75 jaar na hét keerpunt in WO II: de slag om Stalingrad

© Wikimedia
Kamiel Vermeylen

Exact 75 jaar geleden, op 23 augustus 1942, begon in het huidige Wolgograd de befaamde slag om Stalingrad, hét keerpunt in de Tweede Wereldoorlog. De veldslag duurde uiteindelijk tot begin februari 1943 en kostte het leven aan meer dan bijna twee miljoen soldaten en burgers.

De slag om Stalingrad, waarin de Sovjet-Unie de asmogendheden versloeg, was het keerpunt in de Tweede Wereldoorlog. Dat Duitsland de Sovjet-Unie effectief zou aanvallen stond enkele jaren voordien nochtans niet in de sterren geschreven. Exact drie jaar eerder, op 23 augustus 1939, ondetekenden beide mogendheden namelijk het Molotov-Ribbentroppact dat bepaalde dat Duitsland en de Sovjet-Unie elkaar tijdens de oorlog niet zouden aanvallen, ook niet als er een zogenaamd ‘derde land’ zou worden bestookt. Met dit niet-aanvalspact werd meteen duidelijk dat Duitsland weldra Polen zou annexeren, wat een week later ook geschiedde.

‘Der Herr Europas ist dann Deutschland’

Ondanks de afspraak tussen Hitler en Stalin bleven de wapens tussen beide kemphanen niet lang zwijgen. Op 22 juni 1941 opende Hitler onder de naam ‘operatie Barbarossa’ de aanval op de Sovjet-Unie. Meer dan 3 miljoen Duitse troepen, onder hen 600 000 Finnen, Kroaten, Roemenen, Hongaren, Italianen, Slovaken en Spanjaarden, staken de Russische grens tussen de Oostzee en de Zwarte Zee over om met een Blitzkrieg de Sovjets te verrassen. Barbarossa was een verwijzing naar de Duitse keizer Friedrich I, hij had in de 12de eeuw een kruistocht tegen de zogenaamde ‘ongelovigen’ geleid in de richting van het Oosten.

Hitler was er erg op gebrand om de Sovjet-Unie onder de knoet te krijgen. Der Führer meende immers dat dan ook het Verenigd Koninkrijk vallen, tot dan dé onbuigzame vijand in West-Europa. ‘Der Herr Europas ist dann Deutschland’, meende Hitler. Bovendien was Hitler ook uit op olievelden aan de Kaspische Zee en in de Kaukasus. Aan de Wolga lag bovendien Stalingrad, een belangrijk industrieel en bewapeningscentrum, die hij voor zijn eigen doeleinden zou kunnen gebruiken.

Deportatie van burgers

Op 23 juli 1942 beval Adolf Hitler in de befaamde Directief N.54 de operatie Braunschweig, oorspronkelijk Fall Blau genaamd, die in het kader van operatie Barbarossa pastte. Hitler zat vol vertrouwen: enkele maanden voordien wist de Duitse legergroep Heeresgruppe Süd maar liefst 240.000 Sovjet-soldaten te overmeesteren onder leiding van veldmaarschalk Fedor von Bock. Op 19 augustus gaf toenmalig bevelhebber van de Duitse landmacht Friedrich Paulus het concrete bevel om Stalingrad in te nemen. Vier dagen later barstte de inferno van de Duitse Luftwaffe in Stalingrad los. Maar liefst 40.000 mensen lieten tijdens de eerste week van de veldslag het leven.

75 jaar na hét keerpunt in WO II: de slag om Stalingrad
© Wikimedia

Eind 1939 telde Stalingrad ongeveer 500 000 inwoners, maar al in 1941 geraakte de stad overbevolkt omdat veel oorlogsvluchtelingen er toevlucht zochten. Wanneer de slag om Stalingrad begon, woonden er een kleine een miljoen mensen. Waneer het Duitse leger effectief de stad bereikte ging het nog om ongeveer 350.000 inwoners, voornamelijk vrouwen, kinderen en oude mannen die hun tovlucht hadden gezocht in kelders en geïmporviseerde schuilplaatsen.

Het Duitse leger wist wel dat er nog veel burgers is de stad woonden, maar het ontbrak hen vooral aan een degelijke logistiek om een grootschalige deportatie op poten te zetten. Bovendien waren enkel de hoofdwegen in Stalingrad verhard. De meesten onder hen zouden uiteindelijk sterven van de honger of bevriezen. Enkele tienduizenden werden uiteindelijk toch gedeporteerd of in de omliggende steppegebieden gedreven, waar ze tevens waren overgeleverd aan de onverbiddelijke winter.

