Theater: TAZ, Vliegen tot de hemel/Haven 010

Het water is veel te diep en het gras altijd groener aan de overkant. Laat het de tragiek van mensen van vroeger en nu zijn.

HET WATER IS VEEL TE DIEP

Het water is veel te diep en het gras altijd groener aan de overkant. Laat het de tragiek van mensen van vroeger en nu zijn. De twee producties waarmee TAZ 2010 opende, ‘Vliegen tot de hemel’ en ‘Haven 010’, bleken – in al hun verscheidenheid – wonderwel op elkaar aan te sluiten.

Dat Michael De Cock, artistiek leider van het Mechelse theater ’t Arsenaal, de centrale theatergast is op dit festival, je kan er niet naast kijken en daarvoor hoeft hij niet eens met zijn kop reuzengroot op de affiche. Hij is omnipresent: hij speelt, regisseert, blogt, dirigeert, debatteert, engageert. Dat is niet meer dan normaal voor een centrale gast denkt u misschien, maar wat De Cock zo bijzonder maakt is dat dat alles ook samenvalt met zijn dagelijks werk en leven – we durven ons zelfs af te vragen in hoeverre zijn werk niet zijn leven is?

Hij is theaterdirecteur, regisseur, acteur (in een ver verleden ook nog in de soap ‘Thuis’ overigens), toneelschrijver en journalist. En niet zelden vinden komen al die jobs samen in stukken en artikels die de diepmenselijke tragiek niet schuwen maar zonder sensatie op te zoeken een verhaal willen vertellen. Zo ging hij samen met fotograaf Stephan Vanfleteren postvatten langs nachtelijke parkings langs de E40 richting kust – waar andere mannen zich voor minder betamelijke redenen ophouden – en kampeerde in en rond de Oostendse haven om er te spreken met illegalen die de oversteek naar Engeland willen wagen. Het leverde een bijzonder boek met getuigenissen en foto’s. Foto’s, die nu- even verborgen als de illegalen – op diverse plekken in Oostende hangen. En het leverde ook een nieuwe voorstelling: ‘Haven 010″.

Maar het thema migratie trekt al veel langer aan De Cock, die al ruim tien jaar onverminderd getuigenissen van illegalen neerpent en er diverse voorstellingen aan wijdde. Zowel ‘Saw it on television/DIDN’T UNDERTSTAND’ (dat speelt in een claustrofobische vrachtwagencontainer) als ‘Belga’ en ‘Febar’ zijn te zien tijdens deze TAZ. Het is dat wat wij appreciëren aan De Cock, dat hij niet eens een projectje met of over migranten doet, maar dat het gaat om een langdurig engagement, een bezorgdheid, betrokkenheid en bij uitbreiding om hechte vriendschappen.

Bombastische opener

Migratie. Zoals in: daar willen zijn waar het beter is, een nieuw leven beginnen, een ander mens worden. Het is iets van alle tijden. In de jeugdvoorstelling ‘Vliegen tot de hemel’ (**), de officiële opener van TAZ 2010, staat regisseur Michael De Cock samen met enkele ’t Arsenaal-collega’s (Jos Geens, Luc Springuel) alsook acteur-vertellers Warre Borgmans en Charlotte Vandermeersch samen op de scène. De andere centrale muziekgast van TAZ, Frank Vaganée en zijn Brussels Jazz Orchestra begeleidt de vertelling terwijl illustratrice Gerda Dendooven op de pc tekeningen maakt die op groot scherm geprojecteerd worden. Groot is ook het codewoord van dit spektakel: groot in gebaren, woorden en klanken.

Rode draad is de mythe van Daedalus en Icarus. Daedalus, die het labyrint voor de Minotaurus bouwde en van het eiland Kreta ontsnapte door vleugels te maken voor hem en zijn zoon Icarus. Helaas, Icarus’ jeugdige overmoed bracht hem te dicht bij de zon waardoor de was op zijn vleugels smolt en hij in zee stortte en verdronk. De Cock verweeft dat verhaal met tal van andere bekende mythes zoals die van Ariadne en Theseus en die van koning Midas.

Eerlijk? Een dergelijk groots spektakel als ‘Vliegen tot de hemel’ waarbij stemmen moeten optornen tegen een schelle blazerssectie en waarbij de omvang van het project moet verbergen dat de drie elementen, muziek-theater-tekeningen, nooit meer is dan de som der delen: het is niet aan ons ogen en oren niet besteed. Pas op het einde komen muziek, acteurs en de heftige kleurvegen van Dendooven écht samen tot een bruisend theaterconcert.

