Vrije Tribune

Wat prins Laurent niet zag in Congo (5)

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Binnenkort barst de campagne voor de volgende presidents- en parlements-verkiezingen weer goed los.

Van president Kabila wordt gezegd dat hij liefst van al op zijn X-box speelt en van van snelle wagens houdt. Zijn afkomst geeft nog steeds aanleiding tot discussie. Er zijn evenveel legitieme argumenten die dit gerucht bevestigen dan weerleggen.

Het gaat echter om wat leeft in de hoofden van de mensen in Zuid-Kivu. En dit is duidelijk: Kabila heeft hier veel legitimiteit verloren. ‘Les Cinq Chan-tiers’, het grote plan voor de heropbouw van Congo dat Kabila na de eerste ‘democratische’ verkiezingen van 2006 aan de Congolese bevolking voorlegde, heeft alle glans verloren. Er is niet veel van in huis gekomen.

Binnenkort barst de campagne voor de volgende presidents- en parlements-verkiezingen hier weer goed los. Dan zullen de vlaggen van de politieke partijen die strijden voor een deel van de koek – èn die geld hebben om vlaggen te betalen – weer wapperen. Dan kunnen we hier wellicht weer mensen zien rondlppen zonder gaten in hun sjofele T-shirt, trots op hun nieuwe plunje met daarop in grote letters: ‘Kabila Président’. Aan die slogan laten ze zich niets gelegen. Een nieuw shirt: dat is pas een buitenkans! Voor wie zouden ze trouwens moeten stemmen? Verkiezingen? Dat is iets dat zich ver boven hun hoofden afspeelt.

‘Les priorités du gouvernement congolais’ zijn niet dezelfde als die van de Congolezen. De prioriteit van de president, regering en het parlement, dat is nu met stip op één de organisatie van de (tweede) ‘democratische presidentsverkiezingen. Dat is het bestendigen van de macht. Daarom houden de verkozenen des volks, op aandringen van en in dankbaarheid of in angst voor hun president, zich bezig met de kieswet. Eerst moest ‘en passant’ de Grondwet worden aangepast. Door de presidentsverkiezingen in één ronde, in plaats van in twee rondes zoals in 2006 het geval was, te organiseren, hoopt Kabila de oppositie een stok in de wielen te steken. Hij rekent er op dat de oppositie versnipperd naar de verkiezingen zal trekken, waardoor zijn meerderheid wordt gegarandeerd.

Om dezelfde opportunistische reden worden nu allerhande aanpassingen van de kieswet gesuggereerd. De leeftijd van de kandidaten zou mogelijk beperkt worden, waardoor de 79-jarige Etienne Tshisekedi, ex-minister en voorzitter van het UDPS (‘Union pour la Démocratie et le Progrès Social’) zich geen kandidaat kan stellen. Een politieke partij zou ten minste vijf jaar moeten bestaan, een maatregel die Vital Kamerhe, gewezen Kamervoorzitter en leider van een nieuwe partij, het UNC (‘Union pour la Nation Congolaise’) kopzorgen baart, en ga zo maar verder. Een recent voorstel is dat de presidentsverkiezingen en de parlementsverkiezingen niet zouden samenvallen, maar met tussentijd van enkele maanden worden georganiseerd. ‘The winner takes it all’, redeneert Kabila.

Wanneer hij met voorsprong de presidentsverkiezingen wint, iets waar hij vanuit gaat, zal dit afstralen op zijn partij, de PPRD (Parti du Peuple pour la Reconstruction et la Démocratie). Terzijde: tijdens de transitie (2003-2006) werd de G.W. aangepast in het voordeel van Joseph Kabila. Toen werd de leeftijdsgrens voor kandidaten verlaagd van 35 naar 30. Ze hadden zich de moeite kun-en besparen. Toen de verkiezingen uiteindelijk werden georganiseerd, had Kabila de kaap van 35 al overschreden.

