Negen personeelsleden van Artsen zonder Grenzen (AzG) kwamen in Afghanistan om het leven bij een nachtelijk bombardement, vermoedelijk uitgevoerd door de Amerikaanse troepen.
Het zorgcentrum van Artsen zonder Grenzen in de noordelijke Afghaanse stad Kunduz, die door het leger veroverd werd op de taliban, is “zeer ernstig beschadigd” door nachtelijke bombardementen. Daarbij kwamen negen personeelsleden van Artsen zonder Grenzen (AzG) om het leven, zo meldt de ngo zaterdag. Er zijn ook 37 zwaargewonden, van wie 19 medewerkers. Waarschijnlijk voerden Amerikaanse troepen de luchtaanval uit.
Vele patiënten en personeelsleden zijn bovendien nog vermist, aldus AzG. De dodentol kan nog oplopen, klinkt het.
Ten tijde van het bombardement bevonden zich 105 patiënten en 80 personeelsleden, Afghanen en buitenlanders, in het ziekenhuis. Een woordvoerder van de NAVO-missie laat weten dat het om “collateral damage” zou kunnen gaan bij Amerikaanse bombardementen.
De bombardementen werden “uitgevoerd tegen personen die een bedreiging vormden voor de coalitietroepen, en zouden collateral damage veroorzaakt kunnen hebben in een medisch centrum dat zich in de nabijheid bevindt”, aldus kolonel Brian Tribus.
AzG had eerder preventief de coördinaten van het ziekenhuis doorgegeven aan alle strijdende partijen, inclusief Washington en Kaboel, zo bevestigde de hulporganisatie. Toen de aanval startte, werd opnieuw contact opgenomen met het Afghaanse en Amerikaanse leger, maar het bombardement duurde toch meer dan 30 minuten, stelt Artsen zonder Grenzen aan de kaak.
Niet alleen AzG veroordeelt zelf met de “strengst mogelijke bewoording” het “verschrikkelijke bombardement van het ziekenhuis in Kunduz”. Ook het Internationale Rode Kruis is zeer scherp voor de aanval. “Geweld tegen patiënten en medische medewerkers is schrikwekkend”, aldus het Rode Kruis.