Interessanter is hoe De Cock de verschillende mythes openbreekt tot verhalen over generatieconflicten tussen jong en oud, vader, zoon en dochter, verhalen over de mens die boven zijn nietig bestaan wil uitstijgen door een vogel te worden of die zoals Ariadne turend over de zee, droomt van elders en beter. Of hoe het universele verhaal van de mythe plots heel anders zijn actuele beloop krijgt in ‘Haven 010’.

De muis en de mier

‘Haven 010′ (***1/2), een productie van ’t Arsenaal en Walpurgis, is voor ons dan ook de échte openingsvoorstelling van TAZ 2010. Hoe anders dan bij ‘Vliegen tot de hemel’ wordt hier de juiste sfeer geschapen. De beeldprojecties van de verlaten haven en de kabbelende zee by night hebben een bijna hypnotiserende werking en de inbreng van een internationaal vrouwenkwintet onder leiding van zangeres Judith Vindevogel is subtiel maar treffend. Hier wordt door de acteurs en muzikanten geschitterd in het duister.

De voorstelling speelt toepasselijk in een oude donkere loods langs de spoorweg. Zo’n loods waar het voor illegalen goed verbergen is tenzij de politie haar honden op je afstuurt natuurlijk. En je in de arm wordt gebeten. Of nog erger: een oog uitgekauwd. Regisseur De Cock inspireerde zich voor de voorstelling op de getuigenissen met illegalen die hij in de loop der jaren ontmoette. Hij pikte er één verhaal uit: dat van Mourad, een Algerijnse jongeman, die naar Engeland wil en als zovelen denkt dat het land van de fish en chips er één van melk en honing is.

Brussels acteur Mourade Zeguendi – die onlangs nog een prachtvertolking neerzette in ’25 Minutes to go’ van Union Suspecte – vertolkt Mourad. Unions Suspecte-collega Ruud Gielens is de truckchauffeur Eric Van der Plas die Mourad ontmoet langs de autostrade. De ene, de muis die als verstekeling wil meereizen. De andere, de mier die voedsel met zijn camion door Europa transporteert. Beide worden door de mensen over het hoofd gezien. Tussen beide ontwikkelt zich een bijzondere band. Het maakt van ‘Haven 010’ niet alleen een verhaal van migratie maar ook één van vriendschap tussen twee eenzame figuren.

De truckchauffeur is feitelijk een fictief personage, dat de onderzoeksjournalist De Cock uit de werkelijke historie vervangt, maar die fictionalisering zorgt hier voor een diepere schakering aan het verhaal. Op einde van de voorstelling komt de cirkel immers rond: terwijl Mourad een fake naam opgeeft in het asielcentrum van Merksplas, bekent Eric hoe hij, wanneer hij met de vrachtwagen naar Engeland moest, zich op de boot van Hull onder het rijke volk mengde en zich voordeed als computerverkoper Eric Uytterhoeven. Willen we niet allemaal soms een ander en beter leven? Hoe diep het water ook is, het gras is altijd groener aan de overkant. Dat is onze tragiek.

Het docutheater, dat ‘Haven 010′ is, verweeft theatrale fictie en waargebeurde feiten en laat op ingenieuze wijze de realiteit steeds verder binnensluipen. Er zijn de echte beelden van Mourad (we krijgen enkel zijn achterhoofd te zien), de documenten over zijn plaatsing in het gesloten asielcentrum van Merksplas, de sms’n die Mourad aan De Cock stuurde, er zijn de beelden waarop de acteur Mourade te zien is met de ouders van Mourad in Algerije. En aan het slot van de voorstelling komen de vele asielzoekers, waarmee Vindevogel een koor vormde, de scène op van tussen het publiek, de mensenzee waar ze zich als verstekeling ophielden, en zingen het begin van een Bach-cantate: ‘Ach, wie flüchtig, ach, wie nichtig is der Menschen Leben’. (‘Ach, hoe vluchtig en nietig is het mensenleven).

Gelukkig bestaan er mensen om hun verhalen op te tekenen, die wel de mieren en de muizen zien. Met dank aan Michael De Cock. Of zoals Ariadne zei aan Icarus toen ze elkaar als kinderen verhalen vertelden terwijl ze languit liggend keken naar de wolken: ooit worden wij ook een verhaal.

Liv Laveyne

‘Vliegen tot de hemel’ en ‘Haven 010’ nog tot en met zaterdag op TAZ. www.theateraanzee.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content