Hubert van Humbeeck

Terug naar 1967

De toespraak van Barack Obama over het Midden-Oosten leert dat hij weinig verwacht van Bibi Netanyahu. En dat er dus niet snel weer gepraat wordt.

Enkele uren voor de tekst werd uitgesproken, belde de Israëlische premier Benjamin ‘Bibi’ Netanyahu boos met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton. Hij eiste op hoge toon dat Barack Obama de zin uit zijn toespraak zou schrappen, die zei dat een akkoord tussen Israël en de Palestijnen moet uitgaan van de grens van 1967. Tijdens de oorlog van 1967 veroverde Israël de Westelijke Jordaanoever op Jordanië. Het houdt het gebied sindsdien niet alleen bezet, er hebben zich in de loop van de jaren honderdduizenden Joodse kolonisten gevestigd in nederzettingen, die in strijd met de internationale wet zijn opgetrokken. Die kolonisten vormen de basis waarop de rechtse coalitie van Netanyahu in Jeruzalem steunt.

Toch kan Israël ook niet echt geschrokken zijn van het Amerikaanse standpunt. Washington pleit er achter de schermen al langer voor dat Israël het bezette gebied zou ontruimen – met de noodzakelijke grenscorrecties die het land veiliger moeten maken. Het heeft daarvoor diplomatiek de steun van de Europese Unie en Rusland, en van het kamp in Israël zelf dat een oplossing met twee staten genegen is. Dat kamp vindt dat de huidige status-quo uiteindelijk onhoudbaar is.

Israël verdedigde de bezetting altijd met het argument dat het achter de grens van 1967 absoluut onveilig is. Zeker met moderne rakettechnologie kan Tel Aviv vanuit de Westelijke Jordaanoever met gemak worden beschoten. De voormalige minister van Buitenlandse Zaken Abba Eban noemde de grens van 1967 ooit ‘een Auschwitzgrens’. Het zal Israël daarom zeker hebben verrast dat Obama er nu ook voor pleit dat het land al zijn troepen uit de bezette gebieden terugtrekt. Israël eist dat het de grenzen van een gedemilitariseerde Palestijnse staat – als die er ooit komt – zelf controleert.

Maar Netanyahu staat niet alleen. Hij was toevallig vorige week op bezoek in Washington en hij speelt daar een thuiswedstrijd. Hij kan op de steun van de Republikeinse partij rekenen, en dus van een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. Daarom bezwoer Obama de Palestijnen ook om tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in september toch maar niet eenzijdig de onafhankelijkheid van Palestina uit te roepen, zoals ze dat van plan zijn. Dat zou op dit moment niet meer zijn dan een gratuite provocatie. Beter zou zijn dat de nu verzoende aartsvijanden Fatah en Hamas beiden zeggen dat Israël wel degelijk recht van bestaan heeft.

Om de zaak vooruit te helpen, stelt Obama voor om eerst over grenzen en veiligheid te praten. Meer emotionele punten van discussie, zoals een terugkeer van de vluchtelingen en het statuut van Jeruzalem, zouden dan pas later op tafel komen. Maar hij weet ook dat hij van deze Israëlische regering weinig kan verwachten. De president geeft de noodzaak van vrede tussen Israël en de Palestijnen een plaats in het bredere kader van de Arabische Lente. Israël houdt vol dat de twee niets met elkaar te maken hebben. Het heeft iets van een struisvogel die zijn kop verbergt in het zand. Als de Arabische wereld verandert, wijzigt de wereld waarin Israël zich beweegt. Het is een deel van het Midden-Oosten. Het kan niet doen alsof dat niet het geval is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content