In de Pakistaanse hoofdstad Islamabad hebben aanhangers van oppositieleiders Imran Khan en Tahir ul-Qadri een beveiligde zone betreden. Ze zijn opgerukt naar het parlement en eisen het vertrek van premier Nawaz Sharif. Het leger roept op tot dialoog.
Even voor middernacht lokale tijd begonnen aanhangers van de charismatische ex-cricketster Khan en diens bondgenoot, de religieuze leider Tahir ul-Qadri, containers uit de weg te ruimen en stroomden duizenden mensen de hyperbeveiligde politieke en diplomatieke wijk in. Ze verzamelden voor het parlement.
Onder luid applaus verklaarde Khan dat de mars vreedzaam moet blijven en dat zijn aanhangers het parlement en de buitenlandse ambassades niet zullen binnendringen. “Maar als de premier niet binnen 24 uren ontslag neemt, dan rukken we op naar zijn officiële residentie”, voegde hij toe.
Normaal wemelt het in de beveiligde zone van de politieagenten, maar de regering kondigde dinsdag aan dat de controle is overgedragen aan het leger. Zo’n 700 soldaten zijn ter plaatse, maar minister van Informatie Pervez Rashid had eerder op de dag al verklaard dat geweld vermeden moet worden.
Khan beschuldigt Sharif en zijn partij PML-N van fraude bij de verkiezingen van 2013, die Sharif op overtuigende wijze won. Het was de eerste vreedzame machtsoverdracht tussen twee civiele regeringen in het land. Het leger, niettemin nog steeds een machtsfactor van belang, neemt voorlopig geen stelling in. Een woordvoerder riep op tot een dialoog om de politieke crisis op te lossen.
(Belga/MS)