Terwijl de verkozenen des volks zich verder buigen over de kieswet, op dit eigenste moment (25 maart 2011), zit in Lubumbashi de CENI, de nationale kiescommissie, rond de tafel. De voorzitter, dominee Daniel Ngoy MULUNDA, tegelijk vertrouweling van president Joseph Kabila, zal met zijn team de verkiezingen organiseren. Zij maken de verkiezingskalender. De enige zekerheid lijkt voorlopig dat er presidentsverkiezingen zullen komen. Ten laatste op 6 december 2011 zou de verkozen president zijn eed moeten afleggen, op de kop vijf jaar na de eedaflegging van huidig president Kabila.

Ondertussen zijn er ook wel wat problemen met de samenstelling van de kieslijsten. De registratie van de kiesgerechtigden is blijkbaar geen sinecure.

Er kondigen zich nu al moeilijkheden aan met de installatie en de organisatie van de kiesbureaus. Het is de bedoeling dat de Congolese overheid deze keer, in tegenstelling tot 2006, zelf de hoofdbrok van de verkiezingen financiert. Voor 2/3, vertelde de administrateur van Fizi eerder en niet zonder fierheid. Voor de overige ‘bijdragen in de kosten’, tekenden alvast enkele Europese landen, waaronder België in. Aangezien de organisatie van dergelijke verkiezingen (in feite twee verkiezingen: presidentieel en wetgevend) enorm duur zijn, kan bespaard worden op de installatie van de kiesbureaus. Het zullen er deze keer wellicht minder zijn. Hoe de kiezers zich dan naar deze ‘bureaux de vote’ zullen verplaatsen? Niemand die het weet. En de ‘éducation civique’ die normaliter aan de verkiezingen dient vooraf te gaan, het sensibiliseren van de bevolking over de kiesverrichtingen, het informeren over de kandidaten aan kiezers die vaak zelfs niet kunnen lezen en schrijven? Na de kieswetgeving, de kieskalender, de kiesbureaus is dit ondergeschikt. Zoals het belang van de Congolese bevolking hier altijd is.

Toen Joseph Kabila in oktober 2006 de eerste democratische verkiezingen in meer dan 40 jaar won (In 1965 werden ook democratische verkiezingen georganiseerd, die werden gewonnen door de partij van Moïse Tshombe), flakkerde de hoop voor Congo op.

De Congolese bevolking geloofde haar president: de democratie zou versterkt worden. Vrede, veiligheid, gerechtigheid en respect voor de mensenrechten zouden hun deel worden. Ze droomde over welvaart en ontwikkelingen.

Na vijf jaar ‘democratie’ en grote plannen blijft van deze hoop maar weinig over. Het proces voor de versterking van de democratie kwakkelt. Het parlement werd gaandeweg vleugellam gemaakt, de rechtsmacht en elementaire mensenrechten werden beknot.

De autoritaire neigingen van Kabila’s regime werden vorig jaar in een alarmerend rapport van de ‘International Crisis Group’ (ICG) zo verwoord: “Sinds 2006 trokken Kabila en zijn groepje getrouwen steeds meer macht naar zich toe, ten nadele van de regering, het parlement, het gerecht en de lokale besturen”. Het rapport is onverbiddelijk: “Bijna vier jaar na de verkiezingen is de balans hopeloos. Kabila’s presidentschap probeert de macht op alle staatsdomeinen op te leggen en houdt parallelle machtsnetwerken in stand.”

Op het vlak van justitie wordt er zo goed als geen vooruitgang vastgesteld. Rechters zijn omkoopbaar en gepolitiseerd. Het budget voor Justitie maakt amper 1,27 procent uit van de totale begroting. De officiële uitgaven van het presidentschap zouden driemaal hoger liggen. Kabila’s ’tolérance zéro’ tegen de corruptie binnen het gerechtelijk apparaat is volgens de onderzoekers van de ICG niet meer dan een instrument om kritische magistraten te ontslaan en te vervangen door gezagsgetrouwe meelopers.

