Vrije Tribune

Wat prins Laurent niet zag in Congo (1)

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Van 15 tot 25 maart reisde gewezen senator Els Schelfhout door Zuid-Kivu, een provincie in het oosten van de Democratische Republiek Congo. Of wat prins Laurent niet zag toen hij onlangs in Congo verbleef.

Zuid-Kivu is onderverdeeld in de hoofdstad en vijf ’territoires’: Kalahe, Mwenga, Shabunbda, Uvira en Fizi. Naast Bukavu bezocht ik de twee laatste.

In het noordoosten van de provincie (Bukavu) ligt het Kivumeer, in het zuidoosten (Uvira, Fizi) het Tanganyikameer. De provincie grenst aan de buurlanden Rwanda en Burundi.

Zuid-Kivu zou zo’n 6 miljoen inwoners tellen, maar dat is een grove schatting. De registratie van nieuwgeborenen is zo goed als onbestaande.

De provincie lijdt nog steeds erg onder de nasleep van de Rwandese genocides (in Rwanda in 1994, in oost-Congo 1996) die leidden tot de tweede Congo-oorlog (1998-2003). Heel veel Congolese vluchtelingen trokken over de grens met Burundi en vluchtten met de boot over het Tanganyikameer naar Tanzania.

Tienduizenden ontheemden zijn nu nog in het binnenland op zoek naar een stek die enige veiligheid garandeert. Rwandese vluchtelingen trokken zich terug in de hauts-plateaux bij Uvira, als levend schild voor Rwandese soldaten en voor de gevreesde Interahamwe-milities (‘FDLR’, Forces Démocratiques pour la Liberation du Rwanda), Hutu-milities die verantwoordelijk zijn voor het gruwelijk uitmoorden van 800.000 Rwandese Tutsi en gematigde Hutu, de eerste Rwandese genocide in 1994.

De grote aanwezigheid van gewapende troepen, rebellen van allerhande allooi èn van het regeringsleger veroorzaakt in de provincie veel geweld, massaverkrachtingen en onveiligheid.

In deze ‘rijke’ Congolese provincie, vruchtbaar en schatrijk aan mineralen en grondstoffen als goud, koper, kobalt en coltan, leven de mensen in grote armoede.

Bukavu is mijn eerste stop in Zuid-Kivu, nadat ik via de grenspost in Bujumbura (Burundi) het land ben binnengekomen. Met een Toyota Land Cruiser kwamen we door Ngomo, de noordelijke heuvels van Zuid-Kivu. Ik had me deze hobbelige klim, de rotsen en de ‘pot-o-pot’-modder bespaard, indien ik de grenspost via Rwanda had genomen. Maar ik heb geen visum voor Rwanda. Gezien mijn uitgesproken voorbehoud bij het huidige Rwandese regime heb ik me de moeite bespaard om er één aan te vragen. Daarenboven mag de route dan wel avontuurlijk en zelfs enigszins gevaarlijk zijn, de vergezichten zijn prachtig. Vredig, dat is de indruk die dit prachtige landschap op het eerste gezicht biedt. Ook al passeerden langs deze weg de voorbije maanden met regelmaat van de klok gewapende troepen van allerhande allooi, die mensen en voertuigen overvielen en de bewoners terroriseerden.

Sange is het dorp waar in juli vorig jaar een tankwagen explodeerde, met honderden doden tot gevolg. Het karkas van de tankwagen ligt er nog steeds. Op enkele honderden meters van het karkas ligt het kerkhof waar de slachtoffers werden begraven. Een met takken omheinde zandvlakte, waar enkele riethalmen als in verdriet en treurnis heen en weer wiegen.

Links naast dit kerkhofje werd gestart met de bouw van een herdenkingsmonument. Een houten staketsel, vier rechtopstaande wanden, een doodskist met een torentje dat wijst naar de zon. In niets te vergelijken met het reusachtige monument, figuren in gietijzer en brons, waar ik eerder stopte en dat toenmalig president Mobutu tussen zijn Zaïrese volk moest voorstellen. ‘Moest’, want het beeld van Mobutu is inmiddels verdwenen. Neergehaald, in stukken geslagen en weggehaald. Wellicht niet zozeer omwille van de persoon van Mobutu, hoewel dat ook een rol zal gespeeld hebben. Veeleer omdat het reuzengrote beeld van de Zaïrese president het enige massief bronzen beeld was. Van zijn voetstuk gevallen.

Père André In Bukavu woont Père André Thijs. Deze missionaris en Witte Pater was de inspirator voor David Van Reybroucks toneelstuk ‘Missie’.

Père André, zoals hij zelf zegt “gewoon een heel kleine secretaris van een grote witte paters provincie”, leefde en werkte 30 jaar in de zuidoostelijke provincie Katanga, in Moba. Hij bouwde en bezielde er samen met zijn medepaters een centrum voor gehandicapten ‘Talita Kum’ (‘Sta op’). Met een Witte Zuster startte hij de jeugdbeweging ‘Kizito-Anuarite’. Die telt vandaag 12.000 leden over gans Congo. In 1992 kwam hij terecht in Noord-Kivu, in Goma.

Ik ontmoette Père André eerder, in de zomer van 2010, toen hij me tijdens zijn vakantie in België met een bezoekje vereerde. Nu nodigde hij me uit in zijn kamertje van 8m2. Ik mocht in de zetel plaatsnemen, een bureaustoel met kussens gebonden op het zitvlak en tegen de rugleuning. Hij zette zich op het bed, voor een muur die wordt opgesierd met iconen, een gitaar, een kruis. Links van het bed staat een kastje, met daarop een blikken doos vol pillen. “Al die jaren in de brousse, en de leeftijd natuurlijk, maken dat ’n mens zich wat moet soigneren”, lacht Père André. Rechts van zijn bed staat een smalle kleerkast, met daarop een foto en een doodsprentje van zijn zus.

André vertelt over de jaren die hij doorbracht in de brousse en ik voel de heimwee van een man met een groot hart voor de Congolese bevolking die nu, noodgedwongen om gezondheidsredenen en omdat ‘men dat van hem vraagt’ in Bukavu de paperassen van de congregatie regelt. Heimwee en zo veel mededogen voor het leed van de Congolezen, maar er is ook zo veel vreugde bij die lieve André! Om zijn grappen moeten we samen onbedaarlijk lachen, zijn spitse uitspraken zijn helder en doorspekt met humor. Dit is een man die keuzes gemaakt heeft, die leeft voor Congo èn voor de Congolezen, volgens de leer van Hem die zijn grote voorbeeld is. Zoals hij zelf getuigt: “niet omdat hij het heldendom zoekt. Dat is dom. Evenmin wil hij ‘heilige zelfmoord. Dat is onzin.” Wat Père Andre wil, is samen met zijn confraters dicht bij de mensen ter plekke blijven (uit een artikel dat in november werd gepubliceerd in het tijdschrift van KVS).

De volgende dagen kan ik vaststellen dat Père André niet de enige is die zich, gedreven door geloof (de leer van Christus of de leer van Allah: deze provincie kent een grote moslimgemeenschap), door overtuiging, door mededogen of om een andere reden onbaatzuchtig inzet voor de noodlijdende bevolking van Zuid-Kivu.

Helaas wordt ook bevestigd wat stilaan ‘common knowledge’ is: de Congolese overheid ligt niet wakker van de miserie van de Congolezen. Door onwil, onkunde of door beide. Het is maar hoe je het bekijkt.

Els Schelfhout

Lees morgen deel 2: over seksslavinnen en kindsoldaten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content