De Afghaanse vicepresident Abdul Rasjid Dostoem zal zich voor de rechters van het hoogste gerechtshof in Kaboel moeten verantwoorden voor beschuldigingen van ontvoeringen, het gebruik van fysiek geweld en verkrachtingen.
De woordvoerder van het openbaar ministerie, Djamsjid Rassoeli, bevestigde woensdag dat hij, na een inleidend onderzoek, een maand geleden reeds tot vervolging van de ex-krijgsheer heeft beslist.
De Afghaanse vicepresident Abdul Rasjid Dostoem zou in november een politicus van zijn eigen partij eerst zelf hebben geslagen om hen daarna door zijn lijfwachten te laten aftuigen en hem vervolgens te ontvoeren. De ontvoerde diende daarna klacht tegen Dostoem in. De krijgsheer zou zijn slachtoffer dagenlang gegijzeld hebben en de man in die periode door zijn lijfwachten meermaals hebben laten verkrachten.
In mei verliet Dostoem Afghanistan en trok naar Turkije voor medische verzorging. Waarnemers zagen die reis eerder als een vlucht om aan het onderzoek te ontsnappen. Dat Dostoem, die een waslijst mensenrechtenschendingen kan voorleggen, schuldig is, lijdt weinig twijfel.
Maar door hem te veroordelen dreigt Justitie in Afghanistan een doos van Pandora te openen. De Afghaanse eenheidsregering is een fragiel evenwicht van de twee grootste etnieën, de Pasjtoen en de Tadzjieken. President Ashraf Ghani, een Pasjto, wordt door zowel Dostoem, een etnische Oezbeek, als premier Abdullah Abdullah, een Tadzjiek, verweten, te ijveren voor het monddood maken van de etnische groepen in Afghanistan.
