Johan Van Overtveldt (N-VA)

Volksleningen: het klinkt goed maar is het niet

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Een nieuw initiatief van de regering Di Rupo om, opnieuw, de echte problemen niet onder ogen te moeten zien.

Een nieuw initiatief van de regering Di Rupo om, opnieuw, de echte problemen niet onder ogen te moeten zien.

Bij monde van minister van Financiën Koen Geens laat de regering Di Rupo weten volksleningen te willen gaan uitschrijven om de economie te ondersteunen. Dit zou moeten gebeuren in combinatie met een afbouw van het fiscale voordeel waarvan Belgen genieten op hun spaartegoeden. In totaal staat vandaag 240 miljard euro op die spaarboekjes en op de eerste 1880 euro rente geïnd op die spaartegoeden moet vandaag geen belasting betaald worden. Open VLD en sp.a lieten al meteen weten dat van aantasting van dit fiscale voordeel geen sprake kan zijn.

Ook de volksleningen zijn absoluut geen goed idee. Waarom borrelt dit initiatief nu op? In essentie omwille van twee redenen. Ten eerste, er is een gebrek aan economische en industriële projecten vandaag, vandaar de sputterende, zelfs krimpende economie en een penibele tewerkstellingssituatie. Ten tweede, voor de financiering van de projecten die toch boven water komen, rijzen er geregeld problemen. Een regering die echt goed wil besturen, moet proberen aan deze twee fundamentele problemen iets te veranderen en niet komen aandragen met een ersatz-oplossing die maatschappelijk gezien weinig zal bijbrengen.

Inzake het gebrek aan gezonde economische projecten ligt het kalf vooral gebonden bij het negatieve investerings- en ondernemingsklimaat, in België en in Europa. Hoge fiscale druk, te hoge loon- en energiekosten en onzinnige en contraproductieve regulering staan hier als belangrijkste oorzaken voorop. Ook de toestand van de publieke financiën en vooral het uitblijven van echte structurele ingrepen naar de gevolgen van de vergrijzing toe, voeden een klimaat van onzekerheid en dus terughoudendheid bij investeerders en ondernemers. Volksleningen gaan aan dit alles niet ene moer veranderen.

Wat de financiering van en de kredietverlening in de economie betreft, kan men niet voorbij aan de vele onzekerheden die vandaag nog altijd aan de orde zijn voor en rond de banken. De verdere evolutie van de internationale bankreglementering schept onzekerheid voor de banken. Tegelijk tonen de banken zelf zich niet altijd even ernstig inzake het orde zetten van hun balansen en inzake de hoogst noodzakelijke aanvullingen van hun reëel eigen vermogen. Europese en Belgische overheden schieten tekort in het uitoefenen van druk op de financiële instellingen om met verhoogde urgentie ernstig orde op zaken te zetten. Onder meer de kredietverlening naar de rest van de economie lijdt sterk onder deze nalatigheid. De toekenning van volksleningen gaat ook niks veranderen aan de bredere financiële en bancaire problematiek.

Gaat de overheid volksleningen toekennen, dan zal zij ook de selectie van projecten moeten maken. Het verleden terzake leert ons dat overheden niet echt een briljante track record kunnen voorleggen inzake de selectie van duurzame sociaal-economische projecten. Een recent voorbeeld als Alfacam schiet hier spontaan voor de geest. Die mislukkingen hebben weinig te maken met intrinsieke onbekwaamheid van politici op dit vlak. Ze hebben veel meer te maken met de criteria die onvermijdelijk aan de orde komen wanneer politici economische en financiële keuzes moeten gaan maken. Puur politieke, laat staan electorale motieven leiden zelden tot verstandige sociaal-economische keuzes op langere termijn. Het is allicht toeval dat er net een zich bikkelhard aankondigende electorale periode zit aan te komen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content