Hubert van Humbeeck

Verloren jaren

De Verenigde Staten herdenken de aanslagen van 11 september 2001. Amerika is nu veiliger, maar de prijs die het daarvoor betaalde, is hoog.

In een gesprek in Knack van vorige week verbaasde de Franse islamkenner Olivier Roy er zich nog over: hoe was het mogelijk dat een relatief kleine terreurbende zoals Al-Qaeda erin slaagde om tien jaar lang de veiligheidspolitiek van de supermacht Amerika te bepalen? Roy noemde Al-Qaeda nauwelijks meer dan wat mensen uit de marge van de samenleving, in dit geval de moslimwereld. Een beetje zoals de Rote Armee Fraktion in Duitsland of zelfs de anarchisten uit de 19e eeuw. Maar dat groepje marginalen is er wel in geslaagd het gezicht van de wereld te veranderen.

Osama Bin Laden kréég de botsing tussen het Westen en de Arabische wereld waar hij op uit was. In de oorlogen in Irak, Afghanistan en Pakistan kwamen bijna 140.000 onschuldige burgers om het leven. Acht miljoen mensen gingen op de vlucht. De oorlog tegen het terrorisme kostte de Amerikaanse schatkist bij elkaar 4000 miljard dollar – centen die nu node worden gemist om de economische en financiële crisis te keren. Al die cijfers van de gezaghebbende Brown University worden niet betwist. De balans van zo veel bloed, zweet en tranen is uiterst negatief. In Irak worden nog elke dag mensen opgeblazen. Het land is nog bijlange geen democratie en in Afghanistan zijn de weddenschappen open hoelang de regering van Hamid Karzai overeind zal blijven als de laatste soldaat van de coalitie de hielen heeft gelicht. Het ergste is misschien nog dat Pakistan helemaal gedestabiliseerd is geraakt en dat land is nota bene een kernmacht.

De democratisering die zich sinds begin dit jaar in een deel van de Arabische wereld doorzet, heeft niets met de strijd tegen het terrorisme te maken. Bijna integendeel: in naam van de strijd tegen de terreur is het Westen de dictaturen in Tunesië, Libië en Egypte lang blijven steunen. Ondertussen staan moslims, Amerikanen en Europeanen nog altijd wantrouwig tegenover elkaar. Amerika is nu misschien een veiliger plek, maar het is ook een paranoïde land geworden. De rechterzijde van de Republikeinse Partij vindt samen met sommigen in Europa dat we ons – letterlijk – tegen de oprukkende islam moeten wapenen.

De VS verloren in hun War on Terror na 11 september met Guantanamo, Abu Ghraib en het martelen van gevangenen hun morele overwicht in de wereld. Tegelijk brak de samenhang in de oude westerse alliantie. De Amerikanen rekenen niet meer echt op hun Europese bondgenoten, terwijl ze ook niet weten hoe ze goed op de opkomst van nieuwe grootmachten zoals China moeten reageren. Het verhaal is bekend van George W. Bush die zijn Chinese collega Hu Jintao ooit vroeg waarvan hij ’s nachts wakker lag. ‘Dat ik elk jaar weer 25 miljoen nieuwe banen moet vinden’, antwoordde Hu. Bush moest bekennen dat hij bang was van nog een terreuraanslag: verder ging de blik niet.

Het land dat de democratie wou exporteren en andere landen wou bouwen naar zijn voorbeeld, plooit op zichzelf terug. Zijn politieke stelsel werkt niet meer en zijn industriële weefsel is kaduuk. In plaats van ver weg aan natievorming te doen, heeft het zelf instellingen nodig die werken. Amerika kijkt op 11 september terug op een verloren decennium.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content