Tijdmachines en Poolse schilderkunst in het Van Abbe in Eindhoven

Het Van Abbemuseum in Eindhoven is ronduit een unieke plaats.

Analyse, onderzoek, flash-backs naar de kunstgeschiedenis en het kritisch omgaan met de vaste collectie, het gebouw, educatie en publieksinformatie zijn facetten die een verschil maken én het museum (soms) op losse schroeven zet.

Directeur Charles Esche maakt duidelijk dat hij met zijn beleid werkt aan een nieuw en weliswaar polemisch museum-format waaruit blijkt dat nogal wat (Belgische) verzamelaars zich hier onwennig voelen in een museum dat in onze tijd als instituut als het ware te veel wordt beschouwd als een “officieel certificaat” en een verlengstuk van de speculatieve kunstmarkt.


Charles Esche doet er alles aan om het publiek te verwennen met alle mogelijke informatie – zelfs met folders die met een 3d-strookje moeten worden gelezen en met talloze aanduidingen in pseudo-design die het publiek soms té veel bij het handje houden.

Charles Esche maakt een punt waar andere instellingen niet (meer) aan toe zijn. Hij bewijst dat het Van Abbemuseum een leercentrum kan zijn waar de kunst niet alleen wordt beschouwd als iets “moois” om naar te kijken maar ook een instrument is en blijft van kunstenaars om hun utopieën, ontgoochelingen en “souffrances” via een artistieke taal uit te drukken.

Tijdmachine

Charles Esche positioneert graag de kunst in de ideologische omstandigheden waarin het werk gemaakt werd en dat levert een spannend museumbezoek op dat in Eindhoven wel veel inspanningen vraagt van de (modale) bezoeker.

Charles Esche beschouwt een museum als een instituut van “zijn tijd” dat als een “tijdmachine” kan doorgaan waar de race met de tijd wordt vertraagd met “pitstops” die het kijken en nadenken de nodige afstand, reflectie en rust gunnen. Er is heel veel te (her)ontdekken in Eindhoven waarbij iedere bezoeker op zijn/haar honger naar kennis en/of schoonheid wordt bediend.

Andrei Wroblewski

Eerst iets over de merkwaardige expo met werk van de Litouws-Poolse kunstenaar Andrzej Wroblewski (1927-1957). Het is al een tijd duidelijk dat bepaalde musea inzicht willen bieden in interessante oeuvres die verborgen bleven tussen de plooien van bijvoorbeeld het (voormalige) Ijzeren Gordijn. Onze kunstgeschiedschrijving is eng westers gekleurd; het is om die reden relevant dat musea grasduinen in de perifere uithoeken van Europa en de rest van de wereld waar kunst werd gemaakt vanuit overwegend tegen-ideologische intenties.

Het oeuvre van Andrzej Wroblewski is een ontdekking met een ensemble schilderijen , monotypes en sublieme houtsnedes die de emanatie verduidelijken van de strijd die de kunstenaar leverde met de politieke situatie van na de Tweede Wereldoorlog.

Het begrip trauma lijkt wel als een rode draad doorheen zijn oeuvre te meanderen. Op het einde van de jaren veertig valt hij op met een reeks “Executions” waarin de onmenselijke oorlog een vorm krijgt in haast surrealistische scènes waarin de mens wordt voorgesteld als een samenstelling van verscheurde ledematen alsof het om “objecten” betrof.

Nooit is zijn kunst pathetisch; hoogstens wordt een sfeer opgeroepen van anonieme angst en terreur. Verscheurdheid is ook voelbaar in het latere werk waarin de mens als portret of figuur (fyzieke) ontreddering oproept. Midden de jaren vijftig schildert Andrzej Wroblewski ronduit schitterende landschappen waarin geen plaats is voor details en waarin de roots naklinkt van de actueel meest succesrijke Poolse kunstenaar Wilhelm Sasnal van wie het Museum een aantal straffe werken bezit die nu ook worden getoond.

Het werk “Houses on a slope” (1956) is een prachtig voorbeeld van hoe abstractie en vage figuratie een kunstwerk ertoe kunnen leiden een plaats- en tijdloos motief en dito “sfeer” op te leveren.

Dit “getormenteerde” werk is één van de vele revelaties; ook de fantastische gravures die opnieuw “zwart op wit” getuigenis afleggen van het dagelijkse leven rondom de kunstenaar zijn top.

Tussen Minimalismen

De expo “Tussen Minimalismen” speelt zich af in de lichtrijke Oudbouw van het Museum en presenteert het beste van kunstenaars zoals Carl Andre, Dan Flavin, Stanley Brouwn en Bruce Nauman. In de context van deze uiterst mooi opgestelde expo penetreert het Deense collectief “Superflex” met een sterk polemische interventie in de vorm van een actieve metaalwerkplaats voor het (industrieel) aanmaken van replica’s van Sol LeWitt’s “Untitled” (Wall Structure), sculpturen die ….gratis worden verdeeld aan het publiek.

Met deze interventie vergelijkt Superflex hun interventie met een kopieermachine waarin de suggestie schuilt van eindeloze reproductie. De Deense kunstenaars van Superflex provoceren het begrip kunst en haar status wel op een erg scherpe manier binnen de muren van het museum dat hier als conserverend en legitimerend instituut fel wordt uitgedaagd.

In de labyrintische nieuwbouw van het Van Abbemuseum is het luik “Museummodules” te bezoeken. Deze sectie presenteert een reconstructie van bijzondere museumprojecten uit het verleden.

Het is opnieuw een verpletterende presentatie waaruit blijkt hoe de medewerkers van dit museum begaan zijn met het collectief geheugen in pogingen om dat vergeten verleden te reconstrueren in functie van “aanschouwelijke” geschiedenis van hoe kunst in revolutionaire tijden werd gepresenteerd.

Het zijn niet zomaar reconstructies maar presentaties met toevoegingen van hedendaagse kunstenaars. Deze indrukwekkende modules die teruggrijpen naar “Raum der Gegenwart” met extra toegevoegde camera obscura en naar het befaamde “Musée Imaginaire” van André Malraux zijn modules die de bezoeker zelf moet ervaren.

Het zijn stuk voor stuk alternatieve presentatie-units die gelijke tred hielden met de evolutie van de techniek waarop kunstenaar voluit beroep deden…

Bij alle modules krijgt de bezoeker heel veel achtergrondinformatie te verwerken die de utopische modules in de context van de tijd plaatsen en aangeven hoe de avant-garde verweven was met de nieuwe ideologische en technologische stromingen van een tijd/periode.

Het Van Abbemuseum is een zonderlinge plaats geworden waar het beleven van kunst de optelsom wordt van schoonheid én kennis !

Het “actuele” museum dat vandaag begripsmatig niet altijd meer staat voor wat het moet staan krijgt hier in Eindhoven misschien een begin van nieuwe definiëring…

Luk Lambrecht


Dit alles loopt nog tot september in het Van Abbemuseum in Eindhoven.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content