Ludo Bekkers

Watteau en de muziek

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Vandaag nog met de Franse schilder Antoine Watteau (1684-1721) uitpakken is provocerend.

Vandaag nog met de Franse schilder Antoine Watteau (1684-1721) uitpakken is provocerend. Geboren in Valenciennes (Frans-Vlaanderen) bracht hij het grootste deel van zijn leven door in Parijs.

Het was de periode van de zogenaamde Régence, na de regeringsjaren van de Zonnekoning (Louis quatorze). Zijn oeuvre, veelal kleine schilderijen en tekeningen, spreekt ons vandaag minder aan omdat het een wereld toont van oppervlakkigheid en nutteloosheid. Er zit geen engagement in en daarom is het een uitdaging om er mee voor de dag te komen. De tentoonstelling in BOZAR heeft daar een handige draai aan gegeven door te focussen op een thema dat de muziek, het theater en de dans centraal stelt. Daarom werd de medewerking verkregen van William Christie, de stichter van het befaamde ensemble “Les Arts florissants” dat zich specialiseerde in de partituren van de 17e en 18e eeuw. Hij inspireerde voor deze expositie acht concerten die er zullen uitgevoerd worden.

Watteau is uiteraard een product van zijn tijd. Lichtjes decadent, speels, onaangetast door de financiële puinhopen die Lodewijk XIV had achtergelaten. De galanterie heerste als een euforie en het rococogevoel overheerste in de beeldende kunst en de muziek (François Couperin, Marin Marais, Hotteterre). Binnen die context moet Watteau gesitueerd worden met die andere kustenaars als François Boucher, Claude Lorrain, Nicolas Poussin, Siméon Chardin, Honoré Fragonard. Het is interessant om de kijken wie er in de Nederlanden op dat moment aan het werk was. Jakob van Ruysdael, Adriaan van Ostade, David Teniers om er maar enkelen te noemen die een totaal andere thematiek en schilderswijze hanteerden. Dat Watteau métier had bewijzen zijn mooi uitgewerkte tekeningen die al dan niet voorstudies waren voor zijn schilderijen.

De kunstenaar heeft nooit de traditionele studiereis naar Italië gemaakt maar daar staat tegenover dat hij met meer dan gewone belangstelling in de koninklijke verzamelingen had gekeken naar de Vlaamse meesters. Daar heeft hij waarschijnlijk gezien hoe zij de natuur hebben uitgebeeld en dat heeft hij goed onthouden. De pastorale taferelen die op de tentoonstelling te zien zijn worden boeiend door de parken of bossen waarin de personages gesitueerd worden. Die zijn eerder anekdotisch en raken ons om die reden veel minder. Er wordt toneel gespeeld, gemusiceerd, gedanst en gestolen blikken gewisseld. Het zijn de fameuze Fêtes Galantes die onbezonnen van het leven genieten in kortstondige geluksmomenten. Die vluchtige, kortstondige en ijdele tijdspassering heeft Watteau weergegeven. Omdat die levenshouding zo immens ver van onze tijd af staat is het evident dat we er ons minder toe aangetrokken voelen. Vandaar het provocerende initiatief van BOZAR in samenwerking met het Palais des Beaux-Arts in Rijsel. En misschien heeft men daardoor ook gekozen voor de insteek van de muziek. Het is een belangrijk deel uit zijn oeuvre maar misschien hadden enkele andere werken, ik denk aan het beroemde portret l’Indifférent, zijn talent beter in de verf kunnen zetten. Wat nu te zien is kunnen we onder de noemer “kleinkunst” onderbrengen. Misschien het belangrijkste deel van de tentoonstelling zijn de tekeningen. Met pen en rood krijt keek hij voortdurend naar mensen (meestal muzikanten) die hij in diverse poses vastlegde met een echt meestersschap. Zo ontstond op die manier een documentatie van het instrumentenpotentieel en de manier waarop ze bespeeld werden. Hier toont Watteau wat hij waard is, met vaardigheid, souplesse en trefzekerheid legt hij zijn figuren vast op papier zodat hij ze later in schilderijen opnieuw kan oproepen. Ook de gravures die door talentvolle jonge graveurs van het werk van de kunstenaar werden vervaardigd zijn de moeite waard. Ze hielpen trouwens om zijn oeuvre over Europa te verspreiden. De expositie wordt nog aangevuld met partituren en instrumenten uit de tijd.

Is het om communautaire redenen dat de organisatoren aan de Vlaamse kunstenaar Michael Borremans hebben gevraagd om als artistiek raadgever voor deze tentoonstelling te fungeren of is het dat hij affiniteiten met het werk van Watteau zou hebben? En is het om diezelfde reden dat Dirk Braeckman uitgenodigd werd om enkele foto’s te tonen die het werk van Watteau tot onderwerp hebben. Op verrassende plekken in het tentoonstellingsparcours hangen de zwart/witte beelden van de Gentenaar. Geheel in de geest van zijn oeuvre is hij Watteau in zwartomfloerste tonen tegemoet gegaan. Niet om hem te verklaren maar als een oefening die een schakel wordt in zijn persoonlijke artistieke geschiedenis. Een reusachtig werk in de hal van het Paleis voor Schone Kunsten is als een bezinning bij het verlaten van de tentoonstelling.

N.B. Niet te missen is de kleine expositie van votiefschilderijen uit Mexico door hedendaagse kunstenaars. Het zijn herinterpretaties van dat soort werken, van ca. 1850 tot nu, waar naïviteit en godsvrucht hand in hand gaan.

Ludo Bekkers

Tentoonstelling : “Antoine Watteau, de muziekles”, Brussel BOZAR nog tot 23 mei. “Sins and Miracles” nog tot 24 maart. Uitgebreide catalogus beschikbaar (39,90 euro)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content