Urbain Vandormael

Vlaanderen geeft elektrische auto geen kans

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

In 2020 rijdt een op de tien auto’s elektrisch! Zo klonk het tot voor enkele jaren uit de mond van de autoconstructeurs én milieubewuste politici. Maar met de dag wordt duidelijker dat die target niet zal worden gehaald.

De automerken hebben de voorbije jaren flink wat miljarden geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling van alternatieve aandrijfsystemen, waarbij het onduidelijk is wie uiteindelijk als winnaar uit het strijdperk zal treden: de elektrische of de waterstofcelauto.

Terwijl de elektrische auto stroom haalt uit het stopcontact, produceert de waterstofcelauto zijn eigen energie. De brandstofcel in de auto zet waterstof om in elektriciteit. Waterstof gaat erin, zuiver water komt eruit! Bij die omslachtige omzetting gaat echter de helft van de energie verloren. Fuel cell heeft nog meer nadelen. Hoe spuit je een zeer licht gas als waterstof snel in een tank en hoe groot moet een waterstoftank zijn om een actieradius van 600 à 700 kilometer te verzekeren? Zijn bijvoorbeeld kleine auto’s hier wel geschikt voor? En waar kan waterstof worden getankt? Vandaag is die infrastructuur niet voorhanden.

Accu is en blijft struikelsteen

In vergelijking met fuel cell, benzine- of dieselmotor heeft een elektrische motor een veel hoger rendement. Die produceert geen schadelijke uitlaatgassen, levert veel trekkracht bij alle toeren en hij maakt geen lawaai. Hij scoort ook beter op het vlak van onderhoud en verbruik.

Maar wat honderd jaar geleden al een struikelsteen was, is het gebleven. Elektrische auto’s halen hun stroom uit een accu die voor elke langere rit moet worden opgeladen. Een accu is ook erg gevoelig voor temperatuurschommelingen en ze is licht ontvlambaar. De membraam die de anode van de kathode scheidt, is zeer kwetsbaar. De huidige generatie accu’s is ook log en zwaar en levert onvoldoende energie om grotere afstanden te kunnen afleggen. De limiet bedraagt zo’n 150 km, in ideale omstandigheden. Maar in de praktijk bedraagt de actieradius 75 à 100 km. Chevrolet en Opel hebben daar een mouw aangepast door een kleine hulpmotor in te bouwen die de batterij oplaadt tijdens het rijden. De 1.4 litermotor komt uit de Opel Astra en rijdt op benzine én op elke milieuvriendelijke brandstof, van ethanol tot biobrandstof. De hulpmotor breidt het rijbereik van de Chevrolet Volt of Opel Ampera uit van 60 tot ruim 400 km.

De volgende generatie accu’s zal ongetwijfeld lichter zijn én performanter, maar de elektrische auto zal nooit het gebruiksgemak kunnen bieden van een benzine- of dieselauto. Een paar minuten tanken en 50 liter brandstof volstaan om met zo’n auto 1.000 km ver te kunnen rijden.

Elektrische auto is té duur voor particulier

2020 is niet meer zo veraf. In afwachting laat de doorbraak van de elektrische auto op zich wachten. De verkoop blijft ver beneden de prognoses. Dat heeft ermee te maken dat het aanbod aan elektrische auto’s beperkt is, dat die erg duur én niet gebruiksvriendelijk zijn. Hun actieradius is beperkt, het opladen duurt lang en de oplaadinfrastructuur laat te wensen over.

De constructeurs hebben er langer over gedaan dan aanvankelijk gedacht om elektrische auto’s op de markt te brengen. De Europese autobouwers beschikken duidelijk niet over de nodige knowhow en zijn aangewezen op de medewerking van de accu-producenten die zich vooral in Azië situeren. Dat verklaart waarom Mitsubishi en Nissan/Renault hun collega’s in snelheid hebben geklopt. Met name Nissan en Renault zijn erin geslaagd om op korte tijd een attractief en veelzijdig gamma uit te bouwen. In de loop van volgend jaar zullen ook BMW, Mercedes en VW hun intrede doen op de E-markt. De andere zullen volgen. Al was het maar om te kunnen voldoen aan de strenge normen inzake uitstoot van schadelijke uitlaatgassen.

Er is dus geen weg terug. Op langere termijn zal de elektrische auto de plaats innemen van de benzine- of dieselauto. Blijft de vraag over welke termijn we spreken en wat de impact is van de politiek op dit proces. Wat kan en moet een regering doen om de verkoop van elektrische auto’s te stimuleren – om de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen tegen te gaan? Want daar is het toch om te doen, of niet soms.

Marie-Louise Van Dyck (Nissan) verwijst naar wat in Noorwegen gebeurt. “De Noorse regering heeft elektrische auto’s vrijgesteld van btw, rijtaks en tolgeld. Bovendien mogen die gebruikmaken van de busbanen en mogen die gratis parkeren op voorbehouden parkings, die zijn uitgerust met snelle oplaadpalen. Ook het opladen is gratis en de eigenaars van een elektrische auto krijgen ook nog eens een korting op hun privé-energierekening. Bedrijven, winkels of woongemeenschappen die een of meerdere oplaadpalen installeren, krijgen een tussenkomst van 1.200 euro per paal. Tot 2018 wordt niet geraakt aan die regeling. Dit pakket aan maatregelen heeft ervoor gezorgd dat de verkoop van elektrische auto’s in de lift zit in Noorwegen en dat Oslo is uitgeroepen tot de hoofdstad van de elektrische auto. Een Nissan-dealer in de buurt van Oslo heeft dit jaar al meer dan 1.000 Leaf’s verkocht.” Ter vergelijking: Febiac – de belangenverdediger van de Belgische auto-invoerders – schat dat er volgend jaar tussen de 250 à 300 elektrische auto’s in ons land zullen worden verkocht. Voor 2014 ligt de raming op 800.

Volgens Karl Schuybroek (Renault) schiet onze overheid hier duidelijk te kort. “Vlaanderen is nagenoeg de enige regio in West-Europa die geen maatregelen neemt om de elektrische auto een kans te geven. Particulieren die een elektrische auto kopen krijgen geen financiële of fiscale tegemoetkoming, daar waar die in de ons omringende landen oploopt tot 8.000 euro. Kijk ik naar Vlaanderen dan stel ik vast dat minister van Innovatie Lieten projecten steunt die onderzoek verrichten naar alternatieve aandrijfsystemen, maar dat haar collega’s in de Vlaamse regering niet bereid zijn om kopers van een elektrische auto een steuntje in de rug te geven. Voor 2013 zou het gaan om hooguit 2 miljoen euro. Maar de politieke wil is blijkbaar niet aanwezig. Dan moet je ook niet klagen dat de auto-industrie in Vlaanderen achteruitgaat.”

Urbain Vandormael

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content