Koen Meulenaere

Trofee Louis Tobback

Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De halfjaarlijkse selectie voor de Trofee Louis Tobback is bekend.

Mensen, mensen, wat vliegt zo’n jaar om. En zeker zo’n half jaar. Waar is de tijd dat het einde van de wereld werd aangekondigd, of alvast dat van onze computernetwerken. Het eerste decennium van het nieuwe millennium zit er al op, en het enige wat nooit gehaperd heeft zijn onze computernetwerken. Al de rest is naar de knoppen.

Gelukkig is er één baken dat u nooit in de steek laat: de halfjaarlijkse selectie voor de Trofee Louis Tobback, uitgereikt aan wie de beste oneliner van het voorbije jaar op zijn naam heeft staan. Tot nu toe was dat altijd Mireille Schreurs, geboren De Gucht. De andere specialisten – De Wever, Torfs, Tobback, Eyskens, De Croo – weten weer wat hen te doen staat de resterende zes maanden.

Mark Eyskens: ‘Op Vitaya kijk ik graag naar het kookprogramma van Nigella Lawson, die er zelf al even smakelijk uitziet als de gerechten die ze bereidt. Ik heb haar vader nog gekend, hij was mijn collega-minister van Financiën.’

Jef Geeraerts: ‘Het probleem van onze politici is dat ze niet eens meer geloofwaardig kunnen liegen.’

Patrick De Witte: ‘Ik heb eens een rondje tegen Freddy De Kerpel mogen boksen. Hij sloeg niet eens maar keek gewoon terug, en ik verloor met ko.’

Jean-Luc Dehaene: ‘Er is maar één goede raad in de politiek: doe het tegenovergestelde van wat de spindoctors zeggen.’

Bart De Wever: ‘Ik ben een paar jaar geleden eens bij een mediatrainer geweest en die zei: “Stop ermee.”‘

Jos Ghysen: ‘Had ik vroeger geweten wat ik nu weet, dan deed ik net hetzelfde.’

Herman De Croo: ‘Wie boter wil, moet de koe voederen.’

Jan Van den Berghe: ‘Als ik mezelf bezig zie op televisie, kan ik alleen maar denken: wat voor een arrogante kwast is dat?’

Gunter Lamoot: ‘Ik heb na de uitzending Louis Tobback op de schouder geslagen, maar bij het bukken schoot er iets in mijn rug.’

Geert Hoste: ‘Van mij hebben ze nooit een hype gemaakt. Vanaf het moment dat ik op een podium ging staan, riep iedereen: blijf weg bij Geert Hoste.’

Stefaan De Clerck: ‘Dat wij gevangeniscellen in Nederland moeten huren, vind ik geen blamage. Je kunt evengoed zeggen dat Nederland te veel cellen gebouwd heeft.’

Bart De Wever: ‘Je legt de lat op de grond en je kruipt erover. Dat is, vrees ik, de hoogste vorm van staatsmanschap in dit land.’

Walter Pauli: ‘Bij De Morgen wordt steeds gewed op de verkiezingen. Ervaring leert dat de pot altijd gaat naar wedders die ingaan tegen de teneur van de artikels in onze eigen krant.’

Herman De Croo: ‘In België mag je twee zaken nooit ontbloten: de Kroon en De Croo.’

Herman Van Rompuy: ‘Ik heb dit jaar nieuwjaarswensen gestuurd naar Rik Van Looy. Van president naar keizer.’

Louis Tobback: ‘In dit land kan iedereen alles tegenhouden, maar niemand kan nog iets doen vooruitgaan.’

Mark Eyskens: ‘Het is belangrijk naar de waarheid te streven, maar het is gevaarlijk ze te bezitten.’

Bart De Wever: ‘Als ik geposeerd heb, kiest de fotograaf altijd de minst slechte foto. Ik heb er nog nooit een horen zeggen dat hij de beste zou kiezen.’