Stalingraf

De Duitsers dachten aanvankelijk dat ze Stalingrad snel in handen zouden krijgen. Aanvankelijk leek dat ook het geval. Het Duitse leger bereikte op enkele dagen tijd de buitenwijken van de stad en op 12 september zei Paulus dat hij nog een tiental dagen nodig had om Stalingrad in haar geheel te veroveren.

Maar toen begonnen de problemen. In de binnenstad hadden tal van Russische soldaten en tanks zich strategisch verschanst. De toenmalige Russische luitenant-generaal Vasili Tsjoejkov had alle communicatiekanalen in de stad gecentraliseerd, waardoor iedereen precies van elkaar wist waar ze zich schuilhielden. Bovendien sloegen het Sovjet-leger erin om ’s nachts bevoorrading over de Wolga de stad in te smokkelen. Ook hielden de Russen hielden de frontlijn tussen hen en de Duitsers strategisch op een afstand van maximaal vijftig meter, waardoor bombarderen onmogelijk werd.

Daarnaast was Stalin meedogenloos voor zijn bevolking en leger. Iedereen die weigerde te vechten of zich dreigde over te geven werd meedogenloos geëxecuteerd door de geheime politie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (NKVD). Toen Tsjoejkov in 1942 het bevel kreeg van Stalin om de stad tegen elke prijs te verdedigen, executeerde hij eerst enkele officieren om de soldaten een voorbeeld te stellen indien ze zijn bevelen niet zouden opvolgen.

De combinatie tussen betere strategie, een ijzeren discipline, dat werd gehandhaafd door een meedogenloos schrikbewind, meer troepen en betere uitrusting zorgden dat het verlies van de Duitsers onvermijdelijk was.

Stalinorgels

Toen het op 12 november begon te sneeuwen was de gelatenheid bij de Duitse troepen compleet. De weersomstandigheden, ijs en mist, deden hun werk. Zelfs vanuit de lucht kregen de grondtroepen nog weinig hulp.

Een week later, op 19 november, pakte het Russische leger om vijf uur ’s ochtends uit met een verrassingsaanval op het Duitse Zesde Leger. De grootste eenheid van de Wehrmacht werd een uur lang bestookt met een regen van Katjoesjaraketten. Die inslagen kregen de bijnaam van de stalinorgels naar de orgelpijpvormige raketten en het geluid dat ze maakten wanneer ze werden afgevuurd.

In totaal sneuvelden bij de tegenaanval goed 260.000 militairen, meer dan tweeduizend panters en vliegtuigen werden vernield. Het Zesde leger geraakt compleet omsingeld. De Duitse soldaten doopten de stad al snel om tot Stalingrab (Stalingraf; KV).

75 jaar na hét keerpunt in WO II: de slag om Stalingrad
© Wikimedia

In Stalingrad bleef het tot eind december om en bij de 35 graden onder nul. Er was niks meer te vinden in de ruime omgeving van de stad: geen bomen, geen brandhout, geen eten, geen water, geen kachels … De Duitse soldaten joegen op katten en ratten om toch maar iets te eten te hebben. Het Duitse commando in Berlijn ondernam nog wel een poging om het isolement van het Zesde Leger te doorbreken, maar tevergeefs. Hitler verwachtte van generaal Paulus dat hij zelfmoord zou plegen om het als heldendood te verkopen. Paulus deed dat niet en kapituleerde op 31 januari 1943.

Enorme menselijke tol

Van de 400.000 Duitse soldaten konden er 45.000 ontsnappen. Ongeveer 100 000 verdwenen in gevangenschap, waarvan er slechts 6000 uiteindelijk zouden terugkeren. Uitendelijk werd de slag om Stalingrad een van de bloedigste in de geschiedenis van de oorlogvoering. De schattingen van het aantal dodelijke slachtoffers loopt uiteen van 1,5 tot 2 miljoen.

Het verlies van de asmogendheden in de slag om Stalingrad betekende het keerpunt in de Tweede Wereldoorlog. Het was de eerste keer dat de Duitse legerleiding aan het thuisfront publiekelijk moest toegeven dat ze een nederlaag hadden geleden. Huppelden de Duitse soldaten voordien van overwinning naar overwinning, plots moesten ze hun meerdere in de Sovjet-Unie erkennen. Hitler had uit ontwetendheid en zelfoverschatting zijn hand overspeeld. Nadien zouden de asmogendheden op het Europese vasteland amper nog een significante overwinning behalen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content