Theater ~ ’t Is niet al goud wat blinkt ( * * * )

Tussen kunst en camp met Amerikaanse klassieker ‘The Golden Boy’ bij Theater Antigone.

Elke ouder koestert dromen voor zijn kind. Zo hoopt de vader van Joe Bonaparte dat zijn zoon een virtuoos violist wordt. Maar Joe offert liever zijn vingers voor een bokscarrière en veel geld. ‘The Golden Boy’, een toneelstuk van Clifford Odets uit 1937, wordt in handen van regisseur Sarah Moeremans van een gedurfde aanpak voorzien.

Regisseur Sarah Moeremans is bij ons nog vrij onbekend en werkt vooral in Nederland, maar is niettemin afkomstig uit Vlaanderen. Deze dochter van actrice Gilda De Bal en acteur Walter Moeremans studeerde regie aan de toneelschool in Amsterdam en won in 2005 de Ton Lutz prijs voor jong regietalent met haar voorstelling ‘The Rose Tattoo’, naar een stuk van Tennessee Williams, de bekendere tijdgenoot van Odets. Odets stuk ‘The Flowering Peach’ moest overigens in 1955 de duimen leggen voor Williams’ ‘Cat on a Hot Tin Roof’ dat toen de Pulitzerprijs kreeg.

Klassenstrijd

Zoals bij Williams’ straffe familieportretten culturele en/of klassenverschillen het dramatische conflict uitmaken (denk aan het ten top gedreven conflict tussen Stanley en Blanche in ‘A Streetcare named desire’), is dat ook het geval voor deze ‘The golden Boy’ van Odets.

Joe Bonaparte heeft het talent om een goed muzikant te worden – de grote droom van zijn vader – maar hij blijkt ook een begenadigd bokser. Hij heeft immers zijn naam niet gestolen: net als die andere Bonaparte – Napoleon – is hij niet van de sterkste, maar wel een slim strateeg die bokst met zijn hersenen.

De gouden jongen, in beide ‘culturele uitingen’ bijzonder getalenteerd, belandt tussen twee keuzes en twee kampen: enerzijds, het ‘beschaafde’ kamp der intelligentsia met een kunstzinnige vader die de geitenwollen-sokken-vrije-opvoeding hoog in het vaandel draagt. En anderzijds, het rauwe naar zweet ruikende volkse milieu met managers Moody en Roxy en het delletje Mona. Joe ziet zich verscheurd tussen zijn liefde voor de kunst en knokken voor het grote geld.

Het is overigens niet alleen de strijd van Bonaparte, Odets verwoordde met ‘The Golden Boy’ indertijd ook zijn eigen innerlijk conflict. De communistische gezinde Odets was naast toneelschrijver immers ook scenarist in het commerciële Hollywood, met de bedoeling om met zijn salaris het klein onafhankelijke The Group Theatre te financieren.

Uit Odets ‘The Golden Boy’ blijkt dat hij meer het kunstzinnige linkse ideeëngoed genegen was (al zou hij later in de jaren vijftig onder druk van McCarthy afstand doen van zijn communistische sympathieën). Moeremans laat in haar enscenering naar eigen zeggen na een kamp te kiezen, al verdenken we haar ervan een voorliefde aan de dag te leggen voor het rauwe volkse milieu dat ze oprechter portretteert terwijl ze het kunstzinnige milieu toch vooral als een bende watterige, geaffecteerde sprekende karikaturen beziet.

Karikatuur

In het midden van de scène hangt een bokszak, daarboven een ring van TL-lampen als een stralende zon. Al naargelang in welk kamp het verhaal zich afspeelt, floepen daar de lichten aan.

Aan de ene zijde: de kunstzinnige familie, met licht klassiek verpozend op de sofa, met een torenhoge suikerspinnen pruik op (Rick Paul Van Mullingen) of wit fluffy bolero aan (Hanne Struyf). Aan de andere met het geluid van een veel te luide tv, de in zijn zetel onderuit gezakte Moody (Stefaan Degand) met nauwelijks enige aandacht voor zijn minnares die zonder schroom haar benen spreidt. Het onderscheid kan niet duidelijker zijn.

Worden Amerikaanse drama’s doorgaans bijzonder realistisch geënsceneerd met de kamerplanten, sofa en eventuele frigo incluis, Moeremans wijst dat realisme niet af maar laat het acteerspel aanschuren tegen de karikatuur. Een gedurfde keuze waarbij het hinkelen is tussen kunst en camp, tussen erop en erover: een spel dat evenwel werkt met dank aan de acteursploeg.

Nu zijn die acteurs bijzonder goed gecast: Kyoko Scholiers en Stefaan Degand schmieren allebei nogal graag en wil dat in andere voorstellingen soms wel eens irriteren, hier mogen ze met graagte die kaart trekken. Maar de glansrol is toch vooral weggelegd voor Louis van der Waal, als de vader/trainer van de gouden jongen (Joris Smit).

Meer met minder

Bij deze voorstelling geldt immers: in de beperking toont zich de meester. Een ensemblestuk als ‘The Golden Boy’ met tien personages ook effectief door tien acteurs laten spelen, dat laat zich in het Vlaamse theater nauwelijks betalen. Die beperking krijgt hier echter een inhoudelijke meerwaarde: Moeremans laat de zes acteurs de tien rollen vertolken.

Door die dubbelrollen wordt met gelijkenis en contrast gespeeld. Zo is Scholiers zowel het schaars geklede delletje Miss Moon als de antiglobalistische zus in overall. De mooiste dubbelrol is evenwel die van de vader/trainer, die elk op zijn manier het beste voorheeft met zijn poulain al mag dat niet baten. De ware tragiek van ‘The Golden Boy’ is immers dat er geen juist of fout kamp is, maar uiteindelijk enkel en alleen een jongen die zichzelf de vernieling in helpt.

Vervreemding

Doordat deze voorstelling met het karikaturale flirt, blijft de ruimte voor echt drama uiteraard beperkt. Het is een duidelijke keuze al vragen we ons af of het geaffecteerde spel (voorbeeld bij de vaderfiguur) naar het einde toe niet beter verlaten kon worden ter wille van oprechte emotionaliteit.

Maar die uitschuiver in toon is het risico van het verfrissende spel dat gespeeld wordt, een spel met verschillende sferen: realisme, parodie, elementen van vervreemding (zoals de hilarische live telefoongesprekken waarbij theatrale illusie doorbroken wordt) en daar tegenover net het gebruik van enkele welgekozen extreem theatrale beelden (de bijna opera-achtige vrijscène met de bokszak als fallussymbool).

De wijze waarop Moeremans sferen, acteurs en decor inzet in functie van het verhaal dat ze wil vertellen, toont dat ze een duidelijk doel voor ogen houdt. Er zijn weliswaar zwakke momenten: zo verliest het stuk soms zijn focus doordat er teveel belang wordt gehecht aan de nevenintrige (het liefdesverhaaltje) en de voorstelling had beslist nog wat gebalder gemogen, maar niettemin is ‘The Golden Boy’ een knappe interpretatie van een klassieker door een jong iemand die we hier hopelijk nog vaker aan het werk zullen zien.

Liv Laveyne

Nog tot 8 mei in theater Antigone, Kortrijk. Ook op tournee. www.antigone.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content