Bruno Wyndaele: ‘Ik raad iedereen aan eens mee te doen aan een quiz uit het zaalquizcircuit. Dat bespaart je een paar antropologische studies.’

Goedele Liekens: ‘Ik krijg iets van dat gezaag over ouder worden. Sterf dan, als het allemaal zo erg is.’

Arno: ‘Er zijn te veel werklozen en te veel kookprogramma’s. Ik weet niet of er een verband is tussen die twee feiten.’

Francky Dury: ‘Toen ik drie jaar geleden voor het eerst met een psycholoog werkte, werd ik als een soort rariteit uitgenodigd in de tv-studio’s.’

Marc Didden: ‘Ik ben ervan overtuigd dat 1000 Brussel beter bestuurd zou worden door een bende gedrogeerde apen dan door Freddy Thielemans en zijn trawanten.’

Luc Tuymans: ‘Ik word vooral gekocht door het soort Amerikanen dat per helikopter gaat werken.’

Bart De Pauw: ‘Ten tijde van Willy’s en Marjetten werd ik in Mechelen aangeklampt door een boze man: “Die kloterij van u is wel met mijn belastinggeld.” Ik zei: “Neenee. Belastinggeld van Mechelen wordt gebruikt voor Koppen en het Journaal. Willy’s en Marjetten is met geld uit Berchem.” Waarna die man zich excuseerde en opgelucht verder stapte.’

Karel Vinck: ‘Isabelle Durant had veel ideeën. Maar niet over hoe je de Spoorwegen moet runnen.’

Peter Goossens: ‘Ik laat nog in het midden of alle ex-kandidaten van Mijn Restaurant konden koken, maar rekenen konden ze in geen geval.’

Siegfried Bracke: ‘Cas Goossens heeft mij eens een sanctie gegeven omdat ik had gezegd dat de VRT op het faillissement afstevende. Er werd 200 frank van mijn loon afgehouden. Ik heb hem gewoon uitgelachen: “Cas, ik heb al voor veel meer geld veel minder plezier gehad.”‘

Stef Bos: ‘Ik heb nog meneer Chocomousse gespeeld, de buurman van Samson en Gert. Ik verzon veel ter plekke. Zoals: “Wat doet die stomme hond hier?” Er moest toch iemand een hekel hebben aan dat beest.’

Michel Verschueren: ‘Mijn grootste probleem met Antoine Vanhove was dat hij zijn vrouw altijd meenam naar de Europese lotingen en haar altijd een mooi geschenk kocht. Mijn vrouw kwam dat te weten.’

Jan Peumans: ‘Een van mijn hobby’s is het bekijken van kaarten waar Limburg op staat.’

Roger Lambrecht: ‘Ik sukkel met mijn heup, met mijn knie, met een te hoge bloeddruk, en het meest van al met Sporting Lokeren.’

Herman De Croo: ‘Voor veel politici is hun eerste vrouw de reden van hun succes, en hun tweede vrouw het gevolg ervan.’

Jacques Vermeire: ‘Vroeger waren mijn shows al uitverkocht vóór we de affiches ervoor konden ophangen. Ik liet ze dan toch nog aanplakken omdat mijn sponsors erop stonden.’

Goedele Liekens: ‘Pas op, ik vind dat een man soms nuttig kan zijn. Iemand die voor je zorgt als je ziek bent, of een everzwijn binnensleurt als je honger hebt. Maar echt nodig hebben? Nee.’

Frieda Van Wijck: ‘Toen ik hoorde op hoeveel scholen Sergio en Sam Gooris hebben gezeten, viel ik achterover.’

Pieter De Crem: ‘Ik een kort lontje? Had ik een buik, ik hield hem vast van het lachen.’

Bart De Wever: ‘Ik kende Nonkel Bob niet persoonlijk, maar ik kwam hem wel eens tegen in de buurtwinkel. Hij zei dan altijd: “Dag beste vriend.” Ik vond dat een goede reden om naar zijn begrafenis te gaan.’

