bij de oprichting van de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (UNASUR) en de Bolivariaanse Alliantie voor de Amerikas (ALBA). Op Venezolaans initiatief richtten eind 2007 zeven Zuid-Amerikaanse landen, waaronder ook Brazilië en Argentinië, de Bank van het Zuiden op als alternatief voor de Wereldbank en het IMF. Ook Chavez jarenlange campagne om Cuba uit zijn internationaal isolement te halen wierp vruchten af. Op de zesde Summit of the Americas in 2012 kreeg de Amerikaanse president Obama onverwacht veel tegenwind over de sancties tegen het Caraïbische eiland. Linkse presidenten weigerden een volgende top bij te wonen als Cuba niet zou worden uitgenodigd, een claim die verrassend ook geruggesteund werd door VS-bondgenoten Colombia en Mexico.

In 2009 wijzigde Chavez een laatste keer de grondwet, ditmaal om zich onbeperkt herkiesbaar te stellen. In een enthousiaste bui verkondigde hij tot 2031 te willen aanblijven. Kanker strooide roet in het eten, een vijand waarmee El Comandante nooit rekening had gehouden. Vanaf juni 2011 verblijft Chavez regelmatig in Cuba voor zijn medische behandeling. De oppositie wist zich ondertussen voor het eerst achter een geloofwaardige kandidaat te scharen. De centrumrechtse gouverneur Henrique Capriles profileerde zich als centrumlinks en beloofde de verwezenlijkingen van Chavez niet terug te draaien en de criminaliteit en de corruptie aan te pakken. Toch wist een zieke Chavez, die zijn tegenstander naar aloude gewoonte afschilderde als een fascist en de duivel, op 7 oktober 2012 met een comfortabele 54 procent zijn vierde ambtstermijn veilig te stellen. Twee maanden later vertrok de president opnieuw naar Cuba voor een vierde operatie. De verpletterende overwinning van de PSUV in de deelstaatverkiezingen enkele weken later, waarin de partij 20 van de 23 deelstaten binnenhaalde, kon als een expliciete steunbetuiging aan de zieke president worden gelezen.

Als het Bolivariaanse project met Chavez ten onder gaat, heeft die dat vooral aan zichzelf te danken. De voormalige militair schudde regelmatig met het politieke schaakbord opdat niemand in zijn entourage al te veel macht kon vergaren. Met Nicolas Maduro schoof Chavez pas erg laat een opvolger naar voren. Maduro, een voormalige buschauffeur, is sinds 2006 minister van Buitenlandse Zaken en werd in 2012 vicepresident. Hij staat bekend als een goede uitvoerder en diplomaat, maar mist het charisma van Chavez. Ook de nationalistisch ingestelde parlementsvoorzitter Diosdado Cabello zou volgens sommigen aanspraak maken op het presidentschap.

Of de overgang naar het tijdperk na Chavez vreedzaam kan verlopen, zal vooral afhangen van de cohesie binnen de PSUV. Als de Bolivariaanse kliek zich eendrachtig achter Maduro schaart, kan de oppositie voorlopig weinig meer doen dan langs de zijlijn roepen dat de nieuwe president tampons en reggaeton wil verbieden. (Jan De Deken)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content