Vrije Tribune

Vandaag stierven 800 mama’s bij het geven van leven: mag het iets minder zijn?

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Enkele maanden geleden bezocht ik een gezondheidscentrum in een landelijke streek in de Democratische Republiek Congo.

Enkele maanden geleden bezocht ik een gezondheidscentrum in een landelijke streek in de Democratische Republiek Congo.

In een zeer rudimentair gebouwtje stonden enkele verpleegkundigen in voor het verstrekken van de eerstelijnsgezondheidszorg aan de bevolking. Ze moesten er zich behelpen met wat elementair meubilair, enkele medische basisinstrumenten en medicatie. Voor de begeleiding van bevallingen zag ik dat er een kleine, maar donkere bevallingskamer met een bed uit bamboe was voorzien. Verder niets. Toen ik er nog eens rondkeek, ontdekte ik alsnog een attribuut: met een wirwar aan draden, een halogeenlampje, een kleine spuit als schakelaar en een in hout uitgesneden houder voor 2 AA-batterijen, had het lokale personeel er een zeer creatieve lichtbron in elkaar geknutseld. Op deze manier konden er, ondanks een gebrek aan elektriciteit, ’s nachts bevallingen worden uitgevoerd. De mama’s in spe werden dan wel verondersteld zelf batterijen mee te brengen.

Een eenvoudige medische uitrusting en de nodige portie creativiteit zoals in het zonet beschreven voorbeeld kunnen volstaan om een vrouw in arbeid doeltreffend te begeleiden en levensbedreigende verwikkelingen te voorkomen. Toch krijgen meer dan de helft van de vrouwen in subsaharisch Afrika helemaal geen assistentie bij de bevalling. Daardoor sterven er voor elke 100.000 levend geboren kinderen, 500 vrouwen. Om een idee te geven: in het Noorden is de moedersterfte teruggedrongen tot ongeveer 16 vrouwen op 100.000 levend geboren kinderen. In het Zuiden hebben vrouwen dus 31 keer meer kans om het leven te laten in het kraambed. Nochtans delen deze vrouwen dezelfde droom: ze willen gewoon een kind krijgen.

Toch is er met het vooropstellen van de Millenniumdoelstellingen en dankzij wereldwijde inspanningen een belangrijke vooruitgang geboekt: 20 jaar geleden lag het aantal mama’s die in subsaharisch Afrika stierven bij het geven van leven nog dubbel zo hoog dan vandaag. Dit toont aan dat het mogelijk is deze nodeloze sterfte effectief te bestrijden en te vermijden.

Het gaat hem hierbij vaak om simpele middelen: te beginnen met correcte informatie aan de toekomstige moeders, enkele prenatale consultaties, preventie van malaria en andere ziekten, een goed opgeleide vroedvrouw in de buurt die over basismateriaal beschikt en een ziekenhuis niet al te ver voor het verwijzen van moeilijke bevallingen.

Dit behoort allemaal tot de basisgezondheidszorg die in een functionerend systeem voorzien is. Een gezondheidscentrum dat goed werkt voorziet de diensten ongeveer zoals een huisarts bij ons, met extra aandacht voor preventieve consultaties en promotionele activiteiten, zoals het geven van juiste informatie over borstvoeding, hygiëne en gezondheidsrisico’s die te vermijden zijn.

Jammer genoeg ontbreekt deze basiszorg in veel gebieden in het Zuiden, en neemt de ongelijkheid tussen arm en rijk ook binnen deze landen vaak nog toe. De toekomstige moeders in subsaharisch Afrika zullen in de nabije toekomst enkel kunnen geholpen worden door blijvende en toenemende internationale solidariteit. Kunnen we met vereende krachten deze Millenniumdoelstelling halen, en de moedersterfte met 75% terugdringen tegen 2015, of hoeft deze vraag niet meer gesteld?

Dr Elies Van Belle, Medisch Adviseur Memisa

Memisa ondersteunt 38 gezondheidszones in de DR Congo en draagt er bij tot de verbetering van de basisgezondheidszorg voor ongeveer 5 miljoen mensen, waaronder ongeveer 200.000 veilige bevallingen per jaar. Meer informatie op www.memisa.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content