Jos Ghysen: ‘Dalida heeft een dramatisch leven gehad. Alle drie haar echtgenoten hebben zelfmoord gepleegd en zijzelf uiteindelijk ook. Maar ze leeft in mijn huis verder in de persoon van onze grasparkiet Pitou. Die kan Gigi l’Amoroso fluiten. En af en toe spreekt hij. Dan zucht hij gelaten: “Jaja.” Ik weet niet van wie hij dat geleerd heeft.’

Jeff Hoeyberghs: ‘Toen ik in ons huis in Andorra wat spullen ging ophalen, had mijn ex-vrouw daar een huurmoordenaar geposteerd. Ik ben een klacht gaan indienen bij de politie, maar het scheelde weinig of ik werd zelf gearresteerd.’

Louis Tobback: ‘Dat een N-VA’er intellectueel oneerlijk is, tot daar toe. Maar wat te denken van de leider van een christelijke partij?’

Rik Torfs: ‘Ofwel kennen geestelijken niets van seksualiteit, en moeten ze erover zwijgen. Ofwel kennen ze het wel, en moeten ze er zeker over zwijgen.’

Rik Coppens: ‘Die Lukaku is goed. Die kan dingen die ik ook deed.’
Bart De Wever: ‘Ik zie op 1 mei mensen die 10.000 euro netto per maand verdienen met hun vuist in de lucht “Rood is troef” zingen. Hoe onnozel is dat?’

Dirk Robbeets: ‘Als Louis Tobback in de gemeenteraad een monoloog van een half uur heeft gehouden, kijkt hij voldaan rondom zich met een air van: “Ik ben blij dat we eens goed van gedachten gewisseld hebben.”‘

Frans Schotte: ‘Ik heb een tijdlang een chauffeur gehad, maar ik reed liever zelf. En dan zat mijn chauffeur achterin. Eigenlijk een communistisch ideaal.’

Jean-Pierre Van Rossem: ‘Het bestuur van Cercle kent geen fluit van voetbal en Glen De Boeck is een pretentieus ventje. Ze hebben in Brugge alle straten tien meter moeten verbreden omdat De Boeck zo ver naast zijn schoenen loopt.’

Frieda Van Wijck: ‘Jan Peumans zei in De laatste show dat de vier zussen Van Wijck er mochten wezen destijds. Een leuk compliment, al had hij die “destijds” wel mogen weglaten.’

Pieter De Crem: ‘Een eerstejaarsstudent economie die het besparingsplan van de Open VLD als werkstuk zou indienen, wordt gebuisd.’

Tom Lanoye: ‘Frank Vandenbroucke komt na zes maanden studeren terug met de boodschap dat de apocalyps dreigt, tenzij de dienstencheques voor tweeverdieners iets duurder worden.’

Ivan Van de Cloot: ‘Ik heb het laatste Vlaamse regeerakkoord geanalyseerd. De enige cijfers die daarin voorkomen, zijn de paginanummers.’

Jean-Marie Dedecker: ‘De kranten van Corelio zouden beter N-VA/VVK op hun voorpagina drukken.’

Gert Verhulst: ‘Waarom zou een andere artiest wél in een luier mogen rondlopen en ik niet?’

Bart De Wever: ‘De N-VA is geboren uit het verwerpen van Bert Anciaux.’

Herman De Croo: ‘Pieter De Crem heeft een groot ego. Ik noem hem altijd een Aalter-ego.’

Steve Stevaert: ‘Met Di Rupo door Mons wandelen is hallucinant. Iedereen klampt hem aan. En de weinigen die hem niet aanklampen, klampt hij zelf aan.’

Mireille Schreurs: ‘Voor een boerenzoon uit Overmere heeft die Karel het niet slecht gedaan. Zo zie je maar dat het er in het leven vooral op aankomt de juiste vrouw te trouwen.’

Koen Meulenaere

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content