De regering en het parlement zijn vleugellam gemaakt, de macht van de premier werd uitgehold en het parlement speelt – onder meer het uitrangeren van voormalig parlementsvoorzitter Vital Kamerhe – nauwelijks nog een rol van betekenis. Onder impuls van Kamerhe stelde de Congolese assemblée zich aanvankelijk erg kritisch op: het miljardencontract met China over de ontginning van Congo’s natuurlijke rijkdommen werd in vraag gesteld en Kamerhe speelde een belangrijke rol bij de vredesonderhandelingen in Oost-Congo. Maar toen Kamerhe begin 2009 openlijk kritiek uitte op de gezamenlijke Congolees-Rwandese militaire operatie (‘Umoja Wetu’), werd hij opzij gezet en vervangen door Evariste Boshab, een vertrouweling van president Kabila.

Schendingen van mensenrechten zijn schering en inslag. Dagelijks worden politieke opposanten, mensenrechtenactivisten en journalisten de mond gesnoerd of zelfs aangehouden wegens het uiten van kritiek op het beleid van de presidentiële meerderheid rond Joseph Kabila. Hierdoor wordt het democratiseringsproces verder verzwakt en uitgehold. De trieste moord op Floribert Chebeya, medeoprichter en voorzitter van de mensenrechtenorganisatie ‘La Voix des Sans Voix’ (VSV) in juni vorig jaar, was schokkend. Op 26 juni 2010 woonde ik in Kinshasa de begrafenis bij.

Het proces van de vermeende daders, acht politieagenten, is nog steeds aan de gang. Hoofdverdachte generaal Numbi werd geschorst maar wordt, vanwege zijn functie, niet berecht.

Mocht vrede synoniem zijn voor ‘geen openlijke oorlog’, mochten we abstractie maken van de guerrilla die het land op verschillende fronten en bijna onophoudelijk teistert, dan zouden we kunnen twijfelen… neen dus. Op het vlak van vrede werd geen vooruitgang gemaakt.

Na de verkiezingen van 2006 beloofde de president de Congolese bevolking vijf bouwplaatsen: ‘cinq chantiers’. Op vijf terreinen – water en elektriciteit, onderwijs en gezondheid, infrastructuur, woongelegenheid en werkgelegenheid – zou Congo een inhaalbeweging maken. Dit grote plan voor de heropbouw van Congo werd vooral op papier goed uitgewerkt.

En in de praktijk? Kinshasa transformeert: Chinese aannemers werken aan de wegen, overal wordt gebouwd. In de Congostroom worden twee kunstmatige eilanden opgetrokken die plaats zullen bieden aan honderdduizend mensen, ‘La Cité du Fleuve’. Met deze stadsuitbreiding worden de informele netwerken en activiteiten langs de straten vernietigd. Deze maakten nochtans dat de modale ‘Kinois’ (inwoner van de hoofdstad) kon overleven. Het valt te verwachten dat nog meer mensen dan nu al het geval is uit de boot zullen vallen en worden verbannen, zoals de straatkinderen vandaag.

In enkele provincies worden wegen aangelegd: daar waar dat lucratief is. In Katanga (de rijke zuid-oostelijke provincie) bijvoorbeeld, waar zo de export van grondstoffen over de weg wordt gefaciliteerd. De Congolese bevolking verwoordt haar argwaan bij de activiteiten van de Chinese arbeiders en technici: “Zij komen hier wegen en bruggen aanleggen in ruil voor mijnconcessies. Maar de negen miljard dollar die zij investeren in wegen, bruggen en ziekenhuizen zijn een koopje vergeleken met de tonnen koper en kobalt die ze hier weghalen.” De cinq chantiers worden grotendeels verwezenlijkt met leningen, waardoor de bodemrijkdommen voor de komende twintig jaar eigenlijk al verkwanseld zijn.

Els Schelfhout

Lees ook:

Wat prins Laurent niet zag in Congo (1)
Wat prins Laurent niet zag in Congo (2)

Wat prins Laurent niet zag in Congo (3)

Wat prins Laurent niet zag in Congo (4